OPINIE - Het feminisme is niet relevant voor het klimaatdebat, en doen alsof het dat wel is, doet meer kwaad dan goed.
In mijn opvoeding heb ik een gezonde dosis feministische normen en waarden meegekregen. Ik vind het vanzelfsprekend dat er van mannen en vrouwen hetzelfde verwacht wordt en dat ze op dezelfde manier beoordeeld worden. Concreet komt dat er vooral op neer dat mannen net zoveel zorg- en huishoudtaken op zich horen te nemen als vrouwen, en dat vrouwen net zoveel horen te werken als mannen.
Tegelijkertijd snap ik dat wat vanzelfsprekend is, niet vanzelf gaat. De scheve man-vrouwverhouding aan de top van wetenschap, bedrijfsleven en politiek is geen toeval. Ook waar formele gelijkheid geldt, bestaan nog allerlei subtiele, vaak niet eens bewuste vormen van discriminatie – het beruchte “glazen plafond”. (Iets vergelijkbaars zie je bij allochtone jongeren die opeens wél uitgenodigd worden voor een gesprek als ze onder een Nederlands klinkende naam solliciteren). Sociaal-economische ongelijkheid tussen man en vrouw enerzijds, en culturele ideeën over wat voor een man of een vrouw “normaal” is anderzijds, houden elkaar voor een belangrijk deel in stand. Actieve maatregelen zijn vaak nodig om dat patroon te doorbreken.
Ik ben het dus op heel veel punten met het feminisme eens. Toch zou ik niet snel hardop zeggen dat ik feminist ben.
Zwarte, lesbische Newton
Voor een deel heeft dat met de toon te maken. Ik heb in een vergeten hoekje van mijn moeders boekenkast wel eens vergeelde feministische pamfletten uit de jaren tachtig gevonden, en ik schrok van de manier waarop “de man” weggezet werd als asociale, onderdrukkende, verkrachtende smeerlap. Ook van Opzij had ik vaak de indruk dat het me een soort schuldgevoel aan probeerde te praten: ik was er als jongen, met mijn ongetwijfeld perverse gedachten en keurende blikken, medeverantwoordelijk voor dat meisjes zich onzeker voelden over hun lichaam, of zoiets.
De feministische beweging stond ook grotendeels aan de verkeerde kant in de wetenschapsoorlogen. De exacte wetenschappen waren immers ook maar een cultuuruiting van blanke mannen – alsof de natuur zich anders zou gedragen als de zwaartekracht niet door Isaac Newton was ontdekt maar door een lesbische vrouw uit Uganda.
Maar mijn grootste probleem met het feminisme is de neiging om zich in allerlei bochten te wringen om in elke discussie een specifiek vrouwelijke invalshoek te vinden. Feministen doen soms wel denken aan de Partij voor de Dieren, die in de Tweede Kamer altijd over dierenrechten begint, of er nu over het koningshuis gedebatteerd wordt of over sociale woningbouw.
Vrouwenrechten in Nicaragua
Een mooi voorbeeld is het artikel “Klimaatverandering: mannenzaak, vrouwenprobleem?” van Marije Cornelissen en Marie-Christine van de Gronde, dat afgelopen zondag op dit weblog verscheen. In het stuk vragen ze aandacht voor het International Women’s Earth and Climate Initiative, een groep vrouwelijke ‘politici, beleidsmakers, wetenschappers, stamhoofden, activisten, spiritueel leiders, zakenlieden en economen.’ (Vooral van die ‘spiritueel leiders’ vraag ik me af wat ze in vredesnaam voor relevants kunnen bijdragen. Klimaatproblemen los je niet op met aura’s en aardstralen). Op haar site prijst het IWECI zich aan als ‘a solutions-based, multi-faceted effort established to engage women worldwide to take action as powerful stakeholders in climate change and sustainability solutions.’ Als het om vage retoriek gaat, kunnen ze zich duidelijk met heel wat afdelingen marketing meten.
Cornelissen en Van de Gronde vinden dat er teveel nadruk ligt op het bestrijden van klimaatverandering (mitigation) in plaats van ermee leren omgaan (adaptation). Hier hebben ze zeker een punt: met die mitigation wil het nog niet echt vlotten, dus het heeft zin om ons aan te passen aan een warmer klimaat.
Vervolgens gaat het over de landbouw in Nicaragua en de achtergestelde positie van vrouwen aldaar. Vrouwen komen moeilijk aan een lening, hebben weinig toegang tot onderwijs en worden in het algemeen minder serieus genomen dan mannen. Hierdoor hebben vrouwen meer last van de gevolgen van klimaatverandering voor de Nicaraguaanse landbouw.
