Vandaag is mijn vader gestorven. Negen jaar terug en in gevoelsmomenten eigenlijk veel langer. In Amsterdam-Oost en één hoog. Bungelend in een verantwoorde kist aan blok en touw, back to the homeland. In een ridicule Caddillac met rode zetels, copyright de Belgische begrafenisonderneming.
Eén van die egotrippende artistieke, conflict zoekende figuren die zijn babygeneratieboom rijk was. Door- en rotverwend, door ouders, tijdgeest en economische mirakeltijden. Maar toch een voorbeeld.
Zijn overlijden was zijns manier apart. Bleek dat hij een tumor midden in z’n hersens had, ter grootte van een appel. Langzaam gegroeid, cel bij cel. Al even compromisloos als hij zelf was. Dat zegt wel wat, zou je denken.
De dag dat hij zei: “Zoon, ik heb nog 5 maanden te leven”, was meteen zijn laatste volledig lucide.
Dat ging zo: beetje bij beetje ging het bewustzijn, dat ding waar taal de uiting van is, uit. “Jan pakt een glas” -daar ging eerst Jan van verkeerd: “Peter pakt een glas”. “Je bedoelt Jan, vader?” -Ongeloof in zijn ogen: ik zèg toch Jan? Dan ging het glas. “Peter pakt een boom”. Meestal kon je nog volgen. Nog wat weken, en het klonk “Peter slaat een boom”. En steeds die verbaasde blik dat men hem niet begreep.
Toen hij stierf, -en ja, na een etmaal jachtig hijgen wèèt je dat het een ‘laatste adem’ is- omringd door min of meer toevallige getrouwen, was er opluchting. Vrede. Ik kon toen nog niet veel meer stamelen, dat moment alleen met dat lijk, dan: “je hebt gewonnen”.
Maar het moest mijn vader in Nederland niet zijn als er geen merkwaardig verhaal zou aan vast hangen.
De dag voordien was er nog niet het idee dat hij zou sterven. Plots was daar, uit het niets, een lange, mooie, strakke zwarte Dame in huis. Zo stond daar zomaar, niemand wist waar ze vandaan kwam. Van de ene naar de andere ging ze. Rustig, beheerst. Met dat rare licht rond haar van onaanraakbaarheid. Ze had iets met Rouw. Iets met veel begrijpen. Met ervaring.
Na iedereen in de ogen gekeken te hebben, keek ze ten laatste naar mij.
Ik, enig kind, Belg in Mamsterdam; slechts met maar één ding voor ogen -mijn vader een waardig einde bezorgen, kreeg de indringende boodschap mede: ”U heeft òòk traankanaaltjes hoor, meneer [Crachàt]” …
Reacties (34)
De tekening doet me pijn.
Aangrijpend. Nog bekend geworden wie de dame in het zwart was ?
10ipvp12
Ekskuus, een gevoelige snaar dat merkt U wel en ongepast gereageerd. Dit is een verbeelding van een moment waar er eigenlijk geen keuze mogelijkheid is..one way of half blank vel en zodoende niet representatief.
Nogmaals sorry.
Nee DegPek. In en Out. Die nacht begon m’n vader te hijgen tegen 100 per uur. duurde 24 uur. En die frequentie daalde en daalde en daalde. Op het laatst nog een pufje per minuut.
En dan de laatste.
Het rare en mooie en verschrikkelijke van een aangekondigd sterven. Zo dadelijk, om 11u15.
Bij deze wou ik nog de tientallen leerlingen en vrienden van hem bedanken, voor hun ongelofelijk onbaatzuchtige steun.
10? ben niet goed in nummers… Mijn excuus…
De tekening was van net voor z’n dood. Heb er toen tientallen gemaakt. Was mijn manier, in dat soms eenzame flatje, alleen met hem, om te communiceren met iemand wiens wereld niet meer de onze was.
Of net wel.
Ja, de wereld van een stervende. Richard Feynman stierf aan kanker, kwam ook in een diepe halfslaap, halfcoma terecht, maar midden in kwam hij een keer bij. “I hope I will not have to do this again. Dying is a dreadfully boring thing” en deed de ogen weer dicht.
Gecondoleerd waarde crachàt, hou die waardigheid vast en begraaf de goede man als het moment daar is. Het regent.
