Een Marshallplan 2.0 voor de Arabische landen is dringend gewenst. Uiteraard uit nobele motieven: de arme Arabieren hebben ook recht op democratie. Maar hulp is ook economisch eigenbelang. Onstabiliteit is slecht voor de westerse economie. De olieprijzen schieten omhoog, aandelenkoersen dalen. Het is ongewis welke regimes er na de dictaturen komen. Een nieuwe oligarchie? Religieuze fanatici? Dat moeten we niet hebben. De hele Westerse wereld is gebaat bij stabiliteit. Hulp helpt daarbij. Hulp zorgt ervoor dat de bevolking te eten heeft zodat er in relatieve rust verkiezingen kunnen komen. Uiteraard mag de hulpgever eisen stellen. Komt er een regime dat ons niet aanstaat? Dan draaien we de geldkraan dicht.
Het alternatief is niets of bijna niets doen. Dat lijkt goedkoper, maar dat is schijn. De volksopstanden zijn een eerste stap naar democratie, maar ook niet meer dan een eerste stap. Als het Westen niets doet, komt een nieuwe dictatuur, een burgeroorlog of totale anarchie dichterbij. Stijgende voedselprijzen in een machtsvacuüm maken alles mogelijk. Een Marshallplan 2.0 moet zowel linkse als rechtse kiezers aanspreken. De chauvinist, die bang is voor de massa-immigratie uit moslimlanden. De progressieve idealist, die hoopt op een betere wereld voor iedereen. En de realist, die gelooft dat een nieuwe wereldorde niet maakbaar is, maar wel een heel klein beetje beïnvloedbaar.