Smurfin
Heel verdrietig allemaal, maar is klimaatverandering daarmee een vrouwenprobleem? Nee, natuurlijk niet. Grote problemen grijpen altijd in elkaar, en de druk van het klimaatprobleem kan bepaalde maatschappelijke en economische problemen erger maken. Maar klimaatverandering an sich heeft niets met man-vrouwverhoudingen te maken. De atmosfeer is niet gescheiden in een mannen- en een vrouwengedeelte. Een ton CO2 is een ton CO2, of de machine die hem uitstoot nou door een man of een vrouw bediend wordt.
Feminisme is een nuttig en relevant idee als het om de maatschappelijke positie van mannen en vrouwen gaat, maar het is geen overkoepelende Theorie van Alles en die pretentie moet het ook niet hebben. Door overal een “man-vrouwprobleem” in te zien, schiet de feministische beweging haar doel voorbij. Sterker nog, ze gaat lijnrecht tegen haar eigen idealen in.
In Hollywood geldt helaas nog altijd: men are generic, women are special. Mannen zijn de norm, vrouwen zijn bijzonder. Kijk naar de Smurfen: iedere Smurf heeft een unieke eigenschap of bezigheid, behalve de Smurfin. Haar vrouwelijkheid is wat er bijzonder aan haar is – ze is ook de enige vrouw in een dorp vol mannelijke Smurfen.
Iedereen die een specifiek feministisch standpunt in een discussie probeert te fietsen die helemaal niet over man-vrouwverhoudingen gaat, draagt aan dat beeld bij. Vrouwen zijn een geval apart, zo lijkt het; ze zitten anders in elkaar dan mannen en moeten anders behandeld worden. Ja, dames, op die manier kunnen jullie de SGP een hand geven.
Reacties (8)
“vrouwen net zoveel horen te werken als mannen.”
Eenvoudige vraag: waarom?
Ik lees de laatste tijd zo weinig ‘waarom’, ook in dit stuk. Stop met proposities als waarheden stellen en het aannemen dat zaken algemeen geaccepteerd zijn of zouden moeten zijn.
De voors en tegens raken we weer volledig kwijt.
M.b.t. feminisme worden rechten constant verward met plichten.
Leuk artikeltje, ik ben het ook wel eens met de kritiek die de auteur geeft over het niet moeten zijn van een alles overdekkende theorie en dat de kracht van het feminisme met name ligt in het maatschappelijk/sociale debat.
Bijzaak, maar toch ben ik nieuwsgierig, is waarom de auteur vindt dat mannen en vrouwen exact van alles evenveel moeten doen. Is het feminisme dan zo ver verwijderd geraakt van emancipatoire theorieën?
On-topic:
“Een mooi voorbeeld is het artikel “Klimaatverandering: mannenzaak, vrouwenprobleem?” van Marije Cornelissen en Marie-Christine van de Gronde, dat afgelopen zondag op dit weblog verscheen. In het stuk vragen ze aandacht voor het International Women’s Earth and Climate Initiative, een groep vrouwelijke ’politici, beleidsmakers, wetenschappers, stamhoofden, activisten, spiritueel leiders, zakenlieden en economen.’ (Vooral van die ‘spiritueel leiders’ vraag ik me af wat ze in vredesnaam voor relevants kunnen bijdragen. Klimaatproblemen los je niet op met aura’s en aardstralen). Op haar site prijst het IWECI zich aan als ‘a solutions-based, multi-faceted effort established to engage women worldwide to take action as powerful stakeholders in climate change and sustainability solutions.’ Als het om vage retoriek gaat, kunnen ze zich duidelijk met heel wat afdelingen marketing meten.”
Ik snap niet waar je stukje gaat en ik snap helemaal niet waarom je moreel leiderschap (ok, subjectief) ziet als waardeloos waarom je feminisme juist hier vluchtig overal doorheen probeert te fietsen.
Problemen los je namelijk op door mensen te mobiliseren voor een idee niet door top-down beleid op te leggen; vooral in die regio waar mensen dichterbij een dag-tot-dag bestaan zitten.
Ik vind het vanzelfsprekend dat er van mannen en vrouwen hetzelfde verwacht wordt en dat ze op dezelfde manier beoordeeld worden.
Dat heeft niks met feminisme van doen. Dat heet emancipatie. Feminisme is een seksistische vorm van emancipatie, namelijk vrouwenemancipatie. En daar is anno 2013 in Nederland nog maar weinig gezonds aan.
Concreet komt dat er vooral op neer dat mannen net zoveel zorg- en huishoudtaken op zich horen te nemen als vrouwen, en dat vrouwen net zoveel horen te werken als mannen.
