De aankondiging van de Jo Koster tentoonstelling trok mijn aandacht. Om deze te zien trok ik voor Kunst op Zondag naar Museum Gouda. Mijn kennismaking met dit museum was een weerzien met het werk van Koster(1868-1944). Ik zag haar werk voor het eerst in de tentoonstelling ‘Vrouwen Palet, 1900-1950’ (Kunsthal, december 2022) Haar zelfportret (met een ooglapje) viel op tussen de zelfportretten van haar collega schilders. In de tentoonstelling Jo Koster, kunstenaar leer je Koster beter kennen. Op naar Gouda.
Catharina Gasthuis
We bereiken het museum via de sfeervolle binnentuin. Museum Gouda is in 1874, ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan van Gouda, opgericht als het Stedelijk Museum van Gouda. Voor de basis collectie brachten de inwoners hun ‘dierbaarste schatten’ naar het nieuwe museum. De gedoneerde objecten hadden allemaal een verbinding met de geschiedenis van Gouda. In 1947 verhuist de collectie naar de huidige locatie het Catharina Gasthuis. Naast de museumzalen zijn er verschillende ruimtes waar je de geschiedenis en de functie van het voormalige gasthuis ziet. Zo zagen wij de Goudse stadsapotheek en de Chirurgijnsgildekamer.
Veelzijdige collectie
De collectie van Museum Gouda is mede door haar oorsprong zeer divers: van 16e-eeuwse altaarstukken tot 19e-eeuwse schilderijen uit de Artzeniuscollectie (Haagse School/School van Barbizon). Op de zolderverdieping kun je een collectie Gouds plateel zien. Hier staan verschillende voorwerpen van de zes belangrijkste Goudse aardewerkfabrieken: Plateelbakkerij Zuid-Holland, Goedewaagen, Ivora, Zenith, Regina en Flora.
Naast aardewerk en een grote collectie kleipijpen omvat de museumcollectie schilderijen van onder andere Isaac Israëls (1865-1943), Willem Tholen (1860-1931), Pieter Pourbus (ca. 1523-1584), Odilon Redon (1840-1916) en Charles-François Daubigny (1817-1878). Naast de vaste collectie organiseert het museumteam jaarlijks verschillende tijdelijke tentoonstellingen. Dit najaar zijn dat naast Jo Koster, kunstenaar; Edith, een gewoon Gouds meisje en Ongehoord, verzamelde vrouwen.
Wie is Jo Koster?
Jo Koster is in 1868 in Kampen geboren, haar moeder is Catharina Antoinetta van Veen en haar vader Johannes Petrus Koster, kapitein-kwartiermeester in het leger. Na de middelbare school volgt Jo in Amsterdam van 1885 tot 1888 de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers. Daarna verhuist ze naar Rotterdam voor een vervolgstudie aan de Rotterdamse Academie (1888-1892). Ze geeft ook twee jaar les aan deze academie en krijgt in 1894 de Koninklijke Subsidie voor Vrije schilderkunst waarmee ze in Brussel lessen volgt bij Ernest Blanc-Garin (1843-1916). Na Brussel volgt Parijs voor twee vervolgstudies, een aan de Académie Julian en een aan de Académie Colarossi. Naast schilder is Koster, graficus en tekenaar.

Jo Koster schilderde ansichtkaarten voor familie en vrienden, zoals deze een nieuwjaarsgroet (Staphorst,1913) © foto Wilma Lankhorst.
Jo Koster en Staphorst
In 1902 komt ze terug naar ons land en zet ze in Zwolle een eigen teken- en schilderklas op. Al haar woon- en werkfasen worden in de tentoonstelling toegelicht en daarbij worden werken van Koster en tijdgenoten getoond. Naast haar werk in Zwolle, bezocht Koster de kunstenaarsdorpen Laren en Staphorst. Koster voelt zich in Staphorst thuis vanwege de rust en het landschap. Ze komt twintig jaar lang, bijna jaarlijks naar Staphorst en bouwt ze een hechte band op met de Staphorster bevolking. Koster schildert hier vooral de arbeid op het land en de boereninterieurs. Ze heeft grote belangstelling voor het dorpsleven, de verbondenheid tussen de mensen en de kleurige klederdracht.
Het schilderen van portretten is een belangrijke
inkomstenbron voor Jo Koster. Haar portretten van de society in
academische stijl, met veel aandacht voor de stofuitdrukking zijn erg populair.
Kunst als beroep
Tijdens haar studie aan de academie in Rotterdam heeft Koster als enige student een eigen atelier. Ze schildert hier vooral portretten. Nadat de academie haar een baan aanbiedt, kan ze in haar eigen onderhoud voorzien. In de tentoonstelling leer je een Koster kennen die steeds nieuwe indrukken wil opdoen én nieuwe schildertechnieken wil ontdekken en leren. Haar stijl verandert in de loop van de jaren en varieert van impressionistisch tot post impressionistisch tot pointillistisch. Ze verkent ook het werk van Van Gogh. Koster is avontuurlijk en rijdt met haar eigen auto, soms met haar schildervriendinnen Tjitske van Hettinga Tromp of schilder Sara van Heukelom (1885-1963) door Europa. Ze woont steeds korte periodes in Zwitserland en Italië. In Italië werkt ze met Wim Schuhmacher samen in San Gimignano. Naast schilderen verdient ze geld met het maken van reisverslagen.
