De politiek dichter bij de burger brengen, dat moest het vertrouwen in de politiek en overheid weer vergroten, want dat dat vertrouwen er niet meer was, was met de opkomst van Fortuyn wel duidelijk. De ?oude politiek? was Haags, introvert, complex en vulde vooral eigen zakken. De man achter de toonbank en de vrouw in de straat voelde zich niet meer gerepresenteerd. De kiezer wilde iets anders op de politieke agenda en dat hebben de politieke partijen geweten ook.
Vier jaar na de Fortuyn-revolutie zijn de partijen nog steeds stuurloos. Politici willen graag weten wat de kiezer wil en zijn meer ?in het land? te vinden dan ooit, burgerinitiatieven zijn mogelijk, een minister van bestuurlijke vernieuwing gecreëerd, een burgerforum ingesteld dat deze minister moet adviseren. Tegelijkertijd lezen we op verschillende weblogs (al dan niet in de reactiepanelen) op websites van kranten (Telegraaf, AD) en weekbladen (Elsevier, HP) en in de ingezondenbrievensectie van dagbladen dat ?men? vindt dat Tweedekamerleden meer moeten vergaderen dan drie dagen per week, dat politici zakkenvullers zijn en dat er geen binding is met het ?gewone volk?.
Iedereen heeft altijd en overal, direct en zonder kennis van zaken, een mening, wil die mening ventileren en verwacht dat zijn mening onverkort door de politiek wordt overgenomen. Het valt op dat iemand, wiens mening niet wordt onderschreven door één of andere partij, geen vertrouwen in de politiek heeft wat in gelijke mate ook geldt voor het vertrouwen in de rechtstaat.
De politiek wordt daar helaas door beïnvloed. Ook politici dienen tegenwoordig altijd en overal, direct en (soms) zonder kennis van zaken een mening over te hebben, daarmee vaak voorbijgaande aan de inhoudelijkheid en positie van hun vak in de democratie. Men is erin geslaagd om met spoeddebatten in te spelen op de actualiteit, maar er wordt te weinig beseft dat actualiteit niet altijd relevant hoeft te zijn voor de Tweede Kamer. Een TBS?er die ontsnapt is nieuws en natuurlijk is men erover verontwaardigd, maar waarom worden er per ontsnapte TBS?er kamervragen gesteld of een spoeddebat aangevraagd? Natuurlijk is het vervelend als een Nederlandse marinier (Eric O.) iemand dodelijk verwond heeft, zeker als die marinier daarna vervolgd wordt door het OM, maar moet dat in de Tweede Kamer besproken worden als de zaak nog onder de rechter is?
De rol van de media is pivotaal: teruglopende krantenoplages en felle concurrentie in televisieland dwingen de media ertoe te proberen de aandacht op zich te vestigen. In dit meningentijdperk gaat dat gepaard met oneliners en soundbites. Een politicus die zijn visie (bepaald niet rechtdoorzee) voor de toekomst wil uitleggen is niet populair want dat kost teveel tijd en publiek.
Daardoor gaan de verkiezingen van dit jaar vooral over poppetjes, peilingen en hoe die peilingen invloed hebben op de afzonderlijke campagnes. Inhoud is onbelangrijk geworden, maar we hebben het zelf gewild. Ik introduceer voor deze vorm van (interactie tussen publiek en) politiek de term doxocratie, het regeren van de mening. Hoogleraar politicologie De Beus zegt vandaag in de Volkskrant: ?Je moet Fortuyn nageven dat hij de belangstelling voor de politiek heeft aangewakkerd. Nu gaat het debat over de prijs van andijvie.?
Reacties (11)
“oneliners en soundbites”. Gepraat met Pechtold?
De politieke emancipatie van de idioot, zo noem ik het.
@Spuyt: Ik zag het tot mijn stomme verbazing staan in het antwoord van Pechtold. Blijft D66 dus toch het redelijk alternatief en kampioen vrijzinnigheid.
Overigens denk ik dat het breder is dan alleen politieke emancipatie. Ik moet tijdens spreekuren ook alle zeilen bijzetten om mensen te overtuigen, want ze hebben hun eigen ideeën over geneeskunde. En op enig moment moeten mensen toch kunnen accepteren dat dokters, politici en rechters betaald worden voor hun expertise die ze niet in één dag hebben opgedaan.
@Roy. Dat laatste vind ik iets goeds. Veel mensen gaan op zoek op het Internet en vragen zich terecht af of de dokter het wel bij het goede eind heeft. Zeker als je een (chronische) ziekte hebt weet je het uiteindelijk gewoon beter dan de arts. Die kan zich namelijk niet zo concentreren op een detail.
