Vice Versa

91 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Foreign and Commonwealth Office (cc)

Humanitaire crisis in Syrië: ‘hulp schiet aan alle kanten tekort’

ACHTERGROND - Dat de humanitaire crisis die zich in Syrië voltrekt betrekkelijk weinig aandacht weet te trekken van de internationale gemeenschap vindt Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling, onbegrijpelijk ‘We hebben het over zo’n twee miljoen vluchtelingen’, stelt ze. ‘Maar dit is een grove onderschatting, want hieronder vallen slechts de mensen die zich als zodanig hebben geregistreerd, het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk veel hoger’. Ook heeft deze telling van twee miljoen slechts betrekking op de mensen die het land uit zijn gevlucht. ‘Het grootste aantal vluchtelingen zijn mensen die binnen Syrië zelf hun woonplaats zijn ontvlucht, de zogenaamde ontheemden. Hierbij praat je over minstens 4,25 miljoen mensen’, aldus Ceelen.

Gebrek aan herkenning

In totaal gaat het dus om minimaal 6,25 miljoen mensen, een zeer omvangrijk aantal. Waarom is hier niet meer discussie en berichtgeving over? ‘De herkenbaarheid is minder groot’, verklaart Ceelen. ‘Tijdens de tsunami werden er gebieden getroffen waar we veel meer feeling mee hadden, gebieden waar wij op vakantie gingen, landen en bevolkingsgroepen waar wij aansluiting mee hebben. Dat is nu veel minder het geval.’ Daarnaast lijkt het ook de aard van het conflict te zijn, die voor minder compassie zorgt. ‘Traditioneel gezien zijn we minder geneigd geld te geven aan slachtoffers van oorlog en geweld, dan bijvoorbeeld aan slachtoffers van natuurrampen. Natuurgeweld wordt gezien als iets waar niemand iets aan kan doen, en waar dus per definitie onschuldige mensen getroffen worden’, zo verklaart Ceelen. ‘Bij oorlogsgeweld mist dit aura van onschuld, met name in een onduidelijke oorlog zoals deze, waar slecht te beoordelen is wie de goede partij is en wie foute.’ Een andere oorzaak voor het gebrek aan compassie ligt in het moslimextremisme in deze oorlog. ‘Dat vinden we doodeng’, aldus Ceelen.

Foto: Monash University (cc)

Ewout Irrgang gaat Afrikaanse gezondheidszorg hervormen

INTERVIEW - Vorige week werd bekend dat Ewout Irrgang een nieuwe baan had gekregen bij de ontwikkelingsorganistie PharmAccess. Een opmerkelijke move voor een voormalig SP-Kamerlid om bij een dergelijk privaat initiatief te werken? Vice Versa sprak met Irrgang over zijn beweegredenen.

PharmAccess is een publiek-privaat samenwerkingsverband dat zich inzet voor betaalbare gezondheidszorg van goede kwaliteit. In 2010 ontving de organisatie de G-20 prijs voor innovatieve ontwikkelingsprojecten. De organisatie is onder meer bekend van het Health Insurance Fund, dat ziektekostenverzekeringen regelt in Afrikaanse landen. Vanaf 1 september treedt Irrgang in dienst en op 1 januari 2014 zal Irrgang in Dar es Salaam technisch directeur worden van het PharmAccess kantoor aldaar. Een hele overstap, erkent Irrgang. ‘We gaan verhuizen, mijn vrouw, 2 kinderen  – waarvan er één pasgeboren is – en ik. Dat is spannend en uitdagend, maar we gaan ervan uit dat het allemaal goed gaat en we er voorlopig zullen blijven.’

Hoe kwam bij PharmAccess terecht?

‘Via het Meerpartijeninitiatief HIV/Aids, waar ik voorzitter van was,  kwam ik in aanraking met het werk van PharmAccess en dat sprak me aan. Pharmaccess was oorspronkelijk bedoeld voor aidsprogramma’s en nog steeds hebben we daar programma’s voor lopen, zoals bij het Tanzaniaanse leger, de politie en gevangenissen waar 15.000 mensen een behandeling voor HIV/Aids krijgen. Er was niet een specifieke vacature, maar we zijn met elkaar in gesprek geraakt en zodoende heb ik deze baan gekregen. Ik vind het leuk dat ik hierbij mijn financiële belangstelling kan combineren met mijn betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking. Daar past PharmAccess uitstekend bij.’

