serie

Afschrijvingen

Paul Teule schrijft over economie en maatschappij, en schrijft daarmee zijn frustaties van zich af.


Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Op naar een monetair ecosysteem?

COLUMN - Deze en volgende week bespreekt Paul Teule het boek ‘Geld en duurzaamheid: van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem’ van Bernard Lietaer. Vandaag deel 1: hoe kunnen we ons geldsysteem enten op de natuur?

Bernard Lietaer houdt zich al decennia bezig met geld. Als bankier, investeerder, onderzoeker en als activist. Zijn ideaal: een monetair systeem met meerdere valuta dat weerbaarder, duurzamer en eerlijker is. Dit is ook de hoofdboodschap van het boek ‘Geld en duurzaamheid’. Ons huidige monetaire systeem is in feite een ‘monetaire monocultuur’: we betalen één officiële munt, alleen banken mogen geld scheppen, en geld levert rente op. Volgens Lietaer leidt dat niet alleen tot kortetermijndenken en sociale wantoestanden, ook het systeem zélf is instabiel.

De cijfers die Lietaer geeft zijn verontrustend. Tussen 1970 en 2010 waren er wereldwijd maar liefst 145 bancaire crises, 208 monetaire crises en 72 staatsschuldencrises. Oftewel 425 systemische crises in veertig jaar, wat betekent dat gemiddeld tien landen per jaar worden getroffen. Zit het systeem dan wel goed in elkaar? ‘Als een auto- of vliegtuigfabrikant zo’n staat van dienst zou hebben, zou er sprake zijn van massale verontwaardiging en zouden de ontwerpers terug naar de tekentafel worden gestuurd,’ aldus Lietaer.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Duurzaam vermogen

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft becijferd dat Nederland de voorgenomen bouw van tweeduizend windmolens op land maar beter vijf jaar kan uitstellen omdat windenergie nu te weinig oplevert. Daarmee komt onze ambitie om 16 procent schone energie te gebruiken tegen 2020 in gevaar. We gaan waarschijnlijk zelfs de minder ambitieuze Europese afspraak van 14 procent niet halen. Als dit al niet lukt, hoe gaan we dan in godsnaam voor 2050 de 80-95 procent halen die volgens het IPCC nodig is om klimaatverandering niet uit de klauwen te laten lopen?

In een interview met het Financieel Dagblad zegt Maarten Hajer, de directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat we de organisatiekracht van een ‘oorlogseconomie’ nodig hebben om het tij te keren. Als dat waar is heeft het PBL in ieder geval al één oorlogskas op het oog: de aardgasbaten. Maar er is natuurlijk nog een veel grotere pot: de pensioenen. We hebben, letterlijk, het vermogen om de transitie naar duurzaamheid te realiseren.

In het maandag verschenen rapport van het PBL wordt onder andere gepleit voor een nieuw aardgasbatenfonds om innovatieve ecologische projecten van de grond te krijgen. Het is in feite een doorstart van het met aardgasgeld gespekte Fonds Economische Structuurversterking dat door Rutte in 2011 de nek om is gedraaid. Er zit naar schatting nog 1200 miljard kubieke meter gas in de Nederlandse bodem en misschien nog een paar honderd miljard kubieke meter aan winbaar schaliegas. Dat zou de Nederlandse Staat 150 tot 200 miljard euro moeten kunnen opleveren. Noorwegen kan het, dus waarom wij niet, zou je zeggen.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | SEO kiest wél positie

COLUMN - In het onderzoek naar belastingparadijs Nederland kiest SEO gewoon positie.

Gisteren verscheen het langverwachte onderzoek van Stichting Economische Onderzoek (SEO) naar het economisch belang van belastingparadijs Nederland. Vooraf bestond twijfel of het SEO-onderzoek wel of niet ‘gekleurd’ zou zijn omdat de lobbyclub Holland Financial Centre de opdrachtgever is. SEO-directeur Barbara Baarsma haastte zich om te zeggen dat ze alleen de cijfers geeft en ‘geen positie’ inneemt. En in het rapport lezen we dat ‘de analyse niet moreel van aard is’ en dat ‘het uitganspunt is dat belastingontwijking niet intrinsiek slecht, maar ook niet intrinsiek goed is.’ Die neutraliteit en objectiviteit is, denk ik, toch niet vol te houden. SEO kiest gewoon positie voor een Nederlands deelbelang – hun goed recht, natuurlijk.

Het is goed voor de objectiviteit van de discussie dat we nu (veel) meer cijfers hebben. Het rapport zit goed in elkaar. We weten nu dat ‘bijzondere financiële instellingen’ jaarlijks minstens 3 miljard euro bijdragen aan de Nederlandse economie in de vorm van belastingen (2,3 miljard), loonkosten (ca. 300 miljoen) en omzet bij diverse dienstverleners (ca. 500 miljoen). En dat er direct en indirect tussen de 8800 en 13000 voltijdbanen mee gemoeid. Ook is het fijn dat er in ieder geval een ruwe schatting is van wat er daadwerkelijk aan belasting via Nederland wordt ontweken: tussen de 5 en 40 miljard euro.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Belasting betalen geeft warm en solidair gevoel

COLUMN - Pepijn van Houwelingen schreef gisteren in de Volkskrant dat solidariteit ‘uitsluitend’ iets is dat men in kleine kring en in vrijheid kan ervaren. De grootschalige, abstracte verzorgingsstaat met haar afgedwongen bijdrage zouden we dan ook niet meer als solidariteit moeten zien. Weinig mensen zullen, wanneer ze op hun loonstrookje zien wat er verplicht wordt afgeboekt ten behoeve van de verzorgingsstaat, een ‘warme, solidaire ervaring’ beleven, aldus Van Houwelingen. Het stuk mag gelezen worden als aanvulling op het betoog van Halbe Zijlstra in NRC Handelsblad van enkele weken terug, waarin de VVD’er beweert dat de huidige verzorgingsstaat met haar ‘afgedwongen solidariteit’ de samenleving de vrijheid ontneemt om uit ‘echte solidariteit uit welwillendheid’ voor de zwakkeren op te komen.

Hoewel ik sympathie heb voor elk pleidooi voor kleinschalige initiatieven – van voedselbank tot broodfonds – snap ik niet goed waarom het organiseren van solidariteit via de overheid niet ‘echt’ zou zijn. En ook niet waarom we zo’n punt moeten maken van de dwang die daar noodzakelijkerwijs bij komt kijken.  

We hebben er in Nederland in alle vrijheid voor gekozen om grofweg 45 procent van ons inkomen bij elkaar te leggen en dat door een door ons controleerde en ingestelde overheid te laten uitgeven (politie, wegen, scholen) en doorgeven (WW, bijstand, zorgtoeslag). Het huidige systeem is uitgebouwd en gecontroleerd door twintig Tweede Kamers die we zelf gekozen hebben (rekenend vanaf de invoering van de noodwet-Drees uit 1947).

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Weg met de 65-plus korting?

COLUMN - Economen Barbara Baarsma en Henriëtte Prast willen af van de 65-plus kortingen, zo schreven ze afgelopen zaterdag in Trouw. Het zijn subsidies die hun doel voorbijschieten, want het zijn vooral de rijke ouderen die toch al naar het museum gaan die er van profiteren.  Het is ‘omgekeerd Robin Hood-beleid’. Als je de arme Nederlander het museum, de bioscoop of de tram in wilt helpen, kun je kortingen dus beter inkomensafhankelijk en leeftijdsonafhankelijk maken. Ik had me voorgenomen om hier eens flink tegenin te gaan, maar bij nader inzien valt er eigenlijk geen speld tussen de krijgen. Denk ik.

Het regent kortingen als je de magische 65-grens passeert: NS-abonnementen voor iets meer dan de helft, minstens eenderde eraf op het tramkaartje, 30 procent korting op de bibliotheekpas, paar euro af van het bioscoopkaartje, korting op het theater en museum, enzovoorts. En dit louter en alleen omdat je als 65-plusser 65-plusser bent. Baarsma en Prast betogen dat het doel van dit soort subsidies – of het om het ondersteunen van de armeren onder ons gaat of het stimuleren van museumbezoek of OV-gebruik – niet wordt bereikt, maar dat er juist een overheveling van arm naar rijk plaatsvindt.

