Sciencepalooza

69 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Marco Calabrese (cc)

Wat voor eerste indruk geef je?

ACHTERGROND - Iedereen is in staat om een rake typering van een onbekende te geven. In het Personality Lab van de Universiteit van Californië – Berkeley zijn onderzoekers nagegaan wat de waarde is van een eerste indruk. Het blijkt dat een foto al meer dan genoeg informatie geeft, als je tenminste weet waar je op moet letten.

We vormen ons direct een beeld van iemand op basis van haarkleur, kleding of opvallende gelaatstrekken. Zo weten we van Frans Bauer dat hij nog nooit een vlieg kwaad heeft gedaan. Stiekem kennen we hem dan ook een beetje van De Bauers, zijn eigen reality soap van een paar jaar geleden. Maar het dagelijks leven van Harry Piekema is nog nooit op tv geweest. Toch maakt hij een dusdanig betrouwbare indruk dat sommigen denken door een echte filiaalmanager te worden toegesproken.

Een kale schedel of juist net iets te glad gekamd haar wekken kennelijk vertrouwen. In combinatie met pretoogjes, een brede vriendelijke grijns en een zacht glooiend buikje wordt zelfs een irritante reclamespot van een bekende supermarktketen nog een beetje draaglijk. Maar zeggen deze en andere uiterlijke kenmerken ook echt iets? Is de buitenwereld gelijk op de hoogte over wat je stemt en hoe jij bent als persoon zodra ze de foto op jouw profielpagina gezien hebben?

Foto: thierry ehrmann (cc)

Maya’s konden eigen ondergang niet voorspellen

ACHTERGROND - Wees gerust, de wereld vergaat vandaag niet. Maar we kunnen wel iets leren van de Maya’s: natuurrampen kunnen (delen van) onze samenleving wegvagen.

Het is bijna zover. De kosmische rampen die meer dan duizend jaar geleden zouden zijn aangekondigd door een hoogontwikkeld Meso-Amerikaans volk, zijn naderende. Het feit dat de Mayakalender helemaal niet eindigt op 21 december 2012 is de afgelopen tijd ook door tamelijk serieuze media handig genegeerd. Toch weer aanleiding voor een leuk DWDD-itempje. Jammer dat de aandacht voor de Maya’s niet verder is gegaan dan dit soort mythologische prietpraat, want we kunnen misschien toch iets belangrijks van ze leren.

Van circa 250 tot 900 na Christus, in de tijd dat Europa technologisch in diepe slaap raakte, bloeiden er elders ter wereld culturen als nooit tevoren. Zoals in de jungle van Midden-Amerika, waar de Maya’s gedurende vele eeuwen een complexe beschaving opbouwden. In en rond het huidige Guatemala ontstonden talloze dichtbevolkte stadstaten. Een onwaarschijnlijke plek, want de geografie en het klimaat van de regio zijn in principe verre van gunstig.

’s Winters regent het er niet of nauwelijks. De regen die in de zomer valt is dus cruciaal, maar deze verdwijnt snel in de bodem die uit poreus karstgesteente bestaat. Rivieren en meren zijn er schaars. Het grondwater is op de meeste plekken onbereikbaar. Toch slaagden de Maya’s er hier in, dankzij eeuwenlange ervaring, landbouwmethoden en infrastructuur te ontwikkelen waarmee ze een gestaag groeiende bevolking konden voeden.

Foto: Shai Barzilay (cc)

Wetenschappelijk verantwoord oud worden

ACHTERGROND - Mensen doen de raarste dingen om maar zo lang mogelijk te kunnen leven. Sommigen volgen een hongerdieet, anderen slaan iedere dag een handvol peperdure pillen achterover. Het wetenschappelijk bewijs voor dit soort methodes is echter flinterdun.

Eén manier om het leven te rekken zou zogenaamde “calorische restrictie” (CR) zijn. Al 75 jaar is bekend dat een vermindering van de hoeveelheid calorieën bij ratten en muizen leidt tot een flinke verlenging van de levensduur. Vele wetenschappers hebben zich sindsdien gebogen over het mechanisme hierachter, wat nog steeds niet helemaal ontrafeld is, maar een handjevol mensen hebben de observatie in knaagdieren alvast rechtstreeks vertaald naar hun eigen situatie. Zij zijn ervan overtuigd dat door dagelijks 70% minder calorieën te eten dan aanbevolen, ze lang en gezond oud zullen worden. Er is zelfs een Caloric Restriction Society, die informatie geeft over onderzoek en praktische zaken aan iedereen die geïnteresseerd is in deze levensverlengende methode.