Crachàt, laat het los. Het is een bespiegeling van jezelf. Die vent was godverdomme je vader. Hoe zou jij het vinden moesten je dochters zo over je schrijven na je dood.
Jij bent veel meer dan je schrijft, hij was dat ook. Get it over and done with.
No hard feelings.
Ik bedoelde pagina 10 van relaas
@GW: Op een Penny-Farthing zit je soms met je hoofd in de mist.
Ja, dat ademen, wat een strijd. We hebben het daar nooit over gehad, of ik ben het vergeten, maar ik heb het later ook van dichtbij meegemaakt bij het sterven van mijn vader. Een doodsstrijd, zegt het woord, maar ook een prachtige inspanning, een lange bergrit van een eindsprint waar je dan zelf ademloos bij staat om de zoveel minuten, maar het duurt zo gigantisch lang dat het echt van een andere orde is. Niks magisch, maar ik ben blij dat ik daar bij was. Het helpt te weten, het troost.
(En, ik vind het terecht wat Crachàt schrijft, Wim. De man was meer dan er staat en wie dat weet, weet dat, en wie dat niet weet, hoeft zich geen zorgen te maken. Ik denk ook dat Vader Crachàt dit “vignet voor iedereen over de dood van een vader” compromisloos knap zou hebben gevonden.)
Hey Wim, goed je te horen. -hij was een VOORBEELD, ja?
En de crux is dat noch mijn dochters zo over mij zouden schrijven na mijn dood; en mijn vader precies hetzelfde wat ik doe over mijn dood.
Dat heet èchte aanvaarding, Wim.
Wonderlijk hoe, eens iets oprechts gepost, -met niet meer dan iets van het echte leven te tonen-, er een soort ongemakkelijk gevoel optreedt van lifelogging.
Desalniettemin zou ook Sargasso wat meer van dit mogen hebben soms, sigarenrokendewhiskydrinkendgrotendeelsmanneclubje die we soms zijn… <:-)
Thx, Snapz. Buñuel heeft al vaker z’n dienst bewezen.
ja lifelogging is verboden bij ons he….. maar dit bericht is meer dan een lifelog….. Het is een bericht over het leven, ziekte, de dood, een mysterieuze vrouw. De illustratie vind ik erg mooi. Mijn “echte” vader (ik ben opgevoed door iemand anders) zag er bij zijn sterven net zo uit. Daar was ik ook bij.
Nou, Steeph, je hebt wel wat in gang gezet he ? ;)
Niet Buñuel maar Cocteau, señor Bismuth, en nog wel : “Le testament d’Orphée”.
Da’s opeens een heftige episode in een feuilleton dat tot dusver een stuk abstracter was. Maar lifeloggen kan je het inderdaad niet noemen (lifeanddeathloggen?). Raar om er zo over te typen op de dag zelf, soort van afstandelijk en extreem dichtbij tegelijk.
Mijn deelneming, heer Crachat.
O hell, what’s in a surrealists name :-)
They’re all the same
hunted by shame.
and fame.
Enfin, op het moment dat ik dit schrijf was het zover.
Vervolgens menig mens bellen, vervolgens menig mens over de vloer, vervolgens een bloody féést.
We draaiden ouwe lp’s, snoeihard, allemaal rauwe blues (Hound Dog Taylor!) en Jacques Brel en de heilige Zigeuners en en en …. Bier en wijn, en roepen en gillen in de ene kamer, tranen met tuiten, en iedereen zonderde zich af in z’n private moment met dat lichaam op dat bed.
Zijn prachtige levensgezellin aan wie ik méér dan dank zou willen geven, en die dit leest -respect mucho!
Mijn vader had de waanzinnige kracht, om na dat Oordeel over hem uitgesproken, na twee weken een feest te geven voor iedereen die hij gekend had -om afscheid te nemen. 200 man ofzo.
What balls.
Hoe verkeerd men mij ook zou kunnen interpreteren, I loved the bastard. Ik zal dan ook nooit cheap hun generatie kunnen neersabelen, zoals de trent in Nedderland tegenwoordig blijkt te zijn. Ze waren een jarloersmakende club babyboomers, maar hebben wel voor een vrijheid gezorgd waar de westerse wereld nu nog steeds de vruchten van plukt.