Foto: Goya Bauwens (cc)

Verkeer wordt grotere killer dan HIV/AIDS en malaria

ACHTERGROND - Als de huidige trend doorzet, zullen verkeersongevallen in 2030 HIV/AIDS en malaria voorbijstreven als belangrijke doodsoorzaak in ontwikkelingslanden. Toch lijkt het alsof verkeersongevallen grotendeels genegeerd worden door ontwikkelingsorganisaties. De nadruk in ontwikkelingshulp ligt met name op gezondheidsrisico’s. Is het tijd voor verandering? Vice Versa sprak met Paul Wesemann, directeur van stichting Road Safety for All.

Wereldwijd komen jaarlijks 1,24 miljoen mensen om in het verkeer. De prognose is dat dit aantal in 2020 opgelopen zal zijn tot 1,9 miljoen en in 2030 tot 3,6 miljoen. Daarmee is verkeer tegen die tijd een grotere doodsoorzaak dan HIV/AIDS en malaria, waar jaarlijks 1,6 miljoen mensen aan sterven. Met name in ontwikkelingslanden is het probleem groot.

Van het totale aantal verkeersongevallen vindt vijftig procent plaats in ontwikkelingslanden en maar liefst negentig procent van de totale fatale ongelukken vindt in deze landen plaats. Het verkeer wordt hiermee doodsoorzaak nummer vijf, zo geeft het onderzoek Global Burden of Disease van de World Health Organization’s (WHO) aan. Volgens het onderzoek zijn verkeersongevallen wereldwijd doodsoorzaak nummer één voor jongens en mannen in de leeftijdcategorie 15-29 jaar. In de leeftijd 30-40 jaar is het nummer twee, na HIV/AIDS. Voor vrouwen is het de vierde doodsoorzaak. Procentueel gezien verschillen de cijfers per land, waarbij het grootste risico te zien is in ontwikkelingslanden, en dan met name voor jongere generaties.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-11-2022

Campagne belastingontwijking Oikos: The making of

INTERVIEW - ‘Yeahh! We gaan belasting betalen!’ en een lachende man op de achterbank van een limousine: deze ongebruikelijke campagne van Oikos is de afgelopen weken al enkele malen opgedoken in de media. Wat is het verhaal hierachter? Vice Versa sprak met de makers: Rogier van der Weijden, Communicatie & PR bij Oikos, en het creatieve team Judith Madigan en Mark van Luyk van BrandOutLoud.

NRC Media heeft de derde editie van de NRC Charity Awards ingezet, waar een record van 240 goede doelen zich voor hebben ingeschreven. De vakjury heeft inmiddels een selectie van 24 campagnes gemaakt voor de vakjuryprijs. De campagne van Oikos en BrandOutLoud is één van de genomineerden.

Het doel van de campagne van Oikos is het aan de kaak stellen van belastingontwijking door grote multinationals. Voor burgers is het de normaalste zaak van de wereld om de blauwe enveloppe te ontvangen, maar onder grote multinationals lijkt een andere norm te leven. ‘Ontwikkelingslanden lopen jaarlijks minstens 460 miljoen euro aan belastinginkomsten mis via brievenbusmaatschappijen in Nederland’, blijkt uit het rapport De Nederlandse Route, Hoe arme landen inkomsten mislopen via belastinglek Nederland (pdf) van Oxfam Novib. Dit rapport kwam tot stand op basis van onderzoek van Oikos en SOMO. Oikos heeft de uitkomst van dit onderzoek aangegrepen voor de campagne, waarbij mensen online bedrijven kunnen aansporen tot het eerlijk betalen van belasting. Op de site van Oikos kun je rechtstreeks berichten sturen naar multinationals.

