Montesquieu Instituut

162 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)

Het gaat een lange hete zomer worden

Mark Rutte zou wel eens de langst zittende demissionaire premier van Nederland kunnen gaan worden, zegt Arco Timmermans van het Montesquieu Instituut.

‘The Dutch are back!’ Dit was volgens CDA-Europarlementariër Wim van de Camp de reactie in Brussel toen het kabinet net op tijd voor 30 april de begroting indiende bij de Europese Commissie. De financiële plannen moeten volgens Europese afspraak voorzien in een verlaging van het begrotingstekort naar 3 procent in 2013. Het zogenaamde wandelgangenakkoord met D66, GroenLinks en de ChristenUnie behoedde het minderheidskabinet van premier Rutte voor een afgang.

Terwijl de betrokken partijleiders opgelucht een rondje maakten in de draaimolen op de Koninginnedagkermis op het Lange Voorhout, bleek dat het Centraal Planbureau de overeengekomen plannen nog te vaag vindt om ze te kunnen doorrekenen op hun effect op het begrotingstekort.

Dat is de ironie van de geschiedenis van afgelopen week. De vijf partijen die zo vlot hun handtekening hebben gezet, moeten de komende tijd echt invulling aan de spontane politieke liefde gaan geven. Intrekken van het voorgenomen boerkaverbod zal hier weinig bij helpen.

De euforie rond het wandelgangenakkoord had vooral symbolische betekenis. Wilders die wegliep en vervolgens Kamerbreed werd uitgelachen, CDA-prominenten die na anderhalf jaar eindelijk hardop konden zeggen dat ze die hele constructie met de PVV eigenlijk altijd al te gammel vonden. De drie partijen die het kabinet om het landsbelang hebben geholpen om de papieren naar Brussel op te sturen. De peilingen die wat zetels winst lieten zien.

Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

Moet het nu toch eens van een gekozen burgemeester komen?

Met een verwijzing naar Europa wordt er door D66 weer gepleit voor een gekozen burgemeester. Hoe zinnig is dat, vraagt Frank Hendriks, hoogleraar vergelijkende bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, zich af.

De gekozen burgemeester is terug! En ‘Europa’ is weer een argument om deze hervorming te bepleiten. Volgens D66-Kamerlid Gerard Schouw zou Nederland inmiddels het enige land in Europa zijn waar de gekozen burgemeester nog níet is ingevoerd. Hoog tijd dus om Nederland in de vaart der democratische volkeren op te stuwen, zo meent Schouw. En velen menen het met hem.

Maar is het waar dat Nederland in Europa democratisch zo uit de pas loopt? En als dit zo is, zelfs als dit maar enigermate zo is, moet dit dan als doorslaggevend argument worden gezien om de gekozen burgemeester ook in Nederland in te voeren? Hoe belangrijk is ‘keeping up with the Joneses’ in Europa? Zijn er misschien andere goede redenen om het pad in de richting van de gekozen burgemeester te bewandelen? Wat zou er eigenlijk op tegen zijn?

Zulke vragen moeten worden gesteld bij alle pogingen tot democratische vernieuwing, en als nieuwbakken ‘fellow’ van het Montesquieu Instituut ben ik vast van plan om de beantwoording van zulke vragen te zoeken in Europees en vergelijkend perspectief.

De onmogelijke positie van Gerd Leers

Minister Leers lijkt nauwelijks de ruimte te hebben om ook maar iets te kunnen doen. Dat ligt aan zijn portefeuille, maar ook aan de ingewikkelde bestuurlijke constructie waarin immigratieministers moeten opereren, zegt Peter Scholten, Universitair Hoofddocent Beleid & Politiek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Ongeacht of de recente geruchten van de Volkskrant rondom zijn positie waar zijn, kan rustig gesteld worden dat Minister Gerd Leers van Immigratie, Integratie en Asiel zich in een weinig benijdenswaardige positie bevindt.  Niet alleen heeft hij een politiek bijzonder gevoelige portefeuille, bestuurlijk gezien is zijn positie erg beperkt en complex.

