ACHTERGROND, ANALYSE - De Rijksoverheid is druk bezig met het betrekken van de burger bij beleidsprocessen, en maakt daarbij steeds meer gebruik van de mogelijkheden die internet biedt. P.J. Cokema evalueert een aantal van die e-consulting projecten.
Eén van de ‘Doe mee’-projecten van de Rijksoverheid is ‘Van Regels naar Ruimte’, een vorm van e-consulting waar burgers, bedrijven en organisaties ideeën kunnen geven hoe regelgeving en procedures anders kunnen. Tot nu toe reageren alleen mede-overheden (gemeenten). Waar blijven de burgers?
Wie ideeën heeft hoe bijvoorbeeld vergunningsaanvragen, bezwaarschriften of WMO-verzoeken beter of sneller afgehandeld kunnen worden, kan terecht bij ‘Van Regels naar Ruimte.’ De overheid is bereid voor uw idee tijdelijk regels buiten werking te stellen.
Dat moet burgers en bedrijven als muziek in de oren klinken: regelgeving opschorten om ruimte te krijgen voor eigen ideeën. De in dit project samenwerkende ministeries van BZK (Binnenlandse Zaken), EL&I (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) zullen de handen er wel vol aan hebben. Dat valt tegen.
Onzichtbare ideeënbus
E-consulting is een erg groot woord voor dit project. Het is niet meer dan een digitale ideeënbus. Je kunt een online formulier invullen, op de knop ‘Verzenden’ klikken en klaar. Er is geen optie om documenten toe te voegen, zoals bij de andere ‘Doe Mee’-projecten Green Deal en Internetconsultatie wel kan.
De ideeënbus wordt nog maar weinig in de mediamieke spotlights gezet. Op de introductiepagina van de Doe Mee-projecten wordt dit initiatief niet genoemd, Van de sociale media wordt alleen een twitter-account gebruikt, met 365 volgers en waar tot nu toe slechts 150 berichten zijn geplaatst.
‘Het project is nog in opbouwfase,’ liet een woordvoerder van het ministerie van BZK ons weten. ‘Gekozen is voor een voorzichtige start. Het inzetten van Facebook, LinkedIn of andere media is alleen zinvol als er ook een goede redactie wordt gevoerd. Dat vraagt om voldoende menskracht.’
Mogen we daaruit concluderen dat een kleinere overheid niet erg bijdraagt aan het schrappen van regelgeving?
Voorwaardelijke ideeën
Niet elke brainwave komt in aanmerking voor uitvoering. Een idee moet aan vijf voorwaarden voldoen. Zo mag een idee het algemeen belang niet schaden en moet het gelijkheids- en rechtszekerheidsbeginsel in acht worden genomen. En natuurlijk moet je duidelijk maken dat nationale en/of lokale wet- en regelgeving je idee belemmeren.
De twee andere voorwaarden roepen vragen op. Alleen als ‘de betreffende wet- en regelgeving ruimte biedt te experimenteren’ kan een idee voor behandeling in aanmerking komen. Dat is plausibel als een idee met de Grondwet botst. Zolang dat niet het geval is staat deze voorwaarde haaks op de doelstelling van het project, namelijk het tijdelijk buiten werking stellen van regels.
Een laatste voorwaarde is dat een idee in twee jaar gerealiseerd moet kunnen worden. De overheid vraagt van burgers en organisaties dus minder tijd, dan ze vaak zelf nodig heeft om regelgeving te veranderen.
Kansrijke ideeën
De ideeënbus is ruim een half jaar in bedrijf en heeft tien kansrijke projecten opgeleverd. Tien ideeën waarvoor regels tijdelijk opzij worden gezet. Voor zes andere ideeën wordt de regelgeving niet buiten werking gesteld, maar er wordt wel actie op ondernomen.