In het gesprek met de drie makers wordt al snel duidelijk dat er een creatieve kruisbestuiving heeft plaatsgevonden. Madigan en van Luyk praten vol enthousiasme over het onderwerp belastingontwijking, terwijl Van der Weijden uitweidt over het creatieve proces. Het wordt een prettig chaotisch gesprek met haperende internetverbindingen (‘Wacht even, dan zet ik even de deur open, dan is de verbinding beter!’) en een hoop energie. ‘We hebben echt kunnen knallen, de samenwerking was een perfecte match.’

Foto: drsno (cc)

Tips voor een succesvol ontwikkelingsbeleid in Jemen

ACHTERGROND - Jemen komt, zoals ook vorige week het geval was, vaak in het nieuws vanwege terrorisme of ontvoeringen van buitenlanders. Wat men misschien niet weet is dat Nederland al ruim 30 jaar actief meewerkt aan de ontwikkeling van het land en als ‘sadiki’, oftewel vriend wordt beschouwd. Vice Versa sprak met ervaringsdeskundigen die al geruime tijd in het land actief zijn en kreeg tips voor een succesvol ontwikkelingsbeleid in Jemen.

Jemen is als fragiele staat één van de vijftien partnerlanden van Nederland. Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa) investeert in de periode 2012-2015 in totaal ruim 80 miljoen euro, waarvan het meeste in seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en watermanagement. Het land kent de hoogste bevolkingsgroei in de regio, maar tegelijkertijd de laagste waterproductie in de wereld en de toch al slechte oliewinning is door de onlusten van de Arabische Lente verder achterop geraakt. Na de protesten staat het land sinds 23 november 2011 onder leiding van de voormalige vicepresident Abd Rabbuh Mansur Hadi.

Waar Hadi kampt met een tekort aan primaire levensbehoeftes als water en olie, heeft het van de ex-dictator Saleh een politiek systeem geërfd gekenmerkt door uiteenlopende belangen tussen lokale, regionale en nationale regeringen en corruptie. Wat heeft Nederland op het gebied van ontwikkelingsbeleid in Jemen gedaan en hoe zou Nederland in het turbulente heden van toegevoegde waarde kunnen zijn?

Foto: Foundation Max van der Stoel (cc)

Cordaid bestrijdt armoede in Nederland

ACHTERGROND - Cordaid kondigde vorige week aan plannen te hebben om armoede in Nederland te bestrijden. Maar is armoedebestrijding hier niet een taak van de Nederlandse overheid? vroegen critici zich af, terwijl anderen de noviteit van deze aanpak in twijfel trekken. 

Cordaid kondigde dinsdag aan dat de organisatie zich in de toekomst gaat richten op het tegengaan van armoede en sociale uitsluiting in Nederland door lokale coöperaties te stimuleren die actief zijn in dit veld. In Arnhem-Nijmegen werkt een boerencoöperatie aan het opzetten van een coöperatieve “Groene en Sociale Versmarkt” en in Breda worden lokale coöperaties gesteund in het opzetten van kleine bedrijfjes. Met deze projecten wil Cordaid een bijdrage leveren aan de armoedebestrijding in Nederland. ‘De uitgaven van burgers stijgen, inkomsten worden instabieler, de druk op zelfontplooiing neemt toe en de samenleving wordt complexer. De overheid trekt zich tegelijkertijd terug en legt de verantwoordelijkheid bij de burger om problemen als armoede en sociale uitsluiting zelf te adresseren,’ aldus Cordaid over de motivatie voor deze nieuwe benadering.

Cordaid is al jaren actief op het terrein van armoede in Nederland, maar komt nu met nieuwe en innovatieve projecten om mensen te helpen weer ‘actief deel te gaan uitmaken van hun wijk, in hun eigen bestaan te kunnen voorzien en toegang te krijgen tot diensten en producten waarmee ze hun kosten kunnen verlagen,’ schrijven ze op hun website. De reden voor de vergrootte aandacht voor projecten in Nederland is volgens Cordaid dat de armoede in Nederland in de laatste twintig jaar sterk is toegenomen, van 4% tot meer dan 10%.

