WW: Baby’s zonder accent

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland. Mijn vriendin gaf ooit balletles aan een viertalige vijfjarige. Haar moeder was Frans, haar vader Duits, thuis spraken ze Engels en buiten en op school Nederlands. Wat voor iedere volwassene een gekmakende situatie moet zijn was voor deze dreumes geen enkel probleem. Het ging haar zelfs zo soepel af dat de ouders een regel moesten instellen: als je een zin begint in een taal, moet je hem ook in dezelfde taal afmaken. Dat het verwerven van een taal voor kinderen veel makkelijker is dan voor volwassenen is al langer bekend. In het bovenstaande voorbeeld gaat het niet om het aanleren van een tweede taal, maar om simultane tweetaligheid (of in dit geval meertaligheid): hierbij worden de talen tegelijk en direct na de geboorte aangeleerd. Bijkomend voordeel hierbij is dat er geen specifiek eentalig accent achterblijft. Het jonge kind kan alle taalspecifieke klanken produceren. Neurowetenschapper Patricia Kuhl was benieuwd hoe dit allemaal in zijn werk ging.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wetenschap helpt Olympische droom

Een bijdrage van Eva Teuling van Sciencepalooza.

Het Nederlands Olympisch Comitee (NOC*NSF) heeft de ambitie uitgesproken om Nederland bij de top-10 van beste topsport-landen van de wereld te brengen. Als kikkerlandje met slechts 16 miljoen inwoners moeten we daarvoor wat harder ons best doen dan landen als Canada en de VS, die uit een veel grotere vijver van talenten kunnen vissen. Maar, wie niet sterk is moet slim zijn! Eén van de slimme maatregelen om deze ambitie te bereiken is om wetenschappers zich met de sport te laten bemoeien. Hiervoor richtten NOC*NSF en TNO in 2006 de Stichting InnoSportNL op, die samenwerkingen heeft met onder andere de TU Delft, chemieconcern DSM en de Faculteit Bewegingswetenschappen van het VUMC.

Sportlabs

Landelijk zijn nu een vijftal sportlabs verrezen waar (top)sporters trainen onder professionele begeleiding van – jawel – een wetenschapper. Onder de naam Wetenschappelijke Ondersteuning Topsport (WOT) wordt kennis uit allerlei vakgebieden toegepast op sporters, zoals medische verzorging, voedingsadviezen en mentale en fysieke begeleiding. Ook hulpmiddelen zoals klimaatkamers en hoogtekamers om atleten voor te bereiden op andere weersomstandigheden worden niet gevreesd. Maar nieuw zijn de embedded scientists: wetenschappers die meedraaien in het dagelijkse leven van de topsporter, net als hun persoonlijke begeleider en voedingsadviseur al jaren doen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De filosofische baby

baby op de akropolisMet het krijgen van kinderen komt ook de goede raad. Familie en vrienden vertellen wat je moet doen en laten, waarna je al dat advies beleefd laat verstoffen. Voor de onzekere ouder staat ook een online leger klaar om op alle boertjes-, voeding- en slaapvragen antwoord te verschaffen. Populair zijn ook de hulpboeken, meestal geschreven in een quasi-grappig toontje. Ik heb me ook aan een paar gewaagd, maar na adviezen als ‘vader, zorg dat je genoeg eten in de vriezer hebt, want mama kan voorlopig niet koken’ haakte ik snel af. Uiteraard hebben wij ook het min of meer verplichte Oei Ik Groei in de kast staan, maar eerlijk gezegd word ik niet vrolijk van dat semi-wetenschappelijk geleuter over wat de ‘winkel van gebeurtenissen’ in deze fase weer in de aanbieding heeft.

The philosophical baby: what children’s minds tel lus about truth, love, and the meaning of life van de Amerikaanse neurowetenschapper en filosoof Allison Gopnik is daarom alleen al een verademing: je wordt op volwassen toon toegesproken. In dit boek stelt Gopnik dat we onze baby’s al millennia tekort doen. Baby’s zijn zelden een serieus onderwerp van onderzoek geweest, laat staan van filosofische bespiegelingen. Wat valt er ook te onderzoeken? Je wordt er vaak genoeg aan herinnerd dat baby’s immers niet veel meer doen dan kwijlen, slapen, eten, huilen en poepen.

Vorige