Montesquieu Instituut

159 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een onvoldoende voor de democratie?

Een bijdrage van Bert van den Braak. Het stuk is ook te lezen op de site van het Montesquieu Instituut.

De recentelijk verschenen Democratic Audit van Nederland schetst een vrij somber beeld van de toestand van het Nederlandse staatsbestel. Dat bestel is te veel op vertegenwoordiging gericht en te weinig op ‘afrekenen’, zo menen de leiders van het onderzoek dat aan de Audit ten grondslag lag, de hoogleraren Rudy Andeweg en Jacques Thomassen.

Onmiskenbaar kleven er bezwaren aan de wijze waarop in Nederland kiezers invloed kunnen uitoefenen op met name de samenstelling van het kabinet. Kabinetten komen tot stand na een vaak moeizame formatie en de uitkomst kan door sommigen (velen?) als verrassend worden ervaring. In 2003 hadden niet velen voorzien dat D66 zou gaan regeren met CDA en VVD. D66 sloot voor de verkiezingen zo’n combinatie uit. In 2007 kwam min of meer uit nood samenwerking tussen PvdA en ChristenUnie tot stand. In beide jaren was er een (getalsmatige) noodzaak om tot een meerderheidskabinet te komen.

De uitkomst van de jongste verkiezingen was achteraf beschouwd minder verrassend. Samenwerking met de PVV leek voor geen enkele partij direct verkieslijk, maar noch VVD, noch CDA sloten die ‘partij’ uit als mogelijke coalitiepartner. Voor zowel CDA als VVD was samenwerking met de PvdA weinig reëel en dat gold eveneens voor ‘middenvarianten’ met bijvoorbeeld GroenLinks en D66. Al vóór de verkiezingen van vorig jaar was het nauwelijks voorstelbaar dat er opnieuw een regeringscombinatie zou komen waarvan CDA en PvdA de dominante ‘dragers’ zouden zijn. De nieuwe zetelverdeling bevestigde alleen die onmogelijkheid. En dus bleef VVD, CDA en PVV als enige optie over.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Reddingspakket euro onder handbereik

Een bijdrage van Jan Werts van het Montesquieu Instituut.

De staatshoofden en regeringsleiders lanceren morgen een compleet reddingspakket  voor de euro. Kanselier Merkel moet als drijvende kracht verdubbeling accepteren van het noodfonds voor de zwakke landen tot 500 miljard euro.

De lastenverdeling daarvan over de eurolanden wordt nog een pijnlijke operatie. De angst dat Griekenland onder zijn reuzenschulden zal bezwijken spookt de politieke leiders door het hoofd.

Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Raad vergaderde dit hoge gezelschap op 11 maart in Brussel zelfs twee keer. Eerst in volledige samenstelling met de kwestie Libië als hoofdmenu. Vervolgens tot diep in de nacht met soms heftige woordenwisselingen tussen de leiders van de 17 eurolanden.

Verdubbeling noodfonds euro

Vorig jaar creëerde de Europese Raad de tijdelijke Europese Financiële Stabiliteits Faciliteit (EFSF) teneinde het noodlijdende Griekenland te hulp te komen. In totaal gaat het om 440 miljard aan garanties afkomstig van de landen met de euro. Inmiddels heeft Griekenland 110 miljard opgenomen en Ierland 67,5 miljard, terwijl Portugal en later wellicht Spanje en andere zwakke landen zullen volgen.

Het EFSF, in de media noodfonds genoemd en gevestigd in Luxemburg, moet tegenover de financiële wereld geloofwaardig blijven. Daarom kan het EFSF ondanks een capaciteit van 440 miljard toch hoogstens tot 250 miljard garanderen. De eurolanden, Duitsland en Frankrijk voorop, willen aantonen dat zij de euro tot de laatste snik zullen verdedigen. Dit is eigen belang.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Eurocrisis zet EU buitenspel

Een gastbijdrage van Jan Werts van het Montesquieu Instituut.

sarkozy en merkelKanselier Angela Merkel en president Nicolas Sarkozy hebben de eurolanden compleet verrast. Met eerder onbespreekbare maatregelen dwingen zij hen in een keurslijf ter bescherming van de munt. Het Duits-Franse ‘Pact voor Concurrentiekracht’ zet de Europese instellingen in Brussel buiten spel. De andere eurolanden doen aarzelend mee. Op 11 maart verhoogt een extra topconferentie het noodfonds voor zwakke eurolanden van 560 naar 750 miljard euro.

Pact voor concurrentiekracht

De pensioenleeftijd naar 67 jaar (zoals in Duitsland). In de nationale grondwetten een substantieel begrotingstekort verbieden (zoals in Duitsland). Loonmatiging afdwingen via een verbod op indexatie voor inflatie (zoals in Duitsland). Een Europees minimumtarief voor de vennootschapsbelasting. Dat zijn enkele onderdelen van het ‘Pact voor Concurrentiekracht’ dat met Duitse inkt is geschreven. Mits het pact in enigerlei vorm realiteit wordt, betekent dit een historische wending.

Het pact maakt vitale delen van het overheidsbeleid zoals de arbeidsmarkt, de loonpolitiek, pensioenen en belastingen, tot voorwerp van Europees beleid. De ‘Europese Economische Regering’ die linkse en rechtse Franse leiders jaren bepleitten komt hier aan de horizon. Duitsland was daar altijd mordicus tegen. Nederland eveneens. Zij vreesden verlies van hun nationale autonomie. Is kanselier Merkel ineens van die vrees verlost?

Vorige