Maar echt gezond is dit natuurlijk niet. Ondervoeding, zoals door CR, kan leiden tot osteoporose, spierafbraak, onvruchtbaarheid en meer ellende. Ook is het nog maar de vraag of de rest van je leven honger lijden opweegt tegen ouder worden, maar dat terzijde. Verontrustender is dat het nog helemaal niet aangetoond is dat CR bij mensen echt tot een langer leven leidt. Dit is ook lastig te onderzoeken. Er is wel een studie gaande met mensen die vrijwillig aan CR doen, maar dit slechts een handjevol mensen. Ook is het lastig te controleren of ze allemaal exact hetzelfde eten en leven (wat bij muizen in een laboratorium veel makkelijker is). Daarnaast raadt de CR Society ook aan om vooral gezond te eten, met veel fruit en vezels. Tegenover een gemiddelde fastfoodliefhebber heb je dan al snel een decennium gewonnen.

Foto: bottled_void (cc)

Stress in the city

ACHTERGROND - Zijn mensen die in de stad wonen meer gestrest dan mensen op het platteland? Hoe komt dat, en is er iets tegen te doen? 

Steeds meer mensen hebben last van langdurige stress, met alle gevolgen voor functioneren en ziekteverzuim van dien. Onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van stress, uit diverse wetenschappelijke disciplines, maakt duidelijk hoe complex stress is en op hoeveel lichaamssystemen het invloed heeft.

Voordat stress de schuld krijgt van allerlei nadelige effecten, moet benadrukt worden dat stress een heel nuttig fenomeen is. In een stressvolle situatie bereidt het lichaam zich voor op actie: afgifte van stresshormonen zorgt ervoor dat je zintuigen op scherp komen te staan en dat bloed naar je spieren en je longen gaat. Deze reacties vergroten de kans op overleven, bijvoorbeeld omdat je zo beter kunt vechten of vluchten. Best handig.

Een gezonde stressreactie dooft weer uit, zodat alle lichaamsfuncties weer terugkeren naar een normale situatie. Als stress voort duurt heeft dit echter allerlei nadelige lichamelijke effecten.

Onlangs vatte Nature de huidige stand van onderzoek naar diverse biologische aspecten van stress en veerkracht samen. De conclusie: er is niet één oorzaak of één gevolg van stress, maar een ingewikkeld samenspel van genetische en omgevingsfactoren, waarbij oorzaak en gevolg niet altijd duidelijk zijn. Voor eenduidige oplossingen is het nog te vroeg, maar zeker is dat voortdurende stress niet met een gerust hart genegeerd kan worden.

Foto: linda (cc)

Apenonderzoek verheldert verband armoede en overgewicht

ACHTERGROND - Lageropgeleiden zijn hebben vaker overgewicht dan hogeropgeleiden. Een proef met resusapen verklaart mogelijk waarom.

Waarom eten sommige mensen meer snacks en ongezond voedsel dan andere, wat tot overgewicht leidt? Onderzoek wijst uit dat een deel van het antwoord aanleg is: sommige mensen hebben meer moeite om zich te verweren tegen de stortvloed aan voedselverleidingen van onze westerse leefomgeving, dan andere. Tegelijk zien we dat die gevoeligheid onder aan de maatschappelijke ladder wordt uitvergroot: mensen met het laagste opleidings- en inkomensniveau zijn gemiddeld twee keer zo vaak obees vergeleken bij rijke hoogopgeleiden, blijkt uit CBS-cijfers.

Hoe dat komt, is nog maar deels duidelijk. Het is moeilijk om mensen en alles wat dagelijks hun gedrag beïnvloedt, in het wild te bestuderen. Een nieuw onderzoek met apen – jazeker – geeft een manier om het verband tussen sociaaleconomische status en obesitas beter in kaart te brengen. 

Carla Moore, een onderzoeker van Emory University, leidde het onderzoek. Haar werk kreeg afgelopen maand aandacht op BMJ blogs. Moore stelt dat er meerdere verklaringen zijn voor dikmakende omstandigheden onder aan de maatschappelijke ladder (en ze sluiten elkaar niet uit). Zo is het zeker dat calorierijk voedsel erg weinig geld kost en dus makkelijk beschikbaar is. Tegelijk is het mogelijk dat arme mensen vaker gestrest zijn dan rijke, en dus vaker grijpen naar dat goedkope ongezonde eten om zich lekker te voelen.

