Energietransitie in de geest van Jan Schaefer

Wat ligt er meer voor de hand dan de lessen van de stadsvernieuwing ter harte te nemen nu we voor een vergelijkbare opgave staan om in Nederland miljoenen huizen te verduurzamen en van nieuwe energie- en warmtebronnen te voorzien? Zo rond 1970 lagen de meeste gemeentelijke binnensteden er beroerd bij. Grote delen van de woningvoorraad in en rondom de centra dateerden van eind negentiende, begin twintigste eeuw en stonden zo ongeveer op instorten. Ze waren met hun houten vloeren en eensteensmuren gehorig, tochtig en vochtig. Bovendien waren ze gebouwd in de tijd van paard en wagen en niet berekend op parkeren voor de deur. In Amsterdam waren, aldus onderzoek van de gemeente, 25.000 woningen zonder meer rijp voor de sloop, en moesten er meer dan 100.000 totaal gerenoveerd worden. Bijna de helft van de Amsterdammers zou daardoor moeten verhuizen. Vergelijkbare geluiden klonken op uit stadhuizen elders in het land. Grote delen van de binnensteden van Arnhem, Deventer, Tilburg, Utrecht, Dordrecht, Zwolle en Groningen waren verzamelingen bouwvallen. Het land stond voor een ongekende verbouwing, zoveel was duidelijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Faalt de wijkaanpak?

Het structureel vooruithelpen van wijken door ontkokerd samenwerken gaat niet lukken, zeiden bestuurskundigen Helderman en Brandsen eerder op deze site. Drie deskundigen reageren. Godfried Engbersen: ‘Gezien de inspanningen is er te weinig uit de wijkaanpak gekomen?’

‘De grote ambitie, wijken structureel vooruit helpen door ontkokerd samenwerken, is niet van de grond gekomen. En dat gaat ook niet gebeuren’, aldus bestuurskundigen Taco Brandsen en Jan Kees Helderman. De heren pleiten voor bestuurlijke bescheidenheid. Helderman: ‘Kapitaliseer het aanwezige sociale kapitaal. Sluit aan bij wat er leeft in een wijk en wees gewoon blij met dat kleine initiatief. Als je daar veel geld tegenaan mikt, gooi je het dood.’

Mislukking is een te grove conclusie

René Scherpenisse, voormalig directeur van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) en nu directielid bij Atrivé, een adviesorganisatie voor woningcorporaties, vindt de conclusie dat de wijkaanpak gaat falen ‘veel te snel’. Bij Scherpenisse is het glas nog halfvol. ‘Er zijn zoveel pareltjes die met zo’n grove conclusies tekort worden gedaan. Recent onderzoek in Amsterdam, Groningen en Dordrecht laat juist zien dat bewoners vooruitgang zien in hun wijk. Dat lijkt me toch lastig te combineren met de boodschap van Helderman en Brandsen.’

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onbeminde wijken en oplossingen

bijlmerflatHoe lang het begrip Vogelaarwijk nog blijft bestaan, is een kwestie van afwachten. Maar enige research in de geschiedenis van de Bijlmermeer, prikkelde opnieuw mijn aandacht voor de ambivalente verhouding van bestuurders en politici met bepaalde wijken.

Toen ik in de Bijlmermeer werkte had ik te maken met Han Lammers: volgens een mooie anekdote zei hij, geconfronteerd met een of ander probleem: “De Bijlmermeer, ja, zijn dat niet die flats die je ziet vanuit de trein naar Utrecht?”

Later, in Groningen, moest ik iets opbouwends doen met de Indische buurt. Daarover sprekend met de hoofdcommissaris van politie, werd ik patroniserend toegesproken: “Elke stad heeft wel een wijk, waar zich de problemen concentreren. Met de bestrijding daarvan moet je voorzichtig zijn, want je kunt problemen gemakkelijk verspreiden.”

Daar zit iets in, al is het ontmoedigend… Een paar jaar terug, als commissaris van een woningcorporatie, werd ik geconfronteerd met een collega, die klaagde over het feit dat hij door de gemeente werd gedwongen tot sociale investeringen, zonder dat een steen op de andere kwam. Mijn repliek was dat investeren in mensen toch wel aardig was, maar hij klaagde: “Het succes verhuist…” Ook daar zit iets in. Maar is het daarom dweilen met de kraan open? Ik bedoel: de halve wereld heeft een tijd in de Bijlmer gewoond, dus is het zo erg dat het succes verhuist?