Roselinde van Berkel

38 Artikelen
5 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Kevin Dooley (cc)

Uit de jeugdzorg | Patricia

COLUMN - Daar stond ze met haar negen jaar tijdens haar kennismaking met mijn groep. Haar armen zwaaiden heen en weer van de zenuwen en haar tong maakte iedere paar seconde een rondje om haar lippen alsof ze ze aflikte. Knalrood waren ze daarvan, waardoor ze op school de bijnaam ‘lipvis’ kreeg.

Tot haar achtste woonde ze afwisselend bij haar vader en dan weer bij haar moeder. Ze woonde met haar vader in leegstaande caravans of een paar weken bij een vriend, steeds weer op de vlucht voor ‘iets’. Iets dat niemand zag, behalve haar vader.

Bij haar moeder in een huis waar ze onder een krakend bed hoorde hoe haar moeder geld verdiende door zichzelf te verkopen. Moeder had geen tijd en ruimte voor een kind. En ze had er geen zin in. Wat er verder precies bij moeder is gebeurd, weet niemand. Patricia zelf ook niet.

Duidelijk was wel dat Patricia daar koste wat kost weg wilde. Ze heeft zichzelf als achtjarige zodanig in de nesten gewerkt dat ze werd opgepakt door de politie. Op het politiebureau gaf ze aan dat ze absoluut niet terug naar huis wilde. En zo kwam ze via een crisisopvanggroep bij ons terecht. Dappere beslissing van een achtjarige.

Foto: hannah (cc)

Uit de jeugdzorg | Tamira

COLUMN - Meteen denk ik aan dat een hummeltje van elf jaar oud. In een oud pyjamaatje, vol slijtageplekken, vlekken en veel te klein. Maar voor haar goud waard. Het liefst zou ze het zelfs naar school dragen, onder haar kleren. Ze kreeg het een paar jaar daarvoor van haar vader, voor haar achtste verjaardag. Van haar vader die op straat leeft, alcoholist is en dakloos. Ze heeft hem na haar verjaardag niet meer gezien. Wel aan de telefoon gehad. Dan beloofde hij haar van alles. Hij moest alleen nog een huis vinden, dan zou hij haar ophalen en kon ze bij hem wonen. Maar daar kwam het nooit van.

De eerste keer dat ik haar zag, was tijdens mijn eerste stagedag. Ik liep stage op een leefgroep voor kinderen die om allerlei redenen niet thuis konden wonen. Een leefgroep met acht kinderen tussen de acht en de twaalf jaar. Kinderen zoals Tamira.

Ze kijkt me aan en wil in eerste instantie niets van me weten. ‘Je bent maar stagiaire en je gaat toch weer weg’, zegt ze. Daar had Tamira een punt: kinderen zoals zij krijgen met heel veel verschillende opvoeders te maken. In een leefgroep zijn bijna altijd meerdere begeleiders aanwezig. Maar terwijl de werkweek maximaal zesendertig uur duurt, telt een week er 168. Tel daarbij op: deeltijdwerk, vakantiedagen, personeelsverloop en het gegeven dat kinderen altijd wel via één of meerdere tussenstappen in een leefgroep terecht komen. Dat zijn heel wat wisselende en vertrekkende gezichten.

Vorige