Waar aan de ene kant deze minister een enorme politieke en maatschappelijke druk ervaart tot het voeren van een zeer restrictief immigratiebeleid en een zeer voortvarend integratiebeleid, zijn de bestuurlijke mogelijkheden daartoe zeer beperkt. Zijn beleidsruimte is beperkt, integratiebeleid is iets voor lokale overheden, migratiebeleid voor Europa, en assimilatie is niet af te dwingen zeker niet als je ook wilt bezuinigen.

De portefeuilles immigratie, integratie en asiel hebben veel van Leers’ voorgangers weinig goed gedaan, denk  maar aan Nawijn, Verdonk en Vogelaar. Dit geldt overigens in mindere mate Van der Laan en Donner, die tot zijn aftreden ook integratie in zijn portefeuille had maar zich erg weinig op die portefeuille profileerde.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onzekerheid blijft ondanks Grieks akkoord

Wat is nu precies afgesproken in Brussel om Griekenland te redden? Een uitgebreide analyse van Jan Werts, correspondent bij de EU en medewerker bij de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid en het Montesquieu Instituut.

De eurolanden steken iedere Griek van baby tot bejaarde dertigduizend euro toe. Het akkoord over een tweede reddingsoperatie betekent namelijk dat de eurolanden in totaal 347 miljard vrijmaken voor schuldkwijtschelding, leningen en garanties. Griekenland accepteert dat het onder verscherpt toezicht komt. Voorlopig keert daardoor de rust terug op de financiële markten. De twijfel of Griekenland op langere termijn in de eurozone blijft echter.

In Europa en daarbuiten is met scepsis gereageerd op de uitvoerbaarheid van het nieuwe akkoord met Griekenland. De experts verwachten dat Griekenland (weer) niet in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen. “Veel maatregelen die de regering nu belooft zijn in wezen twee jaar geleden ook al toegezegd, maar nooit uitgevoerd”, erkent de Griekse voormalige minister van Financiën, Stefanos Manos.

De Frans-Amerikaanse kredietbeoordelaar Fitch reageerde met een verlaging van de rating van Griekenland. Die gaat twee stappen ineens benedenwaarts naar CCC. Dat is vlak boven de status D (default) van wanbetaler.

Mogelijk is daarom later nog een derde mammoet hulppakket nodig, dan wel stapt Griekenland alsnog uit de eurozone. Commissievoorzitter José M. Barroso hoopt echter “dat dit akkoord het scenario afwendt van een ongecontroleerd Grieks faillissement met ernstige economische en sociale gevolgen”.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Eurocrisis: it’s politics, not economics, stupid

Wie menig commentaar over de Eurocrisis volgt, zou tot de conclusie kunnen komen dat het met de geestesgesteldheid van Europese politici niet al te best is. Zij zouden kortzichtig zijn, problemen niet begrijpen dan wel onderschatten. Vooral economen hebben hier een handje van.

Uiteraard is niets mis met de intelligentie van politici. Hun handelen wordt echter vooral bepaald door politieke motieven en niet door economische analyses. Bovendien hebben zij in een democratisch rechtsstaat met een reeks beperkingen te maken.

Neem Angela Merkel de Duitse premier. Merkel is gepromoveerd in de theoretische scheikunde. Haar proefschrift is gebaseerd op kwantumchemische en statistische methodes. Voldoende hersens voor economische analyses, zou je zeggen.

Maar Merkel wil en kan niet vanaf de economische tekentafel besluiten nemen. Zij is regeringsleider in een democratie.
Zij is afhankelijk van twee andere politieke partijen waarmee ze een regeringscoalitie vormt en deze coalitie heeft de steun nodig  van een meerderheid in het parlement. Merkels handelen wordt onder anderen ook nog beperkt door de Duitse grondwet en het waakzame oog van het Duitse constitutionele hof.

