GB Publiekrecht en Politiek

41 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De koningin, de hoofddoek en de ministeriele verantwoordelijkheid

De contouren van het eerste staatsrechtelijke akkefietje van 2012 zijn inmiddels zichtbaar. De Koningin gaat op staatsbezoek naar een islamitisch land, stekkert daar op blote voeten, maar met hoofddoekdeksel door een gebedsruimte en haalt vervolgens ongemeen fel uit naar de kopvoddenvreters in eigen land. “Echt onzin” schijnt Beatrix de door de PVV georkestreerde commotie te hebben genoemd. Waarna Maxima nog een exposé heeft gehouden over de arbeidsparticipatie van vrouwen in de regio. Nu is het gebruikelijk dat uit dit soort slotgesprekken met de pers na een staatsbezoek niet letterlijk geciteerd wordt. De majesteit hoort niet sprekend uit te worden opgevoerd. Dat dit nu wel gebeurt, zonder dat de Rijksvoorlichtingsdienst uit de Mediacode begint voor te lezen, is opvallend. Dat Maxima zo nadrukkelijk intervenieert ook.

Volgens ons staatsrecht zijn ’de ministers’ verantwoordelijk. Hoewel ik er voorstander van ben om de Oranjes ruimte te geven te zeggen wat ze vinden zonder dat de Minister-President een gelijkluidend standpunt in de Tweede Kamer hoeft te verdedigen, zal die gelukzaligheid pas aanbreken als Kamerleden niet onmiddellijk op de haverkist springen. Die gewoonte is echter hardnekkig, al kan men zich bij Ineke van Gent afvragen of ze ook wel eens van die haverkist afspringt. In ieder geval begonnen GroenLinks en de PvdA enthousiast in de veronderstelde vlek te wrijven. De majesteit zou zich wel in de steek gelaten hebben gevoeld, wat werd er nu eigenlijk bedoeld en vooral: waar was Rutte?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Hoge Raad over de benoeming die niet doorging

Ter gelegenheid van de installatie van drie nieuwe vice-presidenten stak de president van de Hoge Raad, Corstens, een gloedvolle rede af over de betekenis van de rechtsstaat. De kwestbaarheid van de rechtsstaat en met name de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht liet zich makkelijk illustreren met de muilkorving van de rechterlijke macht, zoals die in Hongarije steeds openlijker plaatsvindt. Tegen die achtergrond deed Corstens ook even de luiken open over de recente commotie omtrent de afgeketste benoeming van mr. Aben in de Hoge Raad.

Aben kwam volgens de tot nog toe gebruikelijke procedures in aanmerking voor een benoeming, maar werd tijdens een besloten commissievergadering van de Tweede Kamer getorpedeerd door de PVV (mede mogelijk gemaakt door CDA en VVD). De Hoge Raad schrapte toen zelf de naam en niemand wist er iets van totdat Folkert Jensma de kwestie in de openbaarheid bracht. Corstens daarover:

Ook in de benoemingsprocedure voor raadsheren in de Hoge Raad die in de media de laatste tijd enige aandacht kreeg, komt het machtsevenwicht tot uitdrukking. De Hoge Raad is verantwoordelijk voor het opstellen van een aanbeveling van kandidaten, de Tweede Kamer is verantwoordelijk voor de voordracht en uiteindelijk is de regering de voor benoeming verantwoordelijke instantie. De aanbeveling van de Hoge Raad is uitsluitend gebaseerd op de inhoudelijke kwaliteiten en specialismen van de kandidaten en is afgestemd op de behoeften in dit verband van de Hoge Raad. Gelukkig wordt de aanbeveling meestal unaniem gevolgd door de Tweede Kamer en de regering. In het recente verleden liepen de hazen in dit verband soms anders. Dan rijst de vraag wat wijsheid is. In het ene geval kan de tegenwind overwonnen worden, dan is het goed standvastig te zijn. Maar, om een op deze stormachtige januaridag passende metafoor te gebruiken: welbewust het oog van een orkaan instappen in de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat de kandidaat daaruit ernstig beschadigd van de radar zal worden weggeslingerd zou niet van wijsheid getuigen. Het te verwachten resultaat en de te verwachten schade aan de institutie zijn ook belangrijke elementen bij deze afweging.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een nieuw gedoogakkoord zonder verkiezingen?

Nu de spanning in de gedoogconstructie toeneemt, wordt het tijd om de staatsrechtelijke kaarten te schudden. Kan er een nieuw gedoogblok onder het kabinet Rutte worden gezet? Of is het woord meteen aan de kiezer, als de PVV het gedoogakkoord opzegt?

Staatsrechtelijk gebeurt er eigenlijk niets als de PVV het voor gezien houdt. Alleen als de Tweede Kamer een motie van wantrouwen tegen het kabinet aanneemt, dan moet er ontslag worden aangeboden en schrijft de ‘Conventie van 1966′ (Maximaal één volwaardig kabinet per verkiezingsuitslag) voor dat in beginsel nieuwe verkiezingen moeten volgen. Maar tot die tijd lijkt er staatsrechtelijk niet zoveel te verhapstukken. Er zijn geen PVV-ministers die het kabinet in hun val zouden kunnen meetrekken.

