De seniorenprins en -prinses (slot)
In de feestzaal van het café werd de prinsenparen achter een rij tafel geparkeerd. De receptie kon beginnen. Er werden om en nabij de achthonderd mensen verwacht. Zomaar feliciteren behoorde niet tot de mogelijkheden. Er was een draaiboek. Er waren mensen die als een soort luchtverkeersleiders alle aangemelde receptionisten van een felicitatieslot voorzagen. Mijn vader had geregeld dat de familie een vroeg slot toegewezen had gekregen.
De schutterij betrad het café in gelid, floot, trommelde en sprak toe. Daarna vormde zich een lange roodkleurige felicitatieslang van de receptietafels tot aan de ingang van het café. Nog voor de slang langs de tafels was, marcheerde de harmonie en drumband de zaal binnen. Het leek fysiek onmogelijk om nog eens zeventig mensen naar binnen te persen, maar het lukte toch.
Er werd getoeterd, getrommeld en toegesproken. Tijdens een van de marsen had ik langdurig kippenvel gekregen. Ik kon me de naam van het nummer niet meer herinneren. Inmiddels had mijn jongste broer al het vierde rondje gehaald. Bier, hitte, herrie. Af en toe werd ik slap in de knieën. Het kon ook ontroering zijn.
Er vormde zich een blauwe slang achter de rode slang. Het patroon was duidelijk. Allerlei verenigingen uit naburige dorpen kwamen binnen en duwden iedereen nog dichter bijeen.