hashtag

Zomergasten 2016

Foto: Zomergasten 2016 - Griet op de Beeck
Foto: Zomergasten 2016 - Griet op de Beeck

Recensie Zomergasten | Griet op de Beeck

RECENSIE - “Zomergasten is afgezakt tot ouwe televisie kijken en daar een potje bij mijmeren”, sprak iemand dit weekend tot mij. Laten we hopen dat hij naar Zomergasten met Griet op de Beeck heeft gekeken; zijn typering werd op twee essentiële punten weerlegd. Want 1) veruit de meeste fragmenten waren afkomstig uit deze eeuw en 2) Op de Beeck bleef zo ver weg van mijmeren als menselijkerwijs mogelijk. Ze houdt niet van koetjes en kalfjes, noch van anekdotes. Haar favoriete stokpaardje: het leven is maakbaar, zolang de sterren gunstig staan en je bereid bent om tot de bodem te gaan.

Het gaat haar niet om geluk. Geluk is overroepen. De Vlaamse schrijfster van Vele hemels boven de zevende, Kom hier dat ik u kus en Gij nu streeft naar intensiteit, waarin het mooie en het lelijke naast elkaar kunnen blijven bestaan. Ze wil de banaliteit van het dagelijks leven te lijf gaan, alles eruit halen wat er in zit. En door de schrijven, kan ze daar in alle hevigheid aan ontsnappen.

De mens, aldus Op de Beeck, heeft de neiging om al zijn tekortkomingen, al zijn frustraties, alle emoties en zwakheden onder het tapijt te schoffelen, om vervolgens op het tapijt te gaan staan en net te doen alsof hij de bobbel ellende die eronder ligt niet voelt. Maar wat elk mens zou moeten doen, (als het even kan met hulp van een begenadigd therapeut), is om dat tapijt op te tillen. En om het beest dat eronder ligt in de ogen te kijken en bij de kladden te vatten. Hij moet het gevecht met hem aan gaan en zichzelf zo bevrijden van die ondraaglijke ballast, zodat hij eindelijk zichzelf kan worden. “Iedereen in therapie!”, jubelde Op de Beeck. Waarna presentator Thomas Erdbrink haar op de sofa probeerde te leggen. De moeilijkheid daarbij: Griet op de Beeck wilde wel een tipje van haar tapijt oplichten, maar niet helemaal. Ze had zichzelf weten te bevrijden en die bevrijding had haar enorm veel gegeven, maar om ons precies te vertellen hoe het beest eruit had gezien, dat bleek onmogelijk. Zo zagen we de contouren van het beest, maar wat ze echt zag toen ze in de bek van het monster keek, daar bleef het naar raden. Liever liet ze de fragmenten het werk doen.

Foto: Abou Jahjah over True Detective (VPRO Zomergasten 2016)

Zomergasten 2016 | Dyab Abou Jahjah

RECENSIE - Ondanks dat presentator Thomas Erdbrink als een stuiterbal door het gesprek heen kaatste, maakte de gast deze eerste Zomergasten 2016 toch alleszins onderhoudend.

Dat een interviewprogramma geen aangever in optima forma behoeft om toch onderhoudend te zijn, heeft Thomas Erdbrink in zijn vuurdoop als presentator van het programma Zomergasten wel bewezen.

‘Onze’ man uit Iran stuiterde als een kwispeldolle terriër met ADHD en te weinig tijd van de hak op de tak en van het ene onderwerp naar het andere, daarbij zijn Zomergast voortdurend in de rede vallend met tussenwerpingen en premature vragen over iets dat later nog aan de orde zou komen.

Voortaan beter luisteren, Erdbrink

Goed interviewen is ook luisteren, maar Erdbrink was vooral bezig met alle vragen die hij zich voorgenomen had te stellen. Tot driemaal toe begon Abou Jahjah over zijn Werdegang ten aanzien van religie – en tot driemaal toe viel Erdbrink hem in de rede:

‘Vertel eerst eens iets over je achtergrond als tiener in Libanon. Hoe ging dat bij jullie thuis? Uit wat voor gezin kwam je?’

‘Geloof, ja, maar, zeg, vertel eerst eens iets over je dochter. Hoe voedt je die eigenlijk op? Je vrouw is gelovig, jij niet zeg je, hoe doen jullie dat?’

‘Daar hebben we het straks over. Nu eerst een fragment.’

Foto: Dyab Abou Jahjah in het programma Pauw! 9-5-2016 copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Zomergasten | Staatsvijand nummer één

VOORBESCHOUWING – Dyab Abou Jahjah roept vooral zoveel weerzin onder onze intellectuelen op, omdat hij het als Arabische moslim waagt, het Westerse superioriteitsbesef uit te dagen.

Ach ja, Dyab Abou Jahjah. Ik kan me nog herinneren hoe de Libanese Vlaming en voorman van de Arabisch Europese Liga in de jaren na de aanslagen van 9/11 op het toneel verscheen.

De cultuursupremacistische verdachtmaking van moslimgemeen-schappen door Frits Bolkestein en zijn ideologische opvolger Pim Fortuyn hadden met die aanslagen in één klap profetische klanken gekregen.

Overigens kwam die problematisering van migranten met een islamitische culturele achtergrond zo rond de eeuwwisseling niet enkel uit conservatieve en nationaal-populistische hoek: zelfs keurige sociaal-democratische intellectuelen als Paul Scheffer schreven inmiddels openlijk over ‘Het multiculturele drama’ (NRC, 2000).

De aanslagen op de Twin Towers in 2001 gaf die problematisering een acuut en dramatisch karakter. Menigeen vroeg zich nu af wat voor geloof dat nou toch was, dat haar aanhangers aanspoorde duizenden onschuldigen mee te sleuren in nihilistische kamikazeacties, en in het verlengde daarvan: wat we in vredesnaam met de migrantengemeenschappen uit Marokko en Turkije in huis gehaald hadden.

Het integratiedebat

Het Paard van Troje, aldus onze cultuursupremacisten. Die moslims waren een vreemd, ja vijandig element in het Westers lichaam. Ze hielden hardnekkig vast aan hun achterlijke gewoonten en attituden, een anti-Westerse ideologische blik op de wereld en daarboven op kwam nog de straatcriminaliteit en het machismo van Marokkaanse adolescenten; als die lui nou maar zouden ‘integreren’, dan kwam het allemaal wel goed.