Foto: Kevin Krejci (cc)

Mosselen lusten geen plastic soep

ACHTERGROND - Onderzoek heeft aangetoond dat plastic deeltjes in zeewater problemen oplevert voor het leven in de zee. Maar vooralsnog nemen overheden geen maatregelen.

Blauwe mosselen die leven in water met daarin kleine plastic deeltjes, eten minder dan mosselen in schoon zeewater. Steeds meer plastic afval belandt in de oceanen, met vooralsnog onduidelijke gevolgen voor het zeeleven. Een onderzoeksteam onder leiding van Bart Koelmans, hoogleraar water- en sedimentkwaliteit in Wageningen onderzocht de gevolgen van polystyreen nanodeeltjes in zeewater voor de blauwe mossel.

Onvoorstelbaar grote massa’s plastic drijven in het zeewater. Stromingen verplaatsen zwerfafval zodat het zich verzamelt in extra hoge concentraties op bepaalde plekken in de grote oceanen. Het is moeilijk de grootte van deze zogenoemde plasticsoep in kaart te brengen, maar schattingen lopen op tot wel twee keer het oppervlak van de Verenigde Staten. Ook in afgelegen gebieden, ver weg van vervuilende samenlevingen, drijft veel plastic in het water. Steeds meer vogels of zeezoogdieren blijken menselijk afval in hun maag te hebben.

De ingrediënten van de plasticsoep

Het probleem gaat verder dan het zichtbare plastic in de oceanen. Plastic verdwijnt eigenlijk niet nadat het geproduceerd is, maar het kan na lang dobberen wel tot kleinere deeltjes uiteenvallen. Zonlicht maakt het broos of de kracht van golfslag breekt het af, resulterend in plastic deeltjes kleiner dan vijf millimeter. Zeeorganismen kunnen deze deeltjes niet onderscheiden van voedsel.

Foto: Mark Cummins (cc)

‘Junk’ DNA heeft wel functie

NIEUWS - Het menselijke genoom is sinds 2003 volledig bekend, maar beslaat maar een klein deel van ons DNA. De rest van ons DNA werd jarenlang weggezet als ‘junk DNA’, omdat niemand wist wat de functie ervan precies was. Maar wetenschappers krijgen steeds meer inzicht in de werking van dit ‘overbodige’ DNA.

Jarenlang werden de stukken DNA tussen onze genen letterlijk weggezet als afval – junk DNA.  Deze term werd in 1972 door de Japanse wetenschapper Ohno geopperd; hij voorspelde dat er een bovengrens  was aan  het aantal genen in zoogdieren (30.000) en dat de rest van het DNA niks doet. Hij bleek met zijn voorspelling niet ver naast het correcte aantal te zitten.

Maar uit een grote publicatie begin september van dertig artikelen met veel nieuwe informatie over ons genoom, blijkt dat ons junk DNA niet zonder nut is, maar een zeer grote regulerende rol heeft over onze genen. Het lijkt erop dat we nu zelfs meer variatie hebben in deze regulerende DNA-elementen dan in onze genen. Verschillen tussen individuen kunnen we nu waarschijnlijk ook beter verklaren.

Human Genome Project
Na voltooiing van het Human Genome Project in 2003 bleek de mens twintig- tot vijfentwintigduizend genen te bezitten; slechts het dubbele van een ‘simpel’ organisme als de fruitvlieg. Genen worden gebruikt om alle eiwitten in ons lichaam te produceren (en noemen we daarom protein-coding DNA). Maar genen beslaan slechts 2% van ons genoom. Het overige non-coding DNA (en dus niet junk DNA), leidt niet tot de vorming van eiwitten. Er heerste veel onbegrip over de functie van non-coding DNA. Wetenschappers begrepen maar niet waarom, na een evolutionair proces van miljarden jaren, er zoveel onnuttige informatie in ons DNA zou zitten.

Foto: seeingimonkey (cc)

Rammelende zaadleiders?

ACHTERGROND - Een studie in IJsland heeft aangetoond dat mannen die op latere leeftijd kinderen krijgen, meer mutaties doorgeven aan hun nageslacht. Met een verhoogde kans op bijvoorbeeld autisme of schizofrenie als gevolg.