Het zou een mooi experiment zijn om het minderheidskabinet gewoon te laten zitten. Dat kan als de andere partijen (of misschien de PVV ook wel) besluiten het wantrouwensvotum in de binnenzak te houden. Het kabinet, op zijn beurt, zal dan moeten accepteren dat wetgeving ter uitvoering van het gedoogakkoord stokt. Het ligt niet voor de hand dat partijen die zich nu fel tegen die plannen hebben uitgesproken, zich alsnog laten verleiden de plannen te steunen. In de politiek wordt vaak in linzenmoes gehandeld, maar zo openlijk dat de PvdA de absurde verhoging van het griffierecht opeens wel zou steunen onder verwijzing naar de schrapping van de JSF – dat wordt wel heel gortig. Als er nieuwe voorstanders worden gezocht voor de bezuinigingsoperatie zal het kabinet moeten bewegen om het ook voor nieuwe voorstanders verkoopbaar te houden. Misschien is het wel realistisch om de Kunduz-combinatie het genoegen te gunnen om plannen uit het gedoogakkoord door de shredder te mogen halen, om vervolgens de onderhandelingen te beginnen over de begroting van 2013.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Mauro & de Raad van State

Terwijl minister Leers wordt afgedroogd door de voltallige oppositie, al dan niet verkleed als pratende vuilniszak, wappert Fritsma tevreden met de uitspraak van de Afdeling. Die had tenslotte de beslissing van de rechtbank om Mauro te laten blijven vernietigd en zelf geoordeeld dat het niet onrechtmatig was om Mauro een verblijfsvergunning te weigeren. De oppositie reageerde dat de minister helemaal niet in hoger beroep had mogen gaan, maar dat is een raar verwijt. Er ligt een fundamentele vraag op tafel: heeft de Raad van State de kwestie terecht aan het CDA-Drenthe overgelaten of verdient de Afdeling ook de hoon van de twitteraars?

Mauro is door zijn moeder te vondeling gelegd bij de Nederlandse Staat, zoals dat best nog wel vaak gebeurt door Angolese ouders. Ideaal is het allemaal natuurlijk niet, maar daar heeft een tienjarig jongetje niets aan. Die is gebaat bij pleegouders. Als we dat acht jaar laten duren zitten we met de rare vraag of we een voetballende Angolees met een zachte ‘g’ het land uit moeten knikkeren.

Juridisch is dat een kwestie van ‘family life’, zoals dat beschermd wordt door onder andere artikel 8 van het EVRM. Op basis van dat artikel besloot de rechtbank dat Mauro kon blijven. Zijn belangen wogen zwaarder dan de belangen van de Minister bij de onverkorte handhaving van het beleid. In hoger beroep tikte de Afdeling de rechtbank op de vingers omdat de rechtbank zelf een afweging had gemaakt. Dat mag een bestuursrechter niet doen van de Raad van State. Hij mag uitsluitend marginaal mag toetsen. Dat betekent: bezien of de Minister zich

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Van Aartsen weerstaat PVV-spin

Het Sharia-debat van Van Klaveren was vorige week niet de enige fact-free-ballon van de PVV die leegliep. In de Haagse gemeenteraad stond Machiel de Graaf, tevens senator, eveneens verontwaardigd te springen op een lek luchtbed. Aanleiding: het verhuisde homostel.

De inzet leek duidelijk: burgemeester Van Aartsen, die destijds Wilders uit de VVD-fractie gooide, zou eens stevig worden ingesmeerd met Wolfsen-beeldvorming: een geterroriseerd homostel haalt bakzeil en de burgemeester piept iets over een ‘knoop n de maag’. Oftewel: slap multicultureel falen ten koste van de fundamentele taak van de staat: veiligheid bieden.

De opzet lukte niet, mede dankzij een magistraal optreden van Van Aartsen zelf. Waarom het hem wel lukte? Op dezelfde manier terugslaan. Niet met ‘doe zelf normaal’, maar door op dezelfde manier de beeldvorming inzetten.

Het begon zoals men zich zo vaak tegen de PVV wapent: een volle feitelijke tegenaanval. Zo ook Van Aartsen. Hij isoleerde de meest vergaande PVV-spin, de stelling ‘dat de politie niets gedaan had’, en gaf gelegenheid aan de PVV om die bewering staande de vergadering in te trekken. Die verrassingsaanval drukte Machiel meteen in het defensief, maar bracht hem niet van zijn stuk. Dus bracht Van Aartsen een feitelijke notitie in het debat waarin alles opgesomd stond wat er gebeurd was. Op 22 augustus een melding, de volgende dag neemt de wijkagente contact op, pas een paar dagen later is het homostel beschikbaar voor een afspraak en inmiddels zijn ze al verhuisd. Voor maximaal effect had Van Aartsen de wijkagente in kwestie op de publieke tribune laten plaatsnemen. ‘De politie heeft niets gedaan? Dit is wat ze gedaan hebben. De wijkagente bestaat, en ze zit daar!’

Vorige