Het vorige kabinet trok na de verkiezingen eerst 100 dagen het land door. Deze zinloze excursie is niet voor herhaling vatbaar. Maar misschien is een korte trip naar het buitenland zo gek nog niet.
De inkt van Beetsterzwaag (wat duurde dat lang zeg) was nog niet droog of het kabinet Balkenende Veel te Veel trok het land in om te horen wat de burger nu eigenlijk wilde (wat duurde dat lang zeg). Alsof er nog aan het regeerakkoord gemorreld kon worden. Verloren tijd.
De verkiezingsstrijd spitst zich toe op typisch Nederlandse onderwerpen zoals de hypotheekrente-aftrek. Belangrijk, maar toch wel van het niveau huishoudboekje en pa die zijn loonstrookje niet moet opzuipen. Wat de lijsttrekkers telkens vergeten te vermelden, is dat onze binnenlandse politiek, nog meer dan vier jaar geleden, is verbonden aan ontwikkelingen in het buitenland. Dat de landelijke politiek weinig meer te zeggen heeft over alle weggeprivatiseerde diensten, daar zijn we de laatste jaren op harde wijze al achter gekomen. Laat een nieuw kabinet meteen goed beginnen door aan te geven wat ze in de ‘smalle marges’ van de internationale politiek nog denkt voor ons te kunnen betekenen.
Ik hoop dat het nieuwe kabinet Rutte of Cohen wat voortvarender aan het werk gaat. Toch kan het geen kwaad dat de bewindslieden na de (hopelijk een korte) formatie de wereld in trekken. Maar dan om eens het eiland Nederland te verlaten. Een tripje van tien dagen.
Dus laat de nieuwe minister van Justitie afreizen naar Stockholm, om aan te geven of we tot de rekkelijken of preciezen horen van het nieuwe, vrijwel doodgezwegen meerjaren Europese Veiligheidsprogramma.
Laat hem of haar daarna meteen doorvliegen naar Ceuta, om eens duidelijkheid te laten scheppen over ons immigratiebeleid en of we de strengste of een meer humane gastheer in Europa willen zijn.
Laat hem of haar doorvliegen naar Teheran en China en vertellen hoe Nederland denkt om te gaan met de zwarte kant die techniek ook heeft, namelijk censuur en controle.
Laat de nieuwe minister van Economische Zaken meteen afreizen naar Peking en hem of haar daar uitleggen hoe Nederland kan overleven in het steeds hardere wereldwijde economische klimaat.
Laat hem of haar samen met de minister van Financiën in Washington maar eens uitleggen wat zij eigenlijk van de achterhaalde ‘consensus’ vinden. Blijven we neoliberaal, of zoeken we weer naar een nieuwe economische politiek?
Laat ze vanuit New York eens uitleggen hoe Amsterdam weer een financieel centrum kan worden in plaats van een bijfiliaal van Goldman Sachs en andere grote internationale banken, dat het nu dreigt te worden.
Laat de minister van VROM naar Kopenhagen afreizen en vertellen hoe we een duurzaam Nederland krijgen, dat klaar is voor de klimaatverandering die we toch echt niet kunnen ontlopen.
Laat de minister van Buitenlandse Zaken naar Washington, Berlijn, Parijs en Peking afreizen om te kijken of we de volgzame trans-Atlantische band handhaven of dat onze belangen wellicht elders beter geborgd zijn.
Laat de minister vervolgens af reizen naar Kazachstan om te kijken of we nog een partijtje mee moeten blazen in de Great Game die zich daar al jaren afspeelt.
En laat de minister van Ontwikkelingssamenwerking naar Somalië reizen om de samenhang tussen rechtvaardige handel, ontwikkelingshulp en onze veiligheid eens nader te beschouwen.
Of zullen we de toekomstige regeringspartijen en alle wannabe’s nú eens vragen wat ze daarvan vinden? Misschien dat we dan eens een debat zien dat ergens over gaat.
Reacties (4)
Een minister van ontwikkelingssamenwerking komt er niet meer. Dat departement wordt volledig door BuZa opgeslokt.
Mooi lijstje Dimitri! Een doorklik waard!
Als één van de grotere donoren van hulpgelden via OSW/BuZa kunnen we in de wereld als we dat zouden willen een veel grotere invloed verwerven.
Maar ja dat zal politiek wel erg gevoelig liggen door de perceptie dat je dan de humanitaire hulp politiseert.
Wij zitten bij de top-20 van economiën in deze wereld en hebben een erg op de handel gerichte economie, en dus een (in)directe invloed in vele landen. Misschien moeten we is minder schuwen om een actiever buitenlandse politiek te voeren die zich niet alleen inlaat met onze waarden over te brengen (tegen kinderarbeid, duurzaamheid, groen beleid, bestrijding armoede/ziektes, toegang tot onderwijs) maar ook meer de ‘nationale belangen’ laten gelden.
Idem als #2. Maar tien dagen over de wereld reizen? Als ze de bonnetjes maar goed declareren!