1.
Toen we voorstelden om een kerstboom te gaan uitgraven in het kerstbomenasiel, zoals we ook de afgelopen twee jaar hadden gedaan, protesteerde onze dochter van zeven. Ze wilde een ‘neppe kerstboom’.
            ‘Maar we graven altijd zelf onze kerstboom uit,’ zei mijn vrouw.
            Mijn vrouw wil graag gezinstradities uitvinden. Dat lijkt haar fijn voor de kinderen. Het klinkt tegenstrijdig, tradities uitvinden, maar antropologen hebben ontdekt dat veel van onze tradities eigenlijk recente uitvindingen zijn waarvan we vervolgens doen alsof ze al eeuwenlang bestaan. Het enige dat mijn vrouw doet is het tempo wat opvoeren. Twee jaar een boom uitgraven wordt dan “altijd” een boom uitgraven.
            We vroegen onze dochter om te onderbouwen waarom ze een voorkeur had voor een nepboom.  Dan kunnen we bepalen met welk argument we haar voorstel humaan konden laten inslapen. Tot onze verbazing volgden er vijf steekhoudende argumenten. Uitsmijter: het is beter voor het milieu. Mijn vrouw keek mij vragend aan, wachtend tot ik het spuitje zou zetten in het voorstel.
            Maar ik knikte weemoedig: een nepboom zou waarschijnlijk beter zijn voor het milieu. 

2.
We reden naar het kerstbomenasiel, een perceel waar de bomen staan die je zelf mocht uitgraven. Afgedankte en beschadigde exemplaren stonden hoopvol in de houding terwijl gezinnetjes keurend langs de rijen dwaalden tot ze hun eisen genoeg hebben bijgesteld om een klein gebrek te vergeven – grote kale stukken, een kromme stam of takken die zich vooral aan de bovenkant van de boom concentreerden.
            Ik deed alsof de kinderen inspraak hadden. Ze werden vooral aangetrokken door extremen – de grootste, dikste, kromste, kaalste boom op het perceel.
            Steeds wezen ze eentje aan en dan zei ik: ‘Die? Weet je het zeker? Oké, goed dan. Doen we die. Laten we voor de zekerheid nog even daarachter kijken.’ Twee rijen verderop waren ze hun keuze alweer vergeten.
            Opvoeden bestaat in belangrijke mate uit het exploiteren van de zwakheden van je kinderen.
            Uiteindelijk werd het boom met een eetstoornis. Een lange graat met iele, korte takjes—model kapstok. Het was een aandoenlijk exemplaar dat me ontroerde juist door zijn lelijkheid. Ik realiseerde me: alle doorslaggevende argumenten van mijn dochter zouden tevergeefs zijn. Tegen de ontroering van een man op middelbare leeftijd is geen kruid gewassen. 

3.
Kerstmis met mijn ouders betekent ook: cadeautjes. Op mijn verlanglijstje stonden oplaadbare batterijen en een rol duct tape. Ik kreeg de duct tape. Het bijbehorende gedicht uitte enige kritiek op het nogal banale karakter van mijn verlangens. Mijn vrouw was het met de kritiek eens. Zelf had ze een kleine ovenschaal gevraagd, dat vond ze wezenlijk geschikter. Het maakte me niet uit. Ik was blij met mijn rol duct tape.