Foto: Ferdinand Reus (cc)

Verkiezingen in Mali op oude voet

ANALYSE - Morgen zijn de eerste verkiezingen in Mali sinds de staatsgreep van maart 2012 en de Franse interventie begin dit jaar. Zijn de lessen geleerd en is Mali er klaar voor of blijft alles bij het oude? Manon Stravens, die vier jaar voor ICCO in Mali werkzaam was, blikt vooruit.

‘De mensen halen hun verkiezingspas op. Niet om te stemmen, maar uit nieuwsgierigheid, omdat het op een bankpas lijkt en de meesten hebben dat niet.’ De gebruikelijke spot van goede vriend Mo slaat digitaal nog altijd aan. De biometrische verkiezingspas NINA (nationaal identificatienummer), is geproduceerd door het – uiteraard – Franse bedrijf Morpho en is een primeur voor Mali. Gemaakt voor zo’n zeven miljoen Malinezen die dit weekend naar de stembus moeten gaan. Mooi pasje met een mooie naam. En vooral minder fraudegevoelig. Of het ding erin gaat slagen de gebruikelijke < 30% opkomst op te krikken en een legitieme, maar vooral veranderingsgezinde regering op het pluche te krijgen, is de grote vraag.

Naweeën

Mali staat in het teken van de snel naderende verkiezingen op 28 juli. Een eventuele tweede ronde is gepland op 11 augustus. De verkiezingen moeten de constitutionele orde herstellen na de uit de hand gelopen staatsgreep van maart 2012. Nog middenin de naweeën van de oprukkende rebellen en de Franse interventie van begin dit jaar, of ze staat alweer voor de volgende vuurproef. De nationale noodtoestand is er speciaal even voor opgeheven. Niet omdat er geen noden meer zijn, maar omdat het campagnecircus toch ooit van start moest kunnen gaan. De kandidaten hebben een schamele twintig dagen om een half onherbergzaam land, dertig keer zo groot als Nederland, door te toeren.

Foto: David Boudreau (cc)

Niet elke blaffende hond is een waakhond

ANALYSE - Het is de tijd van ‘de hondsdagen’, kondigen Jan Gruiters, algemeen directeur van IKV Pax Christi en Leon Willems, directeur van Free Press Unlimited aan. 

Op menig raam, voordeur of tuinhek hangt een bordje met een afbeelding van een vervaarlijk uitziende Dobermann, vergezeld van de waarschuwende boodschap ‘Hier waak ik’. Hoewel het bordje anders doet vermoeden, weet iedereen dat er acht van de tien keer een keffertje woont dat misschien best vervaarlijk kan aanslaan, maar dat als het er op aankomt banger is voor bezoekers dan zij voor hen. Soms huist er wel degelijk een angstaanjagend exemplaar, dat zich blaffend en grommend vertoont aan iedereen die zijn alleen maar territorium passeert. Weliswaar een plaag voor menig wandelaar, maar eigenlijk weet iedereen wel dat van dergelijke dolle viervoeters niets te vrezen valt. Waakhonden die écht serieus te nemen zijn, hun baas daadwerkelijk van dienst zijn door zich alleen -al dan niet letterlijk- vast te bijten in mensen die kwaad in de zin hebben, zijn doorgaans op één hand te tellen.

Vele maatschappelijke organisaties hebben als missie om in ontwikkelingslanden, in fragiele contexten en repressieve staten maar ook in hun eigen samenleving het beleid van overheden en andere machthebbers te volgen en te veranderen. Daarmee vervullen zij de zo cruciale rol van waakhond binnen samenlevingen. Zoals een echte waakhond het bezit van zijn eigenaar beschermt, zo bewaken deze organisaties de naleving van internationale normen die de menselijke waardigheid als grondslag hebben.

Foto: Christian van Elven (cc)

Spelregels van de Kamer

ANALYSE - Terwijl de Kamer met reces is, blikt Lieke Ruijmschoot terug op de Tweede Kamerdebatten over handel en ontwikkelingssamenwerking. Als buitenstaander probeert zij de ongeschreven regels van het spel te ontcijferen, en ontdekt dat er niet alleen universele, maar ook partijspecifieke regels zijn.