En dat is al helemaal ongezond. De biologische verschillen tussen mannen en vrouwen werken ook door in hoe zij hun dag het liefste besteden, enerzijds vanwege verschillen interesse, anderzijds vanwege verschillen in kunde. Het heeft daarom geen enkele zin om gelijkheid na te streven. Gelijke kansen, ja. Gelijkheid, nee. Het is niet voor niks dan in landen waar die gelijke kansen het meeste aanwezig zijn, mannen en vrouwen ervoor kiezen om juist weer in hun oude “stereotype” gedrag te vervallen.
(…) culturele ideeën over wat voor een man of een vrouw “normaal” is anderzijds, houden elkaar voor een belangrijk deel in stand (…)
Heb je een bron die aantoont dat dat normaalbeeld cultureel bepaald is en niet van veel universeler aard is? Zoja, cool. Zonee, ga mannelijke verpleegkundigen en vrouwelijke software engineers tellen en concludeer dat dat normaalbeeld toch echt niet alleen cultureel van aard is.
Om niet al te flauw over te komen heb ik even veel te lang een bron gezocht bij mijn beweringen, naar mijn mening een van de allerbeste documentaires over dit onderwerp:
https://www.youtube.com/watch?v=p5LRdW8xw70
(En als dat niet volstaat is de BBC-documentaireserie Secret of the Sexes ook zeer aan te raden)
Verder helemaal mee eens; klimaatfeminisme is onzin. Maar dat lijkt me evident en niet artikelwaardig:P
Je schijnt het vorige artikel gelezen te hebben, maar toch lijk je de pointe geheel gemist te hebben.
Het punt is namelijk niet of de CO2-uitstoot is opgedeeld, maar dat de samenleving is opgedeeld. Vrouwen hebben een andere positie dan mannen. In veel gevallen heeft die positie 2 aspecten. Het ene is dat ze met bepaalde gevolgen van de opwarming veel meer te maken krijgen, doordat zij de moestuin verzorgen die niet meer goed groeit wegens veranderend klimaat, en het andere is dat hun positie niet goed naar voren komt omdat overleg en besluitvorming met name tussen mannen plaatsvindt.
Jouw oplossing zou zijn dat de vrouwen hun traditionele rol moeten opgeven, maar waarom? Dat is sowieso niet haalbaar op afzienbare termijn, het is ook niet echt onze zaak om daar een oordeel over te hebben. Waar de schrijvers van het vorige stuk voor pleitten:
– zorg dat ook vrouwen betrokken worden bij overleg en besluitvorming. Zij hebben op een andere manier met de situatie te maken, maar ook hun uitgangspunt verdient aandacht
– zorg dat kennis voor vrouwen toegankelijk wordt, zodat ze die kunnen toepassen in het omgaan met de veranderingen
– zorg dat middelen (zoals kredieten) beschikbaar worden voor vrouwen zodat ze maatregelen kunnen treffen die nodig zijn.
Hele zinnige uitgangspunten die stukken meer effect hebben dan een zeer abstracte benadering van hoe het (volgens jou) zou moeten zijn.
Daarnaast: je sneer naar spiritueel leiders is ongepast. Het illustreert vooral je volstrekte gebrek aan kennis/inlevingsvermogen ten opzichte van andere samenlevingen. In veel samenlevingen vervullen spiritueel leiders een belangrijke rol, en alleen al daarom zullen ze betrokkken moeten worden bij veranderingen. Zij hebben gezag, delen kennis en geven advies.
Maar bovendien zijn juist de spiritueel leiders van oudsher al betrokken bij het in harmonie samenleven met de omgeving, zelfs al gebeurt dat niet op de manier die jij als westerse rationalist zou willen zien.
Feminisme is natuurlijk wel relevant voor het klimaatdebat als vrouwen directer en harder door klimaatverandering worden geraakt dan mannen, zij daardoor meer behoefte hebben aan maatregelen die zijn gericht op adaptation in plaats van mitigation; maar vervolgens te weinig worden gehoord op de grote klimaatconferenties.
Dat er ook feministen zijn die in de jaren tachtig onzinnige dingen over mannen hebben geschreven (en daar ongetwijfeld nu nog mee bezig zijn), doet daar niets aan af.
Feminisme zou moeten gaan over gelijkwaardigheid. Het gaat helaas altijd over gelijkheid. Feminisme is een politieke stroom die gericht is op het opleggen van regels met als onderbouwing het bereiken van die gelijkheid, het is daarom tegelijkertijd een vorm van onnodige en ongezonde dwang. Ik zie feministes als speelballen van het grootkapitaal, ze assisteren in het programmeren van de samenleving op een wijze die het vrijwillig werken voor een salaris door beide partners faciliteert en vervolgens ook noodzakelijk heeft gemaakt. In de afgelopen halve eeuw