Zonder demonstranten voor de deur besprak de Tweede Kamer in Den Haag woensdag de regeringsverklaring van het kabinet Rutte II waarin bezuinigingen zijn aangekondigd van 18 miljard bovenop de al bestaande bezuinigingsplannen. Intussen werd er op veel plaatsen elders in Europa gestaakt tegen de bezuinigingen die voortvloeien uit de eurocrisis. In de Nederlandse media domineerde het beeld van schermutselingen met de politie in Spanje en andere zuidelijke landen. Het overzicht op de actiesite #14N (General strike! People of Europe rise up) geeft een genuanceerder beeld. Ook in Tsjechië, Engeland, Duitsland, Oostenrijk en zelfs Nederland hebben acties plaats gevonden. De inzet van de vakbonden die deze dag organiseerden is een sociaal Europa waarin verder gekeken wordt dan de begrotingsdiscipline. Naast een ‘Fiscal Compact‘ (het pakket Europese maatregelen tegen de crisis) pleiten de bonden voor een ‘Social Compact‘, oftwel maatregelen die de pijn van met werkloosheid en achteruitgang in inkomen getroffen werknemers moet verzachten. Aldus de FNV-bond AbvaKabo, die zelf overigens binnen bleef op de actiedag.
De European Day of Action and solidarity was het eerste pan-europese geluid van onderop tegen de wijze waarop achtereenvolgende Europese toppen de crisis menen te moeten aanpakken. De manifestatie doorbrak het tot nu toe bekende beeld van Griekse, Spaanse of Italiaanse demonstranten tegen de Griekse, Spaanse of Italiaanse regeringspolitiek. De Europa-brede actiedag zet de nationale politiek in het juiste kader: de Europese crisis.
Natuurlijk zitten er ook nationale kanten aan de crisis en kunnen nationale regeringen niet achterover leunen in afwachting van oplossingen “uit Europa”. Vorig weekend was ik bij een congres van de Europese Groenen in Athene. Die plaats was niet voor niets gekozen, het ging om solidariteit met de geplaagde Griekse bevolking. Maar toen een van de Griekse Groenen in een hartstochtelijk betoog de oorzaak van de ellendige situatie van zijn landgenoten geheel en al neerlegde bij “Europa” kreeg hij de wind van voren van een getergde voorzitter van de Groene Fractie in het Europees Parlement, Daniel Cohn-Bendit. Hoe staat het met de belastingontduiking? riep hij. En met de Grieks-Orthodoxe kerk, die zijn volgelingen wel heeft opgeroepen om te demonstreren tegen de naam van een buurland (Macedonië), maar niet bereid is bij te dragen aan een oplossing van de armoede in het land?
In de eurocrisis, althans in de beeldvorming, gaat het vaak over nationale staten en hun problemen. Of over regeringsleiders die met elkaar in conclaaf zijn en er maar moeilijk uitkomen. De Europese vakbonden hebben met hun actiedag laten zien dat de crisis over mensen in heel Europa gaat, over werknemers, waar ze ook wonen. Voor de een weegt de crisis zwaarder dan voor de ander. Maar dat kan verkeren. Wie weet wat de toekomst gaat brengen? Het is tenslotte een eurocrisis. Solidariteit van alle Europese werknemers is onmisbaar om meer rechtvaardige oplossingen voor allen af te dwingen.
Voor de vakbonden staat ook het Europese overlegmodel op het spel. We missen en sociaal contract, schrijft AbvaKabo, dat uitgaat van respect voor de sociale dialoog en collectieve onderhandelingen, van het belang van economisch bestuur als middel tot duurzame groei en werkgelegenheid en van economische, financiële en sociale rechtvaardigheid. Het gaat, kortom, om een model waarin aan meer partijen recht wordt gedaan dan de financiële instellingen en de politieke elite.
In het Amerikaanse, aan de Washington Post geliëerde blad Foreign Policy schrijft Dardis McNamee over het Oostenrijkse wonder. De eurocrisis lijkt Oostenrijk niet te deren. Het land heeft een werkloosheidspercentage van 4,4% en dat is vergeleken bij vorig jaar vrijwel gelijk gebleven, terwijl het gemiddelde van de eurozone stijgt en inmiddels op 11,6% ligt. Het geheim ligt volgens McNamee in het unieke arbeidsbestel dat uitgaat van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor zowel de individuele welvaart als de die van de ondernemingen. Daarvoor zorgt een “social partnership” system of representatives from labor, industry, government, and often academia, in which job security, wages, pensions, unemployment insurance, and other workplace standards, as well as related legal and policy questions, are discussed and negotiated, leading to recommendations to Parliament and the respective ministries.
Waar kennen we dat van?
Misschien moeten we zeggen dat een dergelijk model geen panacee is in de huidige crisis. Er speelt in Oostenrijk ongetwijfeld ook wel meer dat de gunstige cijfers in de hand werkt. Maar het voorbeeld is duidelijk: de collectieve verantwoordelijkheid zorgt voor een goed klimaat. Het klassieke Rijnlandse model levert welvaart en stabiliteit. Wat houdt Europa tegen om volgens dit model collectief de crisis te lijf te gaan?