Ooit reisde ik met drie vrienden door China. Tijdens een lange treinreis besloten we de tijd te doden met een potje klaverjassen. Al gauw verzamelde een handvol Chinezen zich om ons heen, ongegeneerd op onze schouders leunend, druk met elkaar in conclaaf elke keer dat er een kaart werd gespeeld. Ze probeerden de spelregels te ontcijferen door onze zetten te analyseren – geen makkelijke opgave.

De afgelopen maanden voelde ik me bij het volgen van de Tweede Kamer debatten over ontwikkelingssamenwerking soms net zo. Als nieuwkomer moest ik geregeld om uitleg vragen aan mijn buren op de publieke tribune, of aan mede-twitteraars bij het volgen van een livestream. Ik probeerde me voor te stellen dat ik een onwetende Chinees bij me had, die ik de spelregels van het debat moest uitleggen.

Kamerjargon

Stap één is dat je je het taalgebruik een beetje eigen moet maken. Niet alleen de Kamerleden spreken elkaar, via de voorzitter, in de derde persoon aan, zelfs de minister gebruikt deze aanspreekvorm graag om naar haarzelf te verwijzen: ‘Voorzitter, zoals de heer Van Dijk heel goed weet, is de minister het op dit punt met hem eens.’ Dan het debatjargon. Een debat is ingedeeld in een eerste en tweede termijn, maar anders dan bij voetbal zijn dit geen twee gelijke helften maar biedt de kortere tweede termijn de Kamerleden de kans om op elkaars eerste termijn speeches, en de antwoorden van de minister, te reageren. Elke fractie krijgt een bepaalde hoeveelheid spreektijd, die ze onder de fractieleden kunnen verdelen, maar ook als gunst aan een andere fractie kunnen ‘geven’. Zo deelt VVD-Kamerlid Ingrid de Caluwé, die zich voor 100% op de agenda van hulp en handel stort, haar spreektijd en onderwerpen met fractiegenoot Rene Leegte. Terwijl Marianne Thieme van de tweekoppige PvdD-fractie vaak direct na haar spreektijd de zaal uit rent om nog met een andere stemming mee te kunnen doen – en bij afwezigheid haar spreektijd aan een andere partij overdraagt.

Foto: Jan Brünemann (cc)

Geschenk uit de hemel

REPORTAGE - Wat als er geen of ongezond water uit de kraan komt? Dan vang je regenwater op. Een eenvoudige oplossing zorgt soms voor een revolutie, blijkt in Nepal. Hier ontstaan duurzame en zelfvoorzienende initiatieven om regenwater, poep en plas te hergebruiken.

‘Je schrijft een artikel over water in Nepal?’ De afwezige blik van de souvenirventer maakt plaats voor een goedkeurende grijns. Terwijl ik de roepies tel, zet hij zijn bontgekleurde mutsje af. Dan duwt hij onverwachts zijn jonge, maar slechts met plukjes haar bedekte, schedel onder mijn neus. ‘Er is water genoeg in dit land, maar wat er hier in Kathmandu uit de kraan komt, maakt je ziek en je haren vallen er spontaan van uit!’ Of ik dat alsjeblieft ook voor hem wil opschrijven.

De kalende verkoper legt in één zin de vinger op de zere plek. Nepal zit niet verlegen om watervoorraden en het heldere, gebottelde Himalayawater smaakt bij elke slok naar meer. Maar die voorraden zitten diep weggestopt en het ontbreekt dit land aan de middelen en infrastructuur om ze aan te boren en via waterleidingen te vervoeren naar huishoudens.

Zeker rond deze tijd van het jaar, twee maanden voor de regenperiode, is de watersituatie in het land kritiek. Vanuit het vliegtuig is te zien hoe het rivierennet in Nepal heeft plaatsgemaakt voor uitgedroogde zandbanken. Elke tien dagen komt er precies één uur lang water uit de kraan. Voor hen die zijn aangesloten op het waterleidingnetwerk is dat het moment om de tanks op het dak zo vol mogelijk te laten lopen. Vervolgens zingen zij het met de opgespaarde liters weer anderhalve week uit.

