Waarin de auteur de populariteit van Britt Dekker probeert te verklaren aan de hand van Brett Easton Ellis' ideeën over empire en post-empire. U weet bij God niet waar ik het over heb? Lees vooral verder.
Nadat ik knuffeldomblondje Britt Dekker een paar keer bij De Wereld Draait Door had gezien, leek het mij een teken des tijds: je hoeft niet meer iets te kunnen om beroemd te worden, het volstaat om ontzettend dom te zijn en je daar niet voor te schamen. Die schaamteloosheid is essentieel in deze tijd. Dat was het unieke van Britt. Haar hele leven is ze dom genoemd en ze vindt het niet erg. Ze heeft er totaal geen problemen mee dom gevonden te worden. Voor de meeste mensen is domheid iets om je voor te schamen, niet voor Britt. Ze is er ook niet trots op. Ze lijkt het totaal irrelevant te vinden. Ja, ze is dom. Nou en?
Haar domheid heeft haar geen windeieren gelegd. Ze was de held van twee reality-programma´s over zogenaamde ‘echte meisjes’, ze is de ster van een eigen tv-programma (samen met ene Ymke, met wie ze de wereld rondreist en opdrachten uitvoert, het programma lijkt me losjes gebaseerd op An Idiot Abroad van Ricky Gervais en Stephen Merchant), heeft een hitje op haar naam, was de hoofdpersoon van een prijswinnende Microsoft-campagne, heeft een eigen kledinglijn, schrijft een column voor Hitkrant, stond in de Playboy en ik neem aan dat ze elke week wel in een of andere dorpsdisco of op een corpsfeestje te vinden is om eerder genoemde hitje ten gehore te brengen en ten overstaan van een even lacherig als ongeïnteresseerd publiek flugeltjes naar binnen te hijsen.