Steeds meer vrouwen willen carrière maken voordat ze aan kinderen gaan denken. Jarenlang voelt het voor velen alsof ze alle tijd hebben om aan zelfontplooiing te doen en gewoon een leuke tijd te hebben. Maar dan zijn daar opeens die spreekwoordelijk rammelende eierstokken. Het is algemeen bekend dat de kans op een gezonde baby afneemt als de moeder richting veertig gaat. Voor mannen is dit anders, zij kunnen tot op late leeftijd vader worden. Maar is dit werkelijk zonder risico’s?

Een recente in Nature gepubliceerde studie onder een groep IJslandse ouder-kind-trio’s toont aan dat de leeftijd van de vader bij de conceptie gevolgen heeft voor het aantal nieuwe mutaties in het nageslacht. Mutaties zijn veranderingen in de volgorde van de nucleotiden, de bouwstenen van ons DNA. De nucleotidenvolgorde bepaalt welke eiwitten gemaakt worden en is dus cruciaal voor het goed functioneren van ons lichaam. Sommige mutaties hebben geen merkbare gevolgen. Andere mutaties kunnen nuttig zijn voor de evolutie van een soort: door veranderingen raakt een soort mogelijk beter aangepast aan de omgeving. Als een nieuwe eigenschap de overlevingskansen vergroot, zal dit tot selectie voor die mutatie leiden. Maar een mutatie kan ook nadelige gevolgen hebben wanneer het eiwit waarvoor de DNA-nucleotidenvolgorde waarin de mutatie zich bevindt codeert, niet meer goed functioneert of zelfs niet meer gemaakt wordt.

Foto: Chester Zoo (cc)

Wie is het alfa-vrouwtje?

ACHTERGROND - Vandaag beginnen de Rutte en Samsom officieel aan de formatie van een nieuwe regering. Wie is het alfa-mannetje dat hoog van de toren blaast, en wie het alfa-vrouwtje dat steun krijgt van andere partners?

De onverwachte opkomst van Diederik Samsom heeft de verhoudingen tussen de lijsttrekkers schijnbaar veranderd en het is nu de vraag wie de echte macht binnen de onderhandelingen naar zich toe kan trekken. Wat zou het mooi zijn om de onderhandelingen via een Big Brother livestream te kunnen volgen.

Door de kleine overwinning van de VVD is Mark Rutte natuurlijk het gedoodverfde alfamannetje van de onderhandelingen. Binnen chimpansee groepen kunnen alfa-mannetjes de hele groep de wil opleggen door hun brute kracht te gebruiken. Of die strategie Rutte het premierschap zal opleveren is waarschijnlijk. Maar het kan ook anders. In 1977 na een grote overwinning was Den Uyl bijvoorbeeld niet bij machte om zijn verkregen alfaman-status te verzilveren. Van Agt ging er uiteindelijk met de buit vandoor.

De kracht van het alfa-vrouwtje moet hier niet worden onderschat. Alfa-vrouwtjes zijn zeer goed in het vormen van coalities. Deze coalities kan ze opbouwen door veel en vaak te ‘vlooien’ en door de steun van de andere vrouwtjes consequent op te eisen (soms ook met geweld). Met die steun kan de alfa-vrouw ervoor kiezen om niet de sterkste alfa-man aan de macht te helpen maar eentje waarbij ze zich beter kan profileren (voor meer vergelijking tussen politiek en apen lees bijvoorbeeld het boek Chimpanseepolitiek van Frans de Waal).

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Big Momma is watching you

Ouders van nu maken handig gebruik van nieuwe technische ontwikkelingen om toezicht te houden op hun kroost. Is dat in het belang van het opgroeiende kind? Of draait het vooral om de ouders en hun onzekerheid? vraagt pedagoog Peter Hoffenaar zich af.

Ouders hoeven tegenwoordig geen genoegen meer te nemen met een babyfoon waar alleen geluid uit komt. De nieuwste modellen zijn uitgerust met een camera, en soms zelfs met nachtzicht. Via WiFi is de baby overal in huis te horen en te zien op een ontvanger met een klein kleurenscherm. Maar het signaal van de camera kan ook door de tv opgepikt worden zodat papa en mama ‘live’ op hun eigen opvoedkanaal kunnen zien hoe zoetjes de baby ligt te slapen.

