Vogelverschrikker

Na de optocht stonden we in de harmoniezaal, omgeven door luide muziek en confetti. Ik dronk een piepke sjoes, met mijn jongste dochter op mijn arm. Als ik probeerde haar op de grond te zetten, deed ze alsof ze boven een krokodillenvijver bungelde. Benen omhoog en angstige blik naar beneden.      Bij elke serveerster die passeerde, vroeg mijn moeder of ik nog een sjoeske wilde. Er passeerden nogal wat serveersters.     Sinds ik getrouwd  ben, proberen mijn ouders me dronken te voeren met carnaval. Vroeger maakten ze zich zorgen dat ik teveel plezier had, nu verdenken ze me ervan dat ik te weinig plezier heb in het leven. Ouderlijke zorg houdt nooit op, alleen de middelen veranderen.     Mijn vrouw was er niet bij. Vorig jaar had ze voor het eerst in haar leven carnaval gevierd, dit jaar bleef ze thuis. Ze is opgegroeid in Zoetermeer en heeft in Amsterdam gestudeerd. Zo iemand kun je niet elk decennium de polonaise laten lopen.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (slot)

(Deel 1 en 2)

In de feestzaal van het café werd de prinsenparen achter een rij tafel geparkeerd. De receptie kon beginnen. Er werden om en nabij de achthonderd mensen verwacht. Zomaar feliciteren behoorde niet tot de mogelijkheden. Er was een draaiboek. Er waren mensen die als een soort luchtverkeersleiders alle aangemelde receptionisten van een felicitatieslot voorzagen. Mijn vader had geregeld dat de familie een vroeg slot toegewezen had gekregen.

De schutterij betrad het café in gelid, floot, trommelde en sprak toe. Daarna vormde zich een lange roodkleurige felicitatieslang van de receptietafels tot aan de ingang van het café. Nog voor de slang langs de tafels was, marcheerde de harmonie en drumband de zaal binnen. Het leek fysiek onmogelijk om nog eens zeventig mensen naar binnen te persen, maar het lukte toch.


Er werd getoeterd, getrommeld en toegesproken. Tijdens een van de marsen had ik langdurig kippenvel gekregen. Ik kon me de naam van het nummer niet meer herinneren. Inmiddels had mijn jongste broer al het vierde rondje gehaald. Bier, hitte, herrie. Af en toe werd ik slap in de knieën. Het kon ook ontroering zijn.
Er vormde zich een blauwe slang achter de rode slang. Het patroon was duidelijk. Allerlei verenigingen uit naburige dorpen kwamen binnen en duwden iedereen nog dichter bijeen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (2)

(Deel 1)

Het was avond, dus toen we de straat in liepen was het van grote afstand te zien: Voor het huis van mijn ouders stonden palen met feestverlichting van het soort dat ik alleen ken van kermissen en bordelen langs provinciale verbindingswegen. Tegen de gevel waren enkele poppen geplaatst die van carnavalswagens afkomstig leken te zijn. En er hing een groot bord met de tekst: ‘Senior prins Herman II en prinses Tiny I.’
‘Ze hebben het verkeerd geschreven,’ zei mijn vader, toen we binnen waren. ‘Er had senioren moeten staan. Nu klopt het niet.’ Enkele gasten in de huiskamer plaagden hem door het woord senior uit te spreken als het Spaanse señor.
Ik besloot me aan een taalkundige theorette te wagen. ‘Senior zegt iets over de leeftijd van de prins. Senioren zou betekenen dat je de prins ben van de senioren.’

Ik wist niet zeker of die redenering correct was. Alleen in een klein Limburgs dorp durf ik me als taalkundige op te werpen.
Mijn vader keek me onbegrijpend aan. Toen vroeg hij: ‘Dus het is wel goed?’
Ik zei dat me leek dat het allebei goed was.
Hij wendde zich tot de grappenmakers. ‘Hoor je dat? Het is wel goed.’
Er kwam geen reactie.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (1)

Een paar dagen nadat mijn moeder was uitgegleden en haar enkel had gebroken, werd ze uitgeroepen tot Prinses Tiny I, seniorenprinses carnaval van het dorp.
Per post ontvingen we het statieportret, dat van alle prinsenparen wordt gemaakt. Ze kijkt uitzonderlijk vrolijk op de foto. Haar rolstoel is even verruild voor een soort schavot dat bekleed is met zwart fluweel. Mijn vader, Prins Herman II, staat naast haar. In zijn gezicht is zoveel geluk samengebald, dat ik vermoed dat overal ter wereld plotselinge tekorten optraden en mensen overvallen werden door onbegrepen gevoelens van somberheid. Iedereen die de foto ziet, weet vanaf dat moment: het geluk draagt een steek. Dat is de naam van het hoofddeksel dat gereserveerd is voor de carnavaleske aristocratie.

Ik belde mijn moeder en vroeg of het wel ging, carnaval vieren in een rolstoel. Dat ging heel goed, bleek. Ze werd uitstekend verzorgd, zei ze. Ze klonkt zo tevreden dat ik de indruk kreeg dat de rolstoel een positieve bijdrage leverde aan haar nieuwe status. Daar zat een zekere logica in. Aristocratie is een vorm van invaliditeit, van gedwongen verzorging. Of het wordt opgelegd door een enkelbreuk of een familielijn, is een subtiel verschil.

Vorig weekeinde reisden we af om de officiële receptie mee te maken. Het fenomeen seniorenprins en –prinses bestond niet in het tijdperk dat ik nog deelnam aan carnaval. Er was een prins en een jeugdprins. De seniorenprins is een kwestie van voortschrijdende emancipatie.
Ik vroeg mijn vader wat er verder veranderd was aan carnaval. Er was geen kinderoptocht meer, geen oudwijvenbal en geen revue. De carnavalsvereniging had bijna zelf het loodje gelegd.
Ik vroeg hoe dat kwam.
‘De tweeverdieners.’ Hij roerde in zijn koffie. ‘Ik begrijp het wel. Ze hebben nergens tijd voor en als ze tijd hebben, willen ze zich nergens op vastleggen.’
Ik sprak recent een gebiedsmanager van een grote Vinexwijk. Ze gaf hetzelfde antwoord als mijn vader op de vraag waarom de wijk afgleed naar een probleemgebied. Het waren niet de buitenlanders, de losbandige jeugd of de hufters. Aan de bron van alle ellende stonden de tweeverdieners. Dat komt me voor als een buitengewoon sympathieke diagnose.
Maar het carnaval is een venijnige institutie. Er kwamen nieuwe feesten, die minder voorbereiding vergden. De tweeverdieners kwamen massaal. En men richtte zich op een nieuwe groep: de senioren. Dat was mij al die jaren ontgaan, totdat mijn moeder me belde om te vertellen dat ze op het punt stonden uitgeroepen te worden als Herman II en Tiny I.
De ernst van dat nieuws drong pas tot me door toen we – mijn vrouw, de kinderen en ik – afreisden naar het dorp en mijn ouderlijk huis zagen.

(Wordt vervolgd.)

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige