Uit de jeugdzorg | Evan
COLUMN - Over iets meer dan een week is het 2015. Dan gaat de nieuwe Jeugdwet in. Ik ben benieuwd. Nieuwe ontwikkelingen zijn vaak goed. Maar niet altijd. Hoe de uitvoering van de wet er precies uit zal zien, weet niemand. Maar dat er veel opschudding over de wet bestaat, zal duidelijk zijn. Binnen mijn stichting heeft er een grote reorganisatie plaatsgevonden. Er zijn wijkteams opgestart, kinderen overgeplaatst, leefgroepen zijn gesloten, collega’s overgeplaatst, enzovoort.
Hoewel er natuurlijk grote verschillen zijn, zie ik overeenkomsten met mijn beginjaren in de jeugdhulpverlening. Vooral de onrust die het cliënten geeft om wéér te moeten wennen aan een nieuwe locatie of een nieuw contactpersoon.
Jaren geleden was er al een trend om kinderen zo lang mogelijk thuis te begeleiden. De wachtlijsten werden korter, of verdwenen zelfs. De groep waar ik werkte was onderbezet en werd samengevoegd met een naastgelegen groep. Kinderen verhuisden en collega’s werden overgeplaatst, wat voor de betreffende cliënten veel onrust gaf. Zo ook voor Evan. Tien jaar was hij en verhuisde mee van groep 3 naar groep 1. Een collega die het nieuws aan de kinderen moest vertellen, barstte zelf in tranen uit.
Een jaar later ging ook groep 1 sluiten. Dit keer vertelde de directeur het nieuws, we wilden het beter aanpakken dan de vorige keer. Evan verhuisde naar groep 4, een groep voor 4-12-jarigen. Een jaar later ging Evan, inmiddels twaalf, naar een pubergroep, waar hij in principe tot zijn 18de kon wonen.