Hoe ziet het politieke krachtenveld waarin Merkel zich op dit moment beweegt concreet uit? Uit diverse enquêtes blijkt dat een kleine meerderheid van de Duitse bevolking nog steeds een voorstander van de Euro is. Maar uit een recente Eurobarometer bleek ook dat nog maar 36 procent van de Duitsers vertrouwen in de Europese Unie heeft. Maar één van de 27 lidstaten scoort nog slechter: het Verenigd Koningrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Europa in 2012: economische crisis en nationale sentimenten

Niet de economische crisis, maar het nationale sentiment zal in 2012 het grootste probleem zijn voor Europa, denkt Gerard Breeman, onderzoeker bij het Montesquieu Instituut.

Hoe moet het nu verder met Europa in 2012?  De Europese economie verkeert in recessie, sommige EU-lidstaten zijn bijna failliet en het wantrouwen in de financiële sector is groot. Bovendien blijken de oplossingen die politieke leiders voorstellen steeds weer onvoldoende. De crisis duurt – ook in 2012 – voort.

Terugkijkend wordt elke nieuwe stap in het Europese integratieproces voorafgegaan door een crisis. De economische crisis in de jaren 80 leidde tot de Economische en Monetaire Unie en plannen voor de Euro; de oorlog op de Balkan leidde tot een verdergaande Europese samenwerking op het gebied van veiligheid en het buitenlands beleid. Er is dus hoop dat de huidige economische crisis kansen biedt voor verdergaande Europese integratie. Althans, als we daar met zijn allen voor kiezen. Want dat is nog maar de vraag.

Steeds vaker is in Europa sprake van nationale sentimenten en steeds minder van onderlinge solidariteit en saamhorigheid. Zo sprak in december de Britse premier Cameron een veto uit tegen de strengere EU-begrotingsregels om daarmee de nationale belangen van The City veilig te stellen, stelt minister Kamp voor om Roemenen en Bulgaren voor een extra 2 jaar te weren van de Nederlandse arbeidsmarkt en is het voor de Duitse Bondskanselier Merkel erg lastig geworden uit te leggen waarom ‘Duitsers moeten meebetalen aan het wanbeleid van de Grieken’.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Heeft de parlementaire democratie zijn beste tijd gehad?

Heeft de parlementaire democratie zijn houdbaarheidsdatum overschreden? De crisis van de afgelopen jaren voorspelt weinig goeds, zegt Kutsal Yesilkagit, onderzoeker aan de universiteit van Utrecht.

De financiële crisis die sinds 2008 woedt heeft niet alleen slachtoffers onder  huizenbezitters, beleggers, banken en zelfs soevereine staten gemaakt. Ook de ‘Politiek’ kan tot een van de slachtoffers van de crisis worden gerekend. De afgelopen weken zagen we voortdurend dat democratisch gekozen politici er niet in slaagden om door middel van het beproefde middel van parlementaire meerderheden antwoorden te vinden op de gevolgen van de financiële crisis.

In de Verenigde Staten hakkelen de Democraten en Republikeinen over de verhoging van het Amerikaanse schuldenplafond – een besluit dat ooit een hamerstuk was. In Griekenland en Italië zijn politici met een mandaat op ruwe wijze vervangen door politici zonder mandaat. En in België heeft uiteindelijk de afwaardering van de kredietwaardigheid van de Belgische staat na ruim 550 dagen van formeren tot een ‘shotgun wedding’ van alle grote partijen geleid – een regering omdat het moet.

Ondertussen groeit het ongeduld en ongenoegen van (semi-)autoritaire regimes met de democratieën van het Westen. De Chinese leiders lijken niet te snappen dat in tijden van crisis politieke besluitvorming aan gekozen parlementariërs en politieke partijen kan worden overgelaten. Ze vrezen dan ook dat wanneer de Amerikanen, van wie de Chinezen de dollars in bewaring hebben, en de Europeanen, die hun belangrijkste handelspartners zijn, er niet in slagen hun problemen op te lossen dat zij dan ook het Morgenland mee in hun val zullen sleuren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe voortschrijdend inzicht de euro redt

Hoe voortschrijdend inzicht de euro redt. Aan de hand van de problemen maakt onderzoeker Jan Werts van het Montesquieu Instituut een schets van de reddingsoperaties. En waarom er nog spannende vergaderingen zullen volgen. Als de euro het niet redt, zal iedereen weten dat de politici alles hebben gedaan om een échec te voorkomen.

