Vrouwen en de wereldpolitiek
Veranderingen in gender demografie hebben een net zo grote invloed op onze toekomst als bijvoorbeeld klimaatverandering of proliferatie van wapens. Dat zegt Rosa Brooks in haar column in de LA Times. Dat vond Francis Fukuyama ook die in 1998 stelde dat de ‘vervrouwelijking’ van de Westerse politiek zou leiden tot een afname van agressiviteit. Volgens Fukuyama zijn vrouwen lief: ze zijn minder geneigd tot oorlog, en willen liever samenwerken. En dat zou gevaarlijk zijn, want: If tomorrow’s troublemakers [mannen zoals Saddam en Milosevic] are armed with nuclear weapons, we might be better off being led by women like Margaret Thatcher than, say, Gro Harlem Brundtland. Masculine policies will still be essential even in a feminized world. Tot nu toe hoeft hij zich geen zorgen te maken; veel dames die een toppositie veroverd hebben, doen niet onder voor hun mannelijke collega’s. Denk maar aan Madeleine Albright, Condoleezza Rice of onze eigen Rita Verdonk, allen geen softies.
Brooks legt de vinger wél op de zere plek: niet de Westerse girlie states maar de landen waar vrouwenemancipatie nog in de kinderschoenen staat. Door o.a. selectieve abortus, zal in sommige samenlevingen een overschot aan ongebonden jonge mannen ontstaan, met wellicht hogere criminaliteit en meer conflicten tot gevolg. Volgens Brooks vormen deze angry young men bovendien een ideale visvijver voor terroristische en andere militante organisaties. De oplossing voor deze onbalans: “Maybe we’ll find some creative solutions: a boom in global match-making, perhaps, pairing high-achieving “surplus” Asian men with Western women”. Dit zegt ze tongue-in-cheek (neem ik dan maar aan) want het onderliggend probleem is wel degelijk serieus.
The Lancet publiceerde begin dit jaar bedroevende cijfers: A careful demographic analysis of actual and expected sex ratios shows that about 100 million girls are missing from the world—they are dead (comment is beschikbaar na registratie). Er moet, al dan niet uit politiek eigenbelang, dringend iets gebeuren aan wat al gendercide wordt genoemd.
Mammoeten uitgeroeid door bomen
Over het uitsterven van grote zoogdieren zoals de mammoet bestaan verschillende theorieën. De bekendste legt de schuld bij de mens, die als superjager in korte tijd bijna alles uitroeide wat zich niet snel genoeg uit de voeten maakte en enigszins eetbaar was. Het lijkt bijvoorbeeld duidelijk dat de mens het uitsterven van de reuzenluiaard op zijn geweten heeft. R. Dale Guthrie denkt echter dat de gevolgen van de klimaatverandering, die het einde van de laatste ijstijd inluidde, de oorzaak zijn van het uitsterven van de megafauna.
Hij concludeert dit aan de hand van nieuwe dateringen van materiaal uit Alaska en de Yukon, waarin een duidelijke sequentie van uitsterven en opkomst van dier- en plantensoorten zichtbaar is. Juist vanwege het toenmalige extreme milieu is dit gebied geschikt om de effecten van (klimaat)verandering in ecosystemen te onderzoeken. De dieren die er leefden zaten al aan de limiet van hun aanpassingsvermogen, waardoor een verandering in het klimaat snel, zichtbare effecten veroorzaakte.
In de tijd tussen 13.500 en 11.500 jaar geleden wordt het klimaat in Alaska snel vochtig en warm. Pollenprofielen laten zien dat de gure steppe verandert in het landschap dat we van vandaag kennen; bos, moerassen en meren. Hierdoor verdwenen de planten waar de mammoeten zich mee voedden en ze verloren de concurrentieslag met de beter aangepaste herten en bizons. Dan verschijnt ook de mens ten tonele, en deze zal gerust wel zijn steentje hebben bijgedragen aan het uitsterven van de al verzwakte paarden en mammoeten.