Voor wie zo’n draadloos videobewakingssysteem onvoldoende vindt, zijn er bewegingsmelders die direct waarschuwen als peuters het wagen uit hun bedje te kruipen. Hetzelfde technologische snufje, maar nu in de vorm van een matje met bewegingssensor voor in de wieg, garandeert dat ouders een alarmsignaal ontvangen als de ademhaling plotseling stokt.

Moderne babyfoons zijn niet alleen populair bij gadgetfreaks, maar aantrekkelijk voor een grote groep ouders. Is dit omdat ze de mogelijkheid geven alle zorg en aandacht te geven die de baby verdient? Of beheerst angst het leven en de opvoeding van ouders van nu en moet de technologie zorgen voor een veilig gevoel?

Foto: copyright ok. Gecheckt 18-03-2022

Sex sells, ook in de wetenschap

Iedere journalist weet het: schrijf iets over seks (of iets wat in de verte te maken heeft met seks) en je artikelen zullen (zeker op het internet) veel gelezen worden. Dit gaat helaas ook op in de wetenschapsjournalistiek, schrijft Eva Teuling. Daardoor wordt serieus onderzoek vaak met een spannend seksueel sausje overgoten.

Er wordt veel onderzoek gedaan naar seksueel gedrag bij dieren en naar relaties tussen dieren van dezelfde sekse. Evolutionair biologen willen graag weten waarom zulk gedrag bestaat, en wat de rol hiervan is in de evolutie. Natuurlijk is dit soort onderzoek voor een algemeen publiek ook interessant, en wordt erover geschreven in populaire media, maar hierbij worden vaak woorden gebruikt als lesbisch, homoseksueel of transgender gedrag. Dit zijn echter culturele begrippen die helemaal niet van toepassing zijn op dieren. Twee biologen uit Engeland en Australië roepen nu in het tijdschrift Nature (wetenschaps)-journalisten én wetenschappers op om voorzichtiger te zijn met woordgebruik bij studies naar seksueel gedrag bij dieren. Ze analyseerden 48 artikelen uit populaire media over elf wetenschappelijke studies naar seksueel gedrag bij dieren om dit te onderstrepen.

Eén studie, bijvoorbeeld, schreef over de worm Caenorhabditis elegans, en hoe een bepaald gen de zenuwcellen die seksueel gedrag van de mannetjes kan veranderen. Het populaire artikel hierover beschreef hoe “seksuele voorkeur in wormen genetisch is bepaald” en hoe “dit met een genetische switch om te draaien is”. Dit is niet alleen een overdreven interpretatie, het is ronduit fout omdat 99,9% van deze wormen hermafrodiet zijn – zowel mannelijk als vrouwelijk – en er dus van seksuele oriëntatie überhaupt geen sprake is.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Slaap je slank

Amerikanen slapen sinds 1960 30% minder lang: waar volwassenen in 1960 aangaven dat ze zo’n 8 tot 9 uur per nacht sliepen, claimden ze in 2005 nog maar 6 uur per nacht onder de wol te gaan. In dezelfde periode is obesitas onder Amerikanen schrikbarend toegenomen. Steeds meer studies beschrijven een oorzakelijk verband tussen de verkorte nacht en overgewicht, vaak gelinkt aan het functioneren van de biologische klok. Hoe zit dat?

De biologische klok is een hersenstructuur die zorgt dat ons lichaam optimaal gebruik maakt van de licht-/donkercyclus. Onze ogen detecteren of het licht of donker is en deze informatie wordt geregistreerd door de biologische klok: de suprachiasmatische nucleus (SCN), een onderdeel van de hypothalamus, een belangrijk regelcentrum in onze hersenen. De SCN speelt deze informatie vervolgens door aan vrijwel alle organen in ons lichaam, met als gevolg dat veel lichaamsfuncties fluctueren gedurende een etmaal. Dit wordt ‘circadiaan ritme’ genoemd, wat komt van ‘circa dies’, dus ongeveer een dag.

Ons natuurlijk ritme wijkt iets af van 24 uur, dus moet onze klok iedere dag een beetje worden bijgesteld wat gebeurt onder invloed van daglicht. Onze huidige leefstijl zorgt er echter voor dat we onze klok veel meer dan een beetje bijstellen, omdat we de natuurlijke donkere fase ‘vervuilen’ met kunstlicht. We zijn veel langer wakker dan wat goed is voor onze lichamen, inclusief de biologische klok, met als gevolg dat onze circadiane ritmes verstoord zijn. We hebben als het ware een permanente jetlag.

Vorige Volgende