In een brief aan de Tweede Kamer van 7 januari dit jaar deelde minister Plasterk mee dat het er sinds de start van het project ‘een vijftigtal verzoeken’ zijn ingediend. ‘Het streven was er op gericht in 2012 10 á 15 experimenten te starten,’ aldus de minister.
Daarin lijkt men dus geslaagd. Is 68 procent van de ideeën niet gehonoreerd omdat het kabinet zich aan haar eigen streven wenst vast te houden? Een woordvoerder van het ministerie van BZK verklaarde tegenover Sargasso echter dat de afgevallen voorstellen ‘onaf’ waren.
Hoe anders ging dat toen in 2004 het meldpunt ‘Last van de overheid” van start ging. In plaats van een ideeënbus lanceerde de overheid een digitaal loket, met de bedoeling ruimte te geven aan klachten van burgers en bedrijven. De overheid wilde op deze manier de regeldruk gericht aanpakken.
Het eerste half jaar kwamen er 161 klachten binnen, waarvan 28 procent niet relevant geacht werden. De eerste vijf evaluaties telden gemiddeld 353 inzendingen, waarvan 36 procent ongeschikt werd geacht. Dat veranderde in 2008. De laatste twee evaluaties laten zien dat van de gemiddeld 439 ingediende klachten zo’n 60 procent niet relevant werd verklaard. Het nieuwe project “Van Regels naar Ruimte” keurt nu dus 68 procent van de vijftig ingediende voorstellen af.
Doen de indieners niet hun best of heeft men genoeg van dit soort projecten, waar de laatste jaren meer dan de helft van de inzendingen terzijde worden geschoven? Of heeft de overheid meer aan een klagende dan aan een creatieve burger?
Hier een overzicht van “Last van de overheid” tot en met “Van regels naar ruimte”.
Deregulering, werkt het?
Ruim dertig jaar probeert de overheid de regeldruk te verminderen. Met name de het huidige en voorgaande kabinet zijn er enthousiast over. In de voortgangsrapportage ‘Regeldruk burgers, professionals en interbestuurlijk’ van juni 2012 beweerde het vorige kabinet dat de regeldruk voor burgers ten opzichte van 2002 met ruim 30 procent was teruggedrongen.
Het kan natuurlijk aan de crisis liggen dat u er weinig van merkt. U heeft misschien één uittreksel uit het gemeentelijke basisregister minder nodig bij verschillende aanvragen, maar zijn uw vergunningen of paspoort ook goedkoper geworden? Of juist wel, maar compenseren gemeenten het verlies met verhoging van de parkeergelden?
In 2011 meldde de voortgangsrapportage Regeldruk Bedrijven dat ‘de ambitie om de administratieve lasten per 2012 met 10% te verminderen ten opzichte van 2010 op dit moment nagenoeg is gerealiseerd’. Ongetwijfeld zullen heel wat bedrijven goedkoper uit zijn als ze niet twaalf keer, maar één keer administratieve opgaven moeten doen. Maar verder is het meer propaganda dan realiteit. De Crisis- en herstelwet, juist bedoeld om regelgeving te omzeilen om met name de bouwsector te redden, faalt. Het aantal faillissementen in de bouwsector is de laatste jaren alleen maar toegenomen (CBS-cijfers).
Neem daarbij dat de productie van wetten en andere regelingen onverminderd hetzelfde is gebleven en de klachten erover bij de Nationale Ombudsman zijn toegenomen, dan is het goed voorstelbaar dat de overheid de hulp van de burger inroept. Dat de overheid nu met een wel erg povere ideeënbus op de proppen komt, doet vermoeden dat ook dit kabinet niet wil weten hoe ze echt de regeldruk kan aanpakken.
De burger neemt alleen de ruimte als hij serieus wordt genomen.
Reacties (7)
Beste PJ Cokema, ik vind je wel een beetje naïef. Geloof je nou echt dat die 10.000 beleidsambtenaren in Den Haag geïnteresseerd zijn in deregulering?