Achterhaald akkoord

In de vroege ochtend van 27 oktober bereikte de Europese Raad overeenstemming over drie problemen: het financieren van bankroet Griekenland,  het bijspijkeren van wankelende banken en de capaciteit van het noodfonds EFSF. Het akkoord kwam tot stand na marathonberaad van de EcoFin en Europese ambtenaren dat liep van 22 tot 27 oktober. Op 23 en 26 oktober was er een Europese Raad en een Euroraad in Brussel. Tevoren was de Europese Raad van 17 en 18 oktober wegens tijdnood uitgesteld.

Staatshoofden en regeringsleiders hadden op 21 juli al een akkoord gesloten. Door politieke aarzeling, technische complicaties, de vakantieperiode en de vereiste parlementaire goedkeuring in zeventien landen was dat pakket pas medio oktober afgerond. Op dat moment was het door economische tegenvallers (in Griekenland en elders), een dreigende recessie en spanningen in het bankwezen (Dexia), grotendeels achterhaald.

Griekenland bankroet

Met 110 miljard euro aan leningen dachten de leiders op 7 mei vorig jaar Griekenland te redden. Iedereen ging er vanuit dat Griekenland dat later weer zou aflossen. Een jaar later echter op 24 juni moest de Euroraad nogmaals ruwweg 109 miljard plus 50 miljard van de banksector beschikbaar maken. Tegelijk dringt deze zomer het besef door dat Griekenland zijn reuzenstaatsschuld nooit kan afbetalen. Op 21 juli besluit de Euroraad daarom tot kwijtschelding (een ‘haircut’) van 21 procent. Bovendien gaat dan de rente die Athene betaalt omlaag.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het referendum als drukmiddel

De Griekse premier Papandreou heeft het referendum, of het ‘dreigen’ daarmee verstandig ingezet. Hij begrijpt in ieder geval goed de kracht die uit het referendum spreekt: niet zozeer een volksraadpleging, maar eerder een politiek drukmiddel, zegt PvdA-coryfee Joop van den Berg.

De Griekse premier Papandreou heeft heel Europa op stelten gezet met de aankondiging van een referendum over de op 27 oktober met zo veel moeite overeengekomen maatregelen om de euro in stand te houden maar ook Griekenland als euroland te behouden. Zo zeer, dat hij zijn voorstel schielijk heeft teruggenomen. Maar niet, dan nadat hij de oppositie bereid heeft gevonden het hele pakket eveneens te aanvaarden, onder voorwaarde dat er spoedig verkiezingen zullen zijn. Men kan het gevoel krijgen dat dit van meet af aan de opzet is geweest van de ervaren en gewiekste politicus.

In heel Europa is er intussen een levendige discussie ontstaan over de vraag, of de Griekse premier zulk referendum wel ‘mocht’ uitschrijven. De vraag is immers gerechtvaardigd of in dit geval een referendum een adequaat democratisch instrument is om een probleem aan te pakken. Daarvoor is het dienstig te kijken naar de kenmerken van het referendum.

Tijdens de Franse Revolutie is het idee opgekomen dat onder bepaalde voorwaarden de bevolking niet buiten essentiële beslissingen kan worden gehouden, ook niet in een representatieve democratie. De belangrijkste voorwaarde is dat het gaat om een wijziging van de constitutionele verhoudingen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Hoe de Griekse crisis de liberalen parten speelt

De Griekse schuldencrisis heeft politieke partijen in Nederland en Duitsland voor het blok gezet. Vooral de liberalen hebben bakzeil moeten halen. In Nederland kwam Mark Rutte redelijk goed weg, maar zijn Duitse collega Guido Westerwelle moest het veld ruimen. Wat verklaart dit verschil, vraagt Hanco Jürgens van het Montesquieu zich af.