Ik heb de cijfers er nog maar eens bijgepakt. Nederlandse senioren zijn relatief rijk. Van de Nederlandse 65-plussers zit volgens het SCP slechts 2,6 procent onder het bestaansminimum, tegen 6,5 procent van de Nederlandse bevolking. En uit cijfers van de OESO blijkt zelfs dat Nederland wereldwijd de minste arme ouderen heeft. Slechts 1,3 procent van onze 65-plussers heeft een inkomen (na belastingen en toeslagen) van 50 procent van het mediane inkomen. Het OESO-gemiddelde ligt rond de 11 procent, de Amerikanen zitten op 14,6 procent, de Belgen op 11 procent en zelfs de Denen en Zweden zitten rond de 9 procent.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | 1000 miljard is een illusie

Vandaag wordt er in Brussel vergaderd over fiscale fraude en belastingontwijking. Langzaamaan dringt het door tot ons collectieve bewustzijn dat er iets goed fout zit. Europese regeringsleiders wordt een vette worst voorgehouden: Europese landen zouden jaarlijks 1000 miljard euro aan extra belastinginkomsten kunnen binnenhalen. 1000 miljard. Dat is twee keer het totaal aan Europese begrotingstekorten, meer dan twee keer het totaal aan leningen dat wordt verstrekt in het kader van de eurocrisis, dat is de hele Europese begroting voor de komende zeven jaar, dat is gratis gezondheidszorg in heel Europa, enzovoorts. Maar ik vraag me af of we ons niet rijk rekenen. Waar komt dat bedrag van die 1000 miljard precies vandaan en ligt dat zomaar voor het oprapen?

Geen misverstand: belastingontwijking door grote bedrijven is niet te rechtvaardigen. Het is immoreel omdat bedrijven niet betalen voor de publieke diensten waar ze net als iedereen gebruik van maken. Het is immoreel en inefficiënt omdat arme en noodlijdende landen miljarden aan publiek geld mislopen, waarvan een deel – oh, ironie – weer door ons als ontwikkelingshulp en leningen aan die landen wordt aangeboden. Je kijkt toch met andere ogen naar de eurocrisis als je ziet dat meer dan de helft van de multinationals uit Italië, Griekenland, Spanje en Portugal een brievenbus-bv in Nederland heeft. Zelf vind ik het overigens ook van de gekken dat zoveel knappe koppen zich bezighouden met fiscaal geknutsel. Nederland schijnt het enige land te zijn waar studenten als afstudeerrichting fiscaal recht of fiscale economie kunnen kiezen –  een veelzeggend feitje.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Wat is de waarde van bijen?

COLUMN - In de documentaire ‘More Than Honey’ maken we kennis met een niet al te sympathieke imker die bij het gezoem van zijn bijen zegt: ‘You hear that? That’s the sound of money!’ Hij doelt op waarde van de bestuifdienst die de bij levert. De bij speelt een onmisbare rol bij het bestuiven van de meeste soorten groente en fruit die we eten. Zonder de bij geen appels, sinaasappels, amandelen, kersen, avocado’s, komkommers, uien of pompoenen. Omdat bijensterfte wereldwijd toeneemt, wordt die rol steeds vaker in geld gewaardeerd. Want alleen met een prijskaartje heb je toegang tot beleidsmakers. Er zoemt een bedrag rond van 200 miljard dollar. Maar is dat niet een onderschatting?

Jaarlijks overlijdt tussen de 20 en 25 procent van de bijen – twee keer meer dan normaal – en het is niet helemaal duidelijk waarom. De oorzaak is in ieder geval meervoudig: zowel de varroamijt als neonicotinoïden verzwakken de bijen, de afgenomen biodiversiteit zorgt voor een minder voedzaam dieet, en het gesleep met bijenkolonies zorgt er voor dat bijen vaak niet meer in hun natuurlijke omgeving leven. Vingers wijzen alle kanten op, maar vooral ook terug naar onszelf.

Als je hier wat aan wil doen, en de overheid en (agrochemisch) bedrijfsleven tot bijvriendelijk beleid wil bewegen, moet je met een getal komen. De makkelijk berekenbare waarde van de productie van honing – wereldwijd een paar miljard dollar – zet helaas geen zoden aan de dijk, maar de veel grotere waarde die de bij als bestuiver toevoegt, is weer veel moeilijker te schatten.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Arbeidsdeling, maar dan anders

COLUMN - Op de Dag van de Arbeid een overpeinzing: als de werkloosheid ‘here to stay’ is, moeten we de schaarse banen in Europa dan misschien maar gaan verdelen? 