Foto: SP (cc)

Algemene Rekenkamer moet belastingontwijking onderzoeken

NIEUWS - De Tweede Kamer heeft de Algemene Rekenkamer gevraagd onderzoek te doen naar belastingontwijking in Nederland. Een Kamermeerderheid steunde een motie van SP en GroenLinks met die strekking.

SP Kamerlid Jasper van Dijk: ‘Onafhankelijk onderzoek is hard nodig, omdat iedereen met verschillende bedragen schermt over de omvang van Nederland Belastingparadijs. Het wordt tijd dat een onpartijdige instantie duidelijkheid biedt.’

Het onderzoek moet duidelijk maken hoeveel geld andere landen mislopen als gevolg van belastingontwijking via Nederland. Daarnaast moet de Rekenkamer in kaart brengen wat de Nederlandse fiscus misloopt als gevolg van belastingontwijking via andere belastingparadijzen.

Van Dijk maakte de motie nadat Oxfam Novib becijferde dat ontwikkelingslanden tenminste 460 miljoen euro mislopen door belastingontwijking via Nederland. Daarna kwamen er andere onderzoeken met andere cijfers. Zo schatte SOMO dat ontwikkelingslanden 771 miljoen euro mislopen, terwijl de Stichting Economisch Onderzoek op een bedrag van 145 miljoen euro kwam. En onderzoeker Francis Weyzig houdt het op ‘enkele honderden miljoenen.’

Van Dijk is blij met de aangenomen motie. ‘Het is een belangrijke stap in het debat over Nederland Belastingparadijs. Geleidelijk zetten we stappen richting een eerlijker wereld.’ Ook zijn collega Arnold Merkies – organisator van de Tax Free Tour – is opgetogen.

Of de Algemene Rekenkamer de motie ook zal gaan uitvoeren, is nog niet zeker. Via Twitter laat zij weten dat zij haar eigen agenda bepaalt. Na ontvangst van het verzoek zullen ze laten weten of ze inderdaad een onderzoek zullen uitvoeren.

Foto: mathrong (cc)

Bedrijven grondstoffenindustrie moeten transparant worden

ACHTERGROND - Het Europees parlement heeft woensdag ingestemd met een wet die olie-,gas-,bos- en mijnbouwbedrijven verplicht om openheid te geven over hun betalingen aan ontwikkelingslanden. Met de toegenomen transparantie kan ook belastingontduiking worden tegengegaan.

Een overweldigende meerderheid in het Europees Parlement stemde voor de transparantiewet, oftewel de ‘EU Transparency and Accounting Directives’. Deze wet verplicht EU-geregistreerde olie-,gas-,bos- en mijnbouwbedrijven om alle betalingen boven de 100.000 euro openbaar te maken in de landen waarin ze werkzaam zijn. De bedrijven moeten onder meer de winst die ze in het land maken, de belastingen die ze over hun inkomsten afdragen en gegevens over royalties en licenties inzichtelijk maken. Dit moeten ze niet alleen per land (country by country reporting) doen, maar ook per project (project by project reporting). Dat laatste is volgens Cordaid gedetailleerder dan rapportages per land. Een bedrijf kan namelijk in een project in verschillende landen opereren.

De wet zal geen uitzonderingen maken, ondanks een lobby van enkele oliebedrijven waaronder Shell en BP. De bedrijven probeerden onder de wetgeving uit te komen door te stellen dat in sommige landen het openbaar maken van gegevens verboden is. Dit excuus lapten de Europarlementariërs echter aan hun laars.

Met het akkoord is de Europese wetgeving in lijn gebracht met die van de Verenigde Staten. Daar is sinds vorig jaar de Dodd-Frank Act van kracht, dat soortgelijke transparantiemaatregelen verplicht voor Amerikaanse bedrijven. De EU en de VS zijn samen goed voor 70 procent van de waarde van de grondstoffenindustrie.

Vorige Volgende