RECENSIE - Ik heb nooit geloofd in journalistiek uit een boekje, maar met het zojuist verschenen Handboek Datajournalistiek kom je een heel eind.
Een woord vooraf. Ik ken in ieder geval een van de auteurs goed en ben zelf in een vroeg stadium gepolst of ik aan dit boek wilde meeschrijven. Ik heb toen bedankt, omdat het mij onzinnig leek een handboek over datajournalistiek te schrijven. Er zijn prima (gratis) open source alternatieven en voor de echte kneepjes geldt eigenlijk maar één stelregel: read the fucking manual. Het resultaat dwingt me toch tot enige nederigheid.
Handboek Datajournalistiek is door Henk van Ess en Hille van der Kaa geschreven. De auteurs zijn logische keuzes. Henk van Ess ken ik nog van een afstandje uit mijn Utrechts Nieuwsblad-tijd, een periode waarin de titel computernerd nog niet iets was om trots op te zijn. Henk was toen al toonaangevend in het gebruik van de computer voor journalistieke doeleinden. Hille van der Kaa heeft aan de Tilburgse universiteit de eerste master datajournalistiek opgezet. Van der Kaa is overigens ook bestuurslid bij Sargasso.
Het resultaat is een praktisch boek dat de belangrijkste vaardigheden belicht, maar – en dat waardeer ik eraan – ook de vele valkuilen niet probeert toe te dekken.
Het datajournalistieke proces wordt standaard in vier onderdelen gehakt: data vinden, bewerken, analyseren en presenteren. Bij iedere stap heb je als journalist een aantal standaardtools tot je beschikking, die alle uitvoerig worden behandeld: excel, Google Refine, Fusion Tables, etc. Voor het vinden van data heb ik zelfs nog een paar goede tips kunnen leren. Inhoudelijk heb ik eigenlijk weinig aan te merken. Ik vond de paragraaf over de Wet openbaarheid van bestuur wat optimistisch: het is in Nederland tamelijk lastig om grote datasets los te praten bij overheidsorganen. En Wobben is moeilijk. Maar voor wie een basisniveau wil bereiken, is het boek tamelijk compleet.
Maar de technische kant is slechts één kant van het verhaal. Een van de lastigste dingen van datajournalistiek is het geven van betekenis aan je gevonden data. Wat zeggen die cijfertjes precies? Kloppen ze? Zijn cijfers wel te vergelijken? Of kijk je naar compleet andere datasets? Waar zit het nieuws? Wat is het verhaal? Want dat is wat journalisten doen: verhalen vertellen.
Dat leer je niet uit een boekje, maar ik was wel aangenaam verrast dat Van Ess en Van der Kaa de lezer al een flink eind de juiste richting opduwen. Het hoofdstuk Discutabele Data bevat zo’n beetje alle valkuilen waar ik in de praktijk al in ben gevallen en soms met moeite uit ben geklauterd. Een voorbeeld. De data van de RDW laten zien dat het aantal auto’s in een gemeente in tien jaar tijd flink is afgenomen, met wel zestig procent. Navraag leert dat het niet om auto’s gaat, maar om registraties en dat er een aantal leasebedrijven is verhuisd. Daar ging het verhaal. Volgens Van Ess en Van der Kaa zijn cijfers ook maar meningen – en zo is het maar net.
Datajournalistiek heeft de toekomst. Niet omdat het een apart vak zou zijn, maar omdat iedere journalist (informatieverwerkers pur sang) ook digitale vaardigheden moet hebben. Data zijn overal. Gebruik ze dan ook. Ik ga ervan uit dat een jongere generatie dit soort vaardigheden al heeft – het valt me op dat jongeren al met excel kunnen omgaan en geloof me, dat is heel wat in medialand. Dit boekje kan de wat oudere collega wellicht over de drempel heen helpen. Die is minder hoog dan het lijkt.
Handboek Datajournalistiek
Boom Lemma
ISBN 978-90-5931-885-4
221 blz.