Je kan hen niet verwijten dat ze de doos van PandoraTokkies hebben geopend, je kan hen net zo goed niet verwijten dat ze geen antwoord hebben op de -en ik druk me voorzichtig uit- Mohammed met een hoofddoekje die zijn feestelijke intrede maakt in de Space-WaalStreet age.
Ja Mark, klopt.
Dat feuilleton.
Ik weet niet waarom, maar een gedeelte mensen die ik ken zijn gespaard gebleven van de Dood in nabijheid, anderen, waar ik bij hoor, maken dat voortdurend mee.
Het grijpt zeker ook in op het soort werk wat ik hier af en toe post, bloed en melancholie.
Voor mij is dat niet negatief, het hoort en stoort zoals het is.
Chargerend krijg ik de kriebels, als het gaat over begrafenissen en hoe de Ghatolieke wereld daar als vliegen op een lijk springt.
Hoe die lieden zich dat moment van hoge triestheid, dat inzicht telkens in de vergankelijkheid (dit woord alleen al is door die parasieten geclaimd!) wetens en willens zich toe-eigenen…
Het is een teken des wands, niet enkel hoe een maatschappij omgaat met wetenschappers (…) maar hoe wij sociaal er niet in lukken een eerbied voor ons als mens NIET in een ridicuul ritueel maar in iets respectvols naar die mens die daar, de anderen verlaten hebbend, te kunnen brengen.
Sheit, wat een ONzin.
Bon, de begrafenis van mijn vader:
Omdat hij leraar was aan de Amsterdamse Filmschool, en hij leraar/regisseur was, was het afscheid heel visueel.
Mooie mensen hadden een film gemonteerd, met een groot deel bewegende beelden van hem. Een groot videoscherm stond in de aula opgesteld, en in doodse stilte werden die beelden getoond.
Veel mensen, zijn broer, ik uiteraard, en enkele minnaressen lazen teksten voor waar de illingen van over je rug liepen.
I went all the way -heb het vuur in de kist zien vlammen.
Heb zijn asse op zijn favoriete eilend Martinique aan de zee gegeven, achteraf.
En heb nooit de behoefte gehad om dat in een Groter Kader te plaatsen, natuurlijk niet.
Enkel die man, met zijn daden, af- en oprekenend tegenover de zijn omringenden. Punt.
Enfin, ik ga tekenen.
Twéé feesten, want ook de begrafenis zelf, in de Boerinnekes.
O sigarenrokendewhiskydrinkendgrotendeelsmanneclubje, als er dan toch enig lifeblogging aan de orde is, efkes, mag ik dan even het volgende kwijt over Crachàt Jr & Sr ?
Mijn broer was ’n zware Brel fan. Hij kon me niet overtuigen. Wie wel denkt u ?
“Ce qui compte dans une vie, c’est l’intensité d’une vie, pas la durée d’une vie.” [(Klik op mijn URL voor meer context.)]
Een van de mooiste liefdes van mijn leven was heavily into Cocteau. Ik was dol op haar maar van hare Jean moest ik toen niets weten. Maar wie heeft me het genie van Cocteau uiteindelijk doen inzien denkt u ?
Stel u voor dat ik die venten nooit had meegemaakt, zeg ! Ik zou nog altijd denken dat Matteus rosé niet bij artisjokken paste, of niet weten wat “Boe!” allemaal betekenen kan. Of “people”.
Soit, ik plak hier een derde en laatste still uit “Le testament d’Orphée”, geen onbelangrijke film huize Crachàt, omdat het een film is die goed aanduidt wat er zo gvd juist is aan die hele tekening + uitleg #7 sub http://www.sargasso.nl/archief/2006/02/24/harmoniac-i – namelijk : er zijn dingen die essentieel zijn in het leven, en waar je met woorden nooit dichtbij zal geraken, en waar enkel een kunstenaar aan kan zonder er de loodgieterij van te moeten snappen. Want hij maakt gewoon z’n eigen water, création-fleuve.
Zoals bijvoorbeeld het onbegrijpelijke van de dood nooit gevatter werd verfilmd werd dan in “Orphée” en “Le testament d’Orphée”, of het onirische van de dood in Buñuels “Le charme discret de la bourgeoisie” (de ‘je te cherche parmi les ombres’ scène), zo heeft die Crachàt Sr me daar negen jaar geleden met die appel in z’n kop een bochtig slotparcours neergezet waar ik nog steeds beduusd op terugblik. Waar je alleen maar van kan zeggen : ni te gelove, e lapt et em toch mo wieer.
