Net op het moment toen ik me afvroeg of ik nog ging werken, of toch nog maar wat webloggen, danwel voor de buis hangen werden mij al deze keuzes ontnomen door Nuon.
Van twee hoog bekeken leek mijn straat een gevaarlijk donker ravijn waarin beneden allerlei gespuis en wilde beesten in de regen rondschurkten. De zielige lichtstraaltjes van zaklampen konden daar, net als die ene politie-auto, weinig aan veranderen. In de verte gilde een negerin was het: moord, verkrachting of hysterie?
Mijn mesjokke overbuurman, die doorgaans in jurken vloekend en tierend over straat gaat, stond nu met een gotische kaars op zijn balkon: ‘boeeh boeeh’ te roepen. Ook hij had er duidelijk schik in.
Gezellig bij kaarslicht fantaseren of dit nu een aanslag van Al Qaeda was. Hoorde ik ze daar niet al schieten verderop? En wat te doen als dit altijd zo bleef; eigenlijk wel weldadig rustig. Helaas duurde dit alles veels te kort.
Een uur later kon ik bij Nova burgervader Cohen alweer zien. Willem Lust corrigeerde Cohen: het was namelijk niet ‘vervelend’ dat de burgers niet bereikt konden worden met radio en tv, het was ‘rampzalig’.
Reacties (10)
Zozo, onze Carlos doet een poging tot het schrijven van literatuur!
Verborgen talenten de Bouvrie,
wilt u soms ook op de mailinglist van
mijn persoonlijke erotische gedichten ?
O ja! dat lijkt me dolletjes!
ik heb ook nog een erotisch gedicht:
Laat maar horen, paardje van me!
oh, wat is mijn aars toch bruin,
je doos is zo ruim,
daarom mijn cum als schuim,
en die spuit ik hard in je pruim.
Briljant! Absoluut briljant! Ik krijg er tranen in mijn ogen van.
Dat zijn zeker tranen met een hoge viscositeit die zo heel langzaam naar beneden glijden, als een zonsondergang op een onbewoond eiland
Ik zei tegen dat getuig:
Buig en neem mijn jonkheer tot de huig,
Maar die hoer dat zo ruig,
Dat mijn voorhuid rood is door dat lurkende gezuig
Of deze klassieker:
“…En die puinhoop hier is nog niets vergeleken bij de staat van mijn hersens. Ik stel die spuithoer iets voor, maar wat denk je ze weet nog iets veel perversers.
En ik laat het met me doen, in ruil voor een echte zoen. Een echte zoen in al zijn eenvoud. Dat is het enige dat me hier nog op de been houdt…”