De fundamentele kritiek van de liberalen op de Europese subsidies en regelgeving verdween in de afgelopen weken naar de achtergrond toen bleek dat de EU in zwaar weer verkeert. Nu staan liberalen pal achter de Europese steunmaatregelen, die deze week worden afgekondigd. Als regeringspartijen moeten ze wel. Een belangrijk verschil tussen de Nederlandse en de Duitse liberalen is dat Mark Rutte deze zomer slechts een klein schrammetje opliep door een ‘onhandige rekensom’ te presenteren, terwijl de Duitse liberale voorman Guido Westerwelle in mei van dit jaar mede door de Griekse schuldencrisis zijn partijleiderschap moest opgeven. Hoe is dit verschil te verklaren?

Vlak voor de verkiezingen in 2010 verkondigde Mark Rutte met verve zijn visie op Europa. De toen nog VVD-lijsttrekker reisde af naar Brussel om duidelijk te maken dat het afgelopen moest zijn met de ‘Europese geluksmachine’: de structuurfondsen moesten worden afgebouwd en als het aan de VVD lag zou Nederland als nettobetaler bij de EU een extra korting van één miljard Euro afdwingen, bovenop de jaarlijkse korting van datzelfde bedrag.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het beste jongetje van de klas

Het Nederlandse pleidooi voor een automatisch sanctiemechanisme bij slordige overheidsfinancien, kan nog wel eens als een boomerang terugslaan. Nederland wil het beste jongetje van de klas zijn, maar is dat helemaal niet, betoogt Sebastiaan Princen, universitair hoofddocent aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht.

In de Europese discussie over de schuldencrisis, heeft de Nederlandse regering zich van haar strengste kant laten zien. Strikt toezicht op de financiën van de Eurolanden, uit te voeren door een onafhankelijke Eurocommissaris, met een interventieladder van automatisch oplopende sancties voor landen die zich niet houden aan de afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact. Dat is de strekking van het voorstel voor de versterking van het bestuur in de Eurozone die de Nederlandse regering in haar brief van 7 september uiteen heeft gezet.

Een vergelijkbare inzet is gekozen in de discussie over het zogenaamde ‘six pack’: zes maatregelen om het toezicht op de begrotingen en economische ontwikkeling van de Eurolanden te versterken. Op basis van deze maatregelen krijgt de Europese Commissie de bevoegdheid haar aanbevelingen aan individuele lidstaten kracht bij te zetten met financiële sancties, die alleen door een gekwalificeerde meerderheid van stemmen door de Raad van Ministers ongedaan kunnen worden gemaakt. Dit ‘semi-automatische’ sanctiemechanisme was precies wat de Nederlandse regering wilde, om te voorkomen dat zich een situatie zou herhalen als in 2003/2004, toen Duitsland en Frankrijk met succes sancties tegen zichzelf wisten tegen te houden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Europa op weg naar gezamenlijke staatsschuld

Een bijdrage van Jan Werts van het Montesquieu Instituut.

Nederland moet accepteren dat Europa opschuift naar gezamenlijk af te lossen staatsschulden. Tegelijk is het beschikbare instrumentarium reddingsmiddelen flink verruimd. Ondanks nieuwe megagrote steun aan Griekenland blijft de houdbaarheid van de euro onzeker. Duitsland en Nederland kregen voor elkaar dat de banken voortaan meebetalen. Onder druk van de speculanten is tijdens de speciale Eurotop van 21 juli een crisis afgewend.

Griekenland niet gered

Er komt een tweede reddingsplan voor Griekenland van totaal circa 215 miljard euro tot 2020. Over onderdelen van dat onvoorstelbaar grote bedrag wordt nog tussen belanghebbenden gesteggeld. Vast staat dat tot 2014 via EU (eurzone) en IMF 109 miljard beschikbaar komt voor o.a. herfinanciering van Griekse schulden en schuldkwijtschelding

De private sector (banken, pensioenfondsen, verzekeraars) levert tot 2014 circa 50 miljard. In totaal dragen de particuliere financiers tot 2020 106 miljard bij. Verder is voor Griekenland nog 45 miljard beschikbaar uit het vorige hulppakket dat 110 miljard euro beliep. Tenslotte maakt Athene zelf 50 miljard vrij uit de verkoop van staatsbezit. Je kunt samengevat zeggen dat Griekenland zeker tien jaar aan het infuus blijft hangen.

Vorige Volgende