“Ik moet tijdens spreekuren ook alle zeilen bijzetten om mensen te overtuigen, want ze hebben hun eigen ideeën over geneeskunde.”
Maar ook dat zouden we zelf gewild hebben als ik de neo-conservatieven (ex-liberalen en christendemocraten) moet geloven. De burger schijnt mondig te zijn en zijn eigen boontjes te willen doppen. Of hebben we te maken met specifieke mondigheid…
@Spuyt: het is ook wel goed dat mensen geïnformeerd zijn, maar dat ze het uiteindelijk beter weten dan de arts is grote onzin. Mensen met chronische ziekten weten inderdaad wel veel van hun ziekte, maar dan wel toegespitst op hun eigen situatie. Het overzicht, de uitzonderingsgevallen, de interacties, de farmacologie; ik denk niet dat patiënten daar meer van weten dan dokters. Vergeet trouwens ook niet dat we in Nederland behoorlijk gesubspecialiseerde dokters hebben, die zich juist concentreren op detail.
Het mooiste voorbeeld is natuurlijk de patiënt met pijn in zijn onderrug. Tegenwoordig wil elke patiënt direct een MRI, “ik heb namelijk een hernia, dokter”. Dan mag iemand mij komen vertellen wie het dan beter weet.
Wat mij betreft zijn mensen mondig en goed geïnformeerd, maar er moet wel respect blijven bestaan voor de professionele autonomie van de vakman. Het is tenslotte ook niet zo dat ik de buschauffeur de route ga vertellen, omdat ik vind dat hij verkeerd rijdt.
Nogmaals, mondigheid is niet verkeerd, maar mensen moeten wel in de gaten hebben wanneer ze mondig kunnen zijn.
@1 Ik zou het eerder “emancipatie van de ego” willen noemen. Ook minder domme mensen gedragen zich zo, maar de tendens lijkt meer te zijn dat je je ego mag/moet laten gelden. Of dat nu in je SUV, bij de dokter of in andere omgangssituaties is.
@3 Mmmhhhh. Ik ben geen arts, maar in mijn professie kun je je ook dood ergeren aan mensen (leken) die het beter denken te weten. Gevaar is dat mensen selectief hun internet-mening bij elkaar sprokkelen. Dat zie je ook in de politiek
Een flink specifieke mondigheid. “De overheid moet zich niet met ons bemoeien”. “Maar waarom voeden ze onze kinderen niet goed op, waarom beschermen ze mijn luizenbaantje niet?”.
Het toch-niet-zo-welbegrepen eigenbelang.
@prometeus, dank voor je pleidooi voor de vakman.
Overigens wil jij het fenomeen “emancipatie van de ego” noemen, Ad Verbrugge zou het belevingssolipsisme noemen:
“mensen reageren tegenwoordig vooral heel sterk vanuit hun eigen gevoel. Noem het doorgeslagen democratisering. Mensen zijn zo overtuigd dat ze hun eigen stem moeten laten horen, dat ze in bepaalde situaties niet erkennen dat de andere partij meer kennis of gezag heeft. Wat dat betreft zijn het net kleine kinderen: als wat ze willen niet meteen gebeurt, proberen ze het op een of andere manier af te dwingen.”
@7 Om het nog iets dichter bij de burger te brengen: “er moet minder moeilijk worden gedaan over vergunningen!”
…
“…tenzij mijn buurman een dakkappel wil die mijn zonlicht wegneemt.”
Hedendaagse wijsheid: je moet jezelf vooral niet tekort doen. De samenleving/baas beloont mensen die zichzelf profileren (al dan niet terecht). Mondigheid is het credo.
Inhoud van mensen, partijen of consumptie doet er nog maar weinig toe. Marketing daar wordt alles op afgerekend.
Aangezien alles op deze wijze wordt beinvloed zijn we misschien wel aan het fundament van onze samenleving (onderling vertrouwen) aan het tornen.
@9, 10: het welbegrepen eigenbelang. Maar dan ook altijd het eigenbelang, een sublimatie van de perverterende consumptiemaatschappij. Een systeem waarbij mensen gevangen zijn in een aanbodgestuurde economie, terwijl ze het idee hebben vrij te zijn in een vraaggestuurde economie.
Of is dat iets teveel cultuurpessimisme in twee zinnen?
Maar om dat weer toe te spitsen op de politieke werkelijkheid van dit moment: er was op enig moment vraag naar bepaalde zaken in de politiek. De politieke partijen hebben hun aanbod aangepast aan die vraag, waardoor er nu feitelijk weinig te kiezen is. En dat hebben we kunnen zien aan een tamelijk bloedeloze campagne, waarin het meer ging over opiniepeilingen dan over langetermijnideeën.