Het is wrang om op de ‘Dag van de Arbeid’ een recordwerkloosheid voor Europa te moeten noteren. Cijfers van Eurostat laten zien er in de Eurozone weer 62.000 werklozen bij zijn gekomen, wat het totaal op 19,2 miljoen brengt, oftewel 12,1 procent. Het is de 23e opeenvolgende maand dat de werkloosheid in de eurozone stijgt. Griekenland (27 procent), Spanje (26,7 procent) en Portugal (17,5 procent) voeren de lijst aan, Oostenrijk (4,7 procent), Duitsland (5,4 procent), Luxemburg (5,7 procent) en Nederland (6,4 procent) zijn de hekkensluiters. En voor de kiene observant: ja, deze cijfers zijn ook nog eens geflatteerd. Volgens ons eigen CBS zit Nederland op 8 procent, de Duitse overheid noteert zelf 6,9 procent.

Een enkeling wil nog steeds dat we meer bezuinigen, maar een steeds groter wordende groep schaart zich achter het plan om de economie te stimuleren. Maar wat als de groei niet komt?

Hét medicijn tegen werkloosheid bestaat niet. Maar de medicinale werking van bezuinigen lijkt te hebben afgedaan. Verschillende tussenbalansen laten zien hoe destructief bezuinigingen kunnen zijn, en hoe weinig de overheidsfinanciën er van opknappen. De eurozone is onderhand bezuinigingsmoe. Spanje kondigde aan dat het de begrotingsregels voorlopig op de lange baan schuift. Italië is ook klaar met ‘austerità’. ‘Italië is stervende, door bezuinigingen,’ zei de nieuwe Italiaanse premier Enrico Letta. En zelfs in Nederland laten steeds meer politici en economen de 3 procentsnorm los.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | 3, 2, 1… KOOP!

Originele analyses over onze economie komen vaak van ‘buiten’. Afgelopen zaterdag betuigde microbiologe Rosanne Hertzberger in NRC haar steun aan Mark Rutte die opriep om te stoppen met somberen en te gaan consumeren. Hertzberger begreep Rutte opeens toen ze vastzat in een file: ‘Al die auto’s staan daar alleen maar stil omdat de persoon vóór hem stil staat, en die staat weer stil omdat die persoon voor hem weer stil staat. En zo staan er tien kilometer aan auto’s te wachten. Doodzonde. Als iedereen gewoon tegelijkertijd in hetzelfde tempo optrekt, kunnen we verder met ons leven,’ aldus Hertzberger. Zo moeten we Rutte’s oproep dus zien: we trappen allemaal tegelijkertijd op het consumptiepedaal en zetten zo de hele economie weer in beweging. Een mooie vergelijking. En hij werkt.

Als we er even van uitgaan dat het inderdaad beter zou zijn als we met z’n allen tegelijkertijd meer gaan consumeren – we doen even net alsof duurzaamheid niet belangrijk is – dan zijn er wel twee typen individuen die een probleem vormen. De ene groep vertrouwt er niet op dat anderen gaan bewegen en willen het risico niet nemen dat ze als enige gaan rijden en brokken maken – een prisoners dilemma ‘from hell’. En dan is er nog een andere groep die simpelweg niet in de positie is om meer uit te geven, ook niet als het hen beter zou vergaan. Als je echt in de schulden zit, is het fijn dat je je baan niet verliest doordat anderen gaan consumeren, maar is het niet verstandig omdaar zelf ook aan mee te doen.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | De koning is een koopje

COLUMN - Levert het hebben van een koning(in) economisch voordeel op?

Het Nieuw Republikeins Genootschap (NRG) is een burgerinitiatief gestart om het salaris van de koning op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen. Koning Willem-Alexander gaat straks, net als koningin Beatrix nu, 825 duizend euro per jaar verdienen en dat is volgens het NRG veel te veel. Andere staatshoofden verdienen namelijk veel minder: Barack Obama verdient omgerekend 310.000 euro, de Spaanse koning Juan Carlos 150.000 euro en de Duitse bondspresident en Franse president zitten rond de twee ton. En zij betalen bovendien gewoon belasting. Ook als je het Willem-Alexander’s vorstelijke salaris afzet tegen de schamele 144.000 van een Nederlandse minister is de verhouding zoek, aldus de republikeinen. Maar maakt het NRG hiermee wel de juiste vergelijking?