En eigenlijk is junior daar ook zonder appels allang mee bezig.
Hulde !
De grootste schok die ik ooit qua film kreeg was wellicht in een shitty cultureel centrum buurt van Antwerpen. Le Sang D’ Un Poète.
Heb nu zeer officieel de Cocteaudvd via Amazon or whatever aangekocht, -en ben moeten ophouden in de helft van Téstament…. Echt waar, ik durf niet. Bang dat het mijn trein van potlood en papier doorkruist -vergiftigt met méér van dat waar ik op het spoor van ben.
Het zal pas dan zijn, wanneer mijn tekenen niet langer als een kleuter (of net wèl) gebeurt, ik verder zal wagen te kijken.
En terecht. Bon, ik bied er u drie euro voor. Sèg, dàg hè.
Crachat, begrijp, dit is niet bedoeld als spoil, dit is over leven en doodgaan, zoals je al zei.
Goed, Feynman (altijd levendige geest, haalde uit alles wat er in zit) mag niet worden misverstaan. Wen er maar vast aan, de tijd tijdens doodgaan duurt godverdommes lang, veels te lang. De sensatie van het vinden van iets nieuws is vervangen door de anti-sensatie van je afsterven. En dat duurt lang. Dat heeft Feynman gezegd.
at23: Gààt het een beetje, De Boeselare?
Je bedoelt de wereld van de stervende, mescaline?
Om eerlijk te zijn, wanneer het sterven zich plotsklaps nestelt tussen ons levenden, dan leef ik.
Op schaarse momenten van Liefde en creatie na, voel ik het leven dan als … eerlijkst aan.
Aan de ene kant wil ik dat gevoel met dood voor en in de ogen, verklaren als het oprechtste moment in ons leven , aan de andere kant word ik ràzend wanneer het leven niet die oprechtheid (blijkbaar) kan bieden…
Het is gek, gedaas omtrent Live fast and die young -dat zorgde ervoor dat de dood ook maar weer eens door een puberale kijk erop is ingenomen.
Ik hou van oude mensen.
En in een betere wereld die men zich wel eens steels wenst, zou ik graag leren van hen, en levenswijsheid -niet opgefukt door neurotische tijdsgeesten- overerven…
Knap dat je daar toch aan vasthoudt, kleine zoon bij oma op schoot. Als de meeste oude mensen niet anders zijn dan neurotische pubers – dan ben ik dat kwijt. Maar, geeft niet, want ik speel zelf ook opaatje, als aanvulling.
Alle semi-intellectuele bespiegelingen daargelaten, ik hou het gewoon bij een welgemeend ‘gecondoleerd’.
Jort, zeg jij ook Hallo tegen de Donald Duck ?
Klinkt allemaal zeer bekend. Hersentumor, afasie, laatste adem. Gek genoeg denk ik en met een goed gevoel aan terug alhoewel ik het niet eens ben met zijn dood. Dank voor het delen van deze woorden!
Beter laat dan nooit, beste Mescaline. Het verhaal lezend, concludeer ik dat het voor Crachat nog tot op de dag van vandaag geen besluit heeft gekregen.
Een vers spoor van verstild bloed.
Een welgemeend gecondoleerd dus, tijdloos.
En ja, ik storm iedere zaterdag de nieuwe Donald Duck enthousiast tegenmoet. Jij toch ook?
§Crachàt : Bedankt voor jouw roerende tekst en tekening ter gelegenheid van de sterfdag van jouw vader. Als nog mijn condoleance… Jouw woorden en de prachtige tekening brachten mij even terug bij het overlijden van mijn eigen vader, bijna zes jaar geleden.
Je hebt het op een prachtige manier opgeschreven, dusdanig dat het bijna het persoonlijke ontstijgt. Beslist geen ‘lifelog’ dus, in mijn beleving. De mooie, haast melancholieke tekening completeert dit wat ik toch zie als een postuum eerbetoon aan je vader. Ik wens je sterkte.
Ik heb dat ook met die tekening, hij trekt me aan maar geeft tegelijkertijd een ongemakkelijk gevoel. Ook in dit geval zegt de tekening meer dan de 1000 woorden…