4.
Op oudjaar was de oudste dochter, die van zeven dus, ineens verontwaardigd dat ze geen rotjes mocht afsteken. De sterretjes die mijn vrouw had meegenomen hoonde ze weg: ‘Babyvuurwerk.’
            Het woord rotjes was nooit gevallen, laat staan dat we ze hadden kunnen weigeren.
            Ik had van mijn leven nog nooit vuurwerk gekocht, uit weerzin en ook een beetje uit angst. Dat laatste voelde als een restant uit mijn kindertijd, een mythisch ontzag voor het geweld ervan, mede gevoed door de campagnes waarin mensen met ontbrekende ledematen je wezenloos aangaapten, alsof ze door een monster waren aangevroten. De kinderangst heeft kunnen voortbestaan bij een gebrek aan ervaring uit eerste hand.
            Mijn vrouw koestert evenmin enige genegenheid voor vuurwerk. Maar we veinsden beide de nonchalance van een volwassene.
            Tien minuten nadat het woord rotjes gevallen was, stond ik met mijn dochter in een bunkerachtig zaaltje waar vuurwerk werd verkocht. Er schalde luide muziek door de ruimte. Op een groot scherm zagen we een DJ en een kolkende mensenmassa. Door het lawaai kon ik discreet met mijn dochter overleggen over de gewenste aanschaf. Ik vond een bestelformulier, maar de term ‘rotjes’ kwam er niet op voor. Alleen aanduidingen als “Army Tank Large” en “Ego Tripper”. De gedachte dat ik de een van de getatoeëerde mensen achter de kassa’s zou moeten vragen of ze ook rotjes hadden, vond ik ronduit intimiderend.
            Het formulier had een rubriek ‘kindervuurwerk’. Ik liep met de lijst naar de kassa en wees aan: “Vicious Six”. Toen vroeg ik wat het precies was. Het bleken vuurpijlen te zijn.
            Ik vroeg aan mijn dochter of ze misschien vuurpijlen wilde in plaats van rotjes. Tot mijn opluchting knikte ze enthousiast.
            ’s Avond was het dan zover. Ik zou de eerste pijl aansteken, daarna mocht onze dochter.
            Met het aangestoken lont naderde ik de wijnfles waarin de vuurpijl klaarstond voor vertrek. Ik hield het aanmaaklont tegen de ontsteking. Er gebeurde niets. Ik blies het lont aan. Weer niets. Ik liep naar binnen, nam een kaars mee naar buiten, stak het lont nog eens aan, beschermde het vlammetje met mijn hand en bracht het zo naar de vuurpijl. Tien, twintig seconden hield ik het tegen het lont. Niets. Om rustig te kunnen nadenken, ging ik enkele meters verderop staan. Inmiddels had ik verschillende keren het lont tegen de ontsteking gehouden. Dit leek me niet de bedoeling, waardoor de vuurpijl nu was omgeven door een grimmig aura van onberekenbaarheid.
            Ik liep opnieuw naar binnen en bestudeerde de vijf resterende pijlen van de Vicious Six. Toen ontdekte ik dat het rode uitstekende puntje aan de onderkant van de pijl niet de ontsteking was, maar een beschermkapje voor de ontsteking.
            Kort daarna ging de eerste pijl de lucht in.
            Met veel moeite haalde ik mijn dochter over om de tweede pijl samen aan te steken. Toen deze de lucht in ging en met een bevredigende hoeveelheid geweld tot ontploffing kwam, keek ik achterom om haar verheugde kindergezichtje in mijn geheugen op te slaan. Maar ze stond met de rug naar me toe, haar handen over de oren en zo ver voorovergebogen dat haar neus bijna haar navel raakte.
            De vier resterende pijlen observeerde ik in mijn eentje, alsof ik ze voor mezelf had gekocht. Het voelde als een mijlpaal, dat viel niet te ontkennen.

 5.
Eerder op oudjaarsdag was mijn vrouw even bevangen door de melancholie. Ze zou hapjes maken voor bij de films die we gingen kijken, te beginnen met de originele versie van Sjakie en de Chocoladefabriek, en vroeg ons om menusuggesties. De kinderen en ik besloten alle terughoudendheid te laten varen en stelden frietjes voor. Dat bleek niet het goede antwoord—omdat het geen hapje was, als ik het goed begrepen heb.
            Het duurde even voordat ze zichzelf weer opgericht had. ‘Ik ben gewoon niet goed in tradities verzinnen,’ concludeerde ze somber.

Reacties (7)

#1 frankw

Wat * een * prachtig * verhaal !

  • Volgende discussie
#2 HansR

Een Simon Carmiggelt-achtig stuk dat me weer doet herinneren dat echte Hollanders über-watjes zijn.

Grappig maar ik ben dit klein Hollands leed toch wel voorbij. Reve of Carmiggelt, het is allemaal dezelfde ellende. Bijzaken die hoofdzaken worden en dan nog in zinnen worden opgeschreven.

Snikken en grimlachjes.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Yevgeny Podorkin

Met een kunstboom ben je pas na een jaar of 17 jaar groener bezig hè…

We slepen ieder jaar 3 miljoen kerstbomen in huis. Ik denk dat als je alleen al de Kerst zou afschaffen je ruimschoots aan de Kyoto- doelstellingen kan voldoen (kilo’s vlees, ballen, spuitbussen kunstsneeuw aluminium slingers en andere parafernalia).

Ik zit te denken aan een forse Kersttax.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Bismarck

@3: Zie hoe moeilijk men op een zogenaamd “groen” blog al doet over iets overduidelijk milieuvervuilends en totaal zinloos als vuurwerk en weet hoe onbereikbaar je belastingplan is.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Sil.

Een man heeft maar 2 dingen nodig in zijn leven.
WD-40 om dingen aan de gang te krijgen en duct tape om ze weer te stoppen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 HansR

@5:

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 Paul Teule

Eindelijk, bijzinnen is weer terug!!!

  • Vorige discussie