‘Duur’ is altijd een relatief gegeven en je kunt tot op zekere hoogte kiezen waar je een prijs tegen afzet. Laten we voor de volledigheid even de prijs van het hele koningshuis nemen: als we de laatste berekening van de Belgische hoogleraar Herman Matthijs mogen geloven is dat ongeveer 40 miljoen euro per jaar, maar dat is exclusief de uitgaven aan beveiliging, staatsbezoeken en onderhoud van de staatspaleizen bij op. Toen die posten in 2009 nog wel in Matthijs’ berekening werden meegenomen wat het totaalbedrag 110 miljoen euro.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Is Sandel eigenlijk een econoom?

Komende vrijdag is er weer de Nacht van de Filosofie. Dit keer is het thema ‘schuld en boete’ en ligt de economie op de snijtafel. Homo economicus, de psyche van de bankier, de invloed van economie op onze cultuur, moraal, op ons lichaam – alles komt aan bod. Naast de Joris Luyendijken en Ewald Engelens, en helden als Tomas Sedláček, krijgen we ook hoog bezoek: Harvard-filosoof Micheal Sandel komt vertellen over zijn boek Niet Alles is te koop. Sandel bezit een zeldzaam scherp analytisch fileermes, dat we kennen uit zijn eerdere werk over rechtvaardigheid. In Niet alles is te koop zet hij dat mes in de marktsamenleving en probeert hij er de moraal uit de fileren. Dat lukt voor een deel. Ik zou alleen de econoom nog niet willen afschrijven zoals Sandel dat doet, temeer ook omdat Sandel zelf behoorlijk economisch denkt.

‘De markt’ heeft sinds de jaren tachtig een ongekende opmars gemaakt. Niet alles is te koop zit bomvol voorbeelden van wat je tegenwoordig allemaal kunt kopen: van verblijfsvergunningen en bruiloftstoespraken tot advertentieruimte op politieauto’s, van andermans levensverzekeringen en CO2-uitstootrechten tot de naam van de gymzaal van een middelbare school. Het leeuwendeel van deze voorbeelden betreft Amerika, maar je zou met gemak Nederlandse voorbeelden kunnen aanwijzen: denk bijvoorbeeld aan het sponsoren van rotondes.

Foto: daisy.images (cc)

Afschrijvingen | Het raadsel van rente

Bas Haring breekt zich het hoofd over rente. Ik doe met hem mee.

Bas Haring schrijft al een tijdje economiecolumns in de Volkskrant. Het is best leuk om te zien hoe een buitenstaander zich kan verbazen over de economische wetenschap en over de basics van marktwerking en geld. Twee weken terug wierp hij de vraag op hoe het toch komt dat rentepercentages altijd ongeveer vijf procent per jaar zijn, waarmee hij bedoelt: grofweg tussen de één procent en tien procent. Waarom niet 200, 5000 of min tien procent. Hij komt zelf met een nogal bizarre redenering die hij in zijn column van afgelopen weekend weer intrekt, omdat iemand hem enkele onoverkomelijke bezwaren gemaild. Niemand mailde hem echter een bevredigende alternatieve verklaring, want hij stelde de vraag opnieuw. ‘Feit blijft dat het een raadsel is: waarom is de rente vijf procent?’ Ik weet niet of ik een antwoord heb.

Haring heeft in principe gelijk dat de meeste rentes, van hypotheekrente, spaarrente tot overheidsschuldrente, tussen de één en tien procent zitten. Maar er zijn veel uitzonderingen: voor een creditcardschuld betaal je vaak een effectieve rente tussen de 10 procent en 20 procent. Veel rentes hebben nu of in het verleden wel eens (ver) boven de 10 procent gezeten, zoals rond 1980, en nu weer in de eurocrisis. En dankzij die eurocrisis kunnen veilige landen zoals Nederland en Duitsland soms zelfs lenen en daarvoor geld toe krijgen. Maar ook centrale banken rekenen wel eens een negatieve rente.

Vorige Volgende