Al die “regeldruk” programma’s en dat lastvandeoverheid, het is allemaal window dressing. Ik schat dat rond 2005/2006 er echt een beweging is geweest, mede als antwoord op de Fortuyn revolte, om iets aan die achterlijke regelarij te doen.
Maar al die projecten zijn inmiddels mors- en morsdood. Ze bestaan alleen nog in naam. Op elk ministerie zijn twee of drie mensen bezig met regeldruk en die houden netjes hun dossiertjes bij en meer dan dat is het niet.
En ondertussen wordt na elk regeerakkoord of Kunduzakkoord of tussenakkoord een bak nieuwe wet- en regelgeving door de Tweede Kamer gejast waar je u tegen zegt.
Want nieuwe wetten maken, daar maak je in ambtelijk Den Haag de blits mee. Hup, snel/snel, wet in elkaar draaien, minister blij, imaginaire bezuiniging ingeboekt, en hup daar gaat die (meestal volkomen onuitvoerbare) wet over de schutting richting de gemeente of een andere uitvoerder.
Maar wetten afschaffen of regels vereenvoudigen of het de burger administratief wat eenvoudiger maken? Dat is in de Haagse hiërarchie het laagste van het laagste. Daar wil niemand zijn handen aan branden. Dus komt daar nooit iets van.
Inspraak is vaker een farce, dan niet.
@1: Naïef? Ik denk dat ik je mening grotendeels deel. Overigens: Zoals je in de inleiding kon lezen gaat het hier vooral om een evaluatie van de “Doe Mee”-projecten. In het eerste artikel was een overzicht te zien van de ‘betere’ en ‘mindere’ projecten. In het tweede artikel werd één van de betere uitgelicht.
Van Regels naar Ruimte is beslist een beroerd opgezet initiatief. Je kunt dat niet alleen de ambtenaren verwijten. Sterker nog: er zijn genoeg ambtenaren die goed weten hoe de regels minder ewn/of eenvoudiger kunnen. Het is dan ook niet voor niets dat alleen gemeentelijke ideeën zijn ingestuurd (bedacht door lokale ambtenaren, soms naar aanleiding van input in gemeentelijke ideeënbussen).
Ik gaf al aan dat het verantwoordelijke ministerie (BZK) op een van onze vragen indirect wees op onvoldoende menskracht. Dat valt alleen het kabinet te verwijten.
Verder valt uit overheoidstukken van de laatste jaren (ongeveer vanaf 2008) op te maken dat vermindering van regeldruk in één adem wordt genoemd met lastenreductie, ofwel kostenvermindering. De focus ligt nu erg op het goedkoper uitvoeren van de regels, o.a. met behulp van ict. Uiteraard is dat dan ook de werkopdrracht die ambtenaren van het kabinet hebben gekregen.
Internetconsultatie vind ik wel aardig van opzet. Gaat ook meer ‘per specifiek onderwerp’.
@4: Misschien zouden ze daar de voorgestelde regelingen van duimpjes kunnen voorzien. Winnen de “duimpjes omlaag”, dan scheelt dat weer de zoveelste regeling ;-)
We kennen wel een wetgevende macht, maar geen wetnemende macht. Wetgevers produceren wetten, daarom komen er wel wetten bij maar vallen er geen wetten af.
Er zou een wet moeten komen die bepaalt dat er alleen een nieuwe wet bij mag komen als er eerst een andere wordt afgeschaft.
@6: Dat wordt op meerdere manieren al in de gaten gehouden. Onder andere via de adviezen van de Raad van State en er is een toezichtscommissie die kijkt of er geen onnodige dubbelingen ontstaan (kan gebeuren als ministeries van elkaar niet weten dat ze met dezelfde regelgeving bezig zijn).
Overigens daalde van 2003 tot 2006 het totaal aantal geldende regelingen, om vanaf 2007 tot nu weer te stijgen. Ik kom daar een een nieuwe artikel nog op terug.