Vriendenkring van Jo Koster
Koster heeft veel vriendinnen met vooruitstrevende ideeën. In de tentoonstelling maak je onder andere kennis met Marie Jeanette de Lange (1885-1923). De Lange is voorzitter van de Vereeniging voor verbetering van Vrouwenkleeding. Zij pleit onder andere voor de afschaffing van het korset. Als bij Koster eind 1943 kanker wordt vastgesteld ontfermt ook de familie van vriendin Lidy van Spengler zich over haar. In het Spengler-familiehuis in Heelsum (bij Renkum) overlijdt Koster tijdens een logeerpartij in april 1944.
Jo Koster, kunstenaar, is nog tot en met 4 januari 2026 te zien in Museum Gouda. Kijk hier voor de details. MK=geldig. Gebruik de gratis audio en geniet van de verhalen die Noraly Beyer je vertelt.
Bekijk hier de uitzending van het AVRO TROS programma Nu te zien, 12 juni jl. nog eens terug.
Ongehoord, verzamelde vrouwen
Ook heel boeiend is de tentoonstelling Ongehoord, verzamelde vrouwen. Het team van Museum Gouda neemt je mee in zes eeuwen geschiedenis door de ogen van vrouwen. Ze hebben hiervoor ruim 30 ijkpunten uit de collectie van het museum geselecteerd. Ruim. IJkpunten die de voortdurende golfbeweging van emancipatie markeren. Vaak zijn deze verhalen, vergeten of verborgen. Nu worden ze in Gouda doorverteld in ‘Ongehoord, verzamelde vrouwen’.
Weinig tastbare sporen
Door de eeuwen heen hebben vrouwen altijd een belangrijke rol gespeeld, ondanks de beperkte erkenning voor hun werk of inzet. In de vroegmoderne tijd hadden vrouwen in alle lagen van de samenleving aanzienlijke zelfstandigheid. Helaas hebben ze maar weinig tastbare sporen nagelaten waardoor er een scheef beeld is ontstaan. De positie van de meeste vrouwen werd in het verleden vaak verbonden aan die van haar man. Zo worden vrouwen in de archieven meestal omschreven als huisvrouw, echtgenoot, moeder of dochter van… .
In de jaren na de Franse Revolutie van 1789 en tijdens de Verlichting, krijgen vrouwen tijdelijk wat meer ruimte. In de 19de eeuw volgt een conservatieve tegenreactie. Vrouwen worden weer (terug) naar de huiselijke sfeer verbannen. Deze ongelijkheid duurt tot het einde van de 19de eeuw. Dan steekt het verzet de kop en op de eerste tastbare emancipatiebeweging wordt zichtbaar met als resultaat: vrouwenkiesrecht.

In de laatste zaal wordt het verhaal verteld van Josine Bruyn-Kops © collectie Museum Gouda © foto Wilma Lankhorst.
Emancipatiegolven
In het interbellum, de jaren tussen de twee wereldoorlogen lijkt er een andere tijd aan te breken. We zien vrouwen dringen door in de politiek, de wetenschap, muziek en literatuur. Tijdens de oorlogsjaren nemen de vrouwen het werk van veel mannen over die naar het front gaan. Maar als de vrede wordt getekend en veel mannen weer thuis komen, worden de oude rolpatronen weer hersteld. In de jaren vijftig worden vrouwen weer massaal terug naar het aanrecht gestuurd. De mannen en de media hechten aan het ideaalbeeld van de bevallige echtgenote. Je mocht werken tot je trouwde en tot 1957 waren vrouwen in ons land zelfs handelingsonbekwaam.
Eind jaren zestig volgt een tweede feministische golf. Josine de Bruyn-Kops (1940 – 1987) de toenmalige directeur van Museum Gouda heeft in deze periode een belangrijke rol gespeeld. In de tentoonstelling leer je dat zij de eerste museumdirecteur is die een feministisch beleid voert en werk aankoopt van vrouwelijke kunstenaars.
Ongehoord, verzamelde vrouwen is nog tot en met 2 februari 2026 te ontdekken in Museum Gouda. MK = geldig.
Edith, een gewoon Gouds meisje
De derde tentoonstelling is er een in het kader van de landelijke viering van 80 jaar vrijheid. In Museum Gouda wordt het verhaal verteld van Edith Beek (1934-1943). Samen met haar ouders en broer woonde zij in Gouda, ze ging hier naar de Casimirschool en had er vriendinnen. In 1941 worden Edith en haar broer van school gestuurd omdat ze Joods waren. Ze mochten, net als andere Joodse kinderen, niet meer naar de bibliotheek en niet meer naar het zwembad. De familie Beek vond een onderduikadres, maar ze werden verraden, weggevoerd en uiteindelijk vermoord.
Edith, een gewoon Gouds meisje (nog tot en met 26 oktober 2025). MK=geldig.
© tekst en foto’s Wilma Lankhorst.
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Museum Gouda, de genoemde kunstenaars en alle bruikleengevers.
Reacties (1)
Bedankt Wilma, voor deze interessante achtergrondinformatie. Mooie en (h)eerlijke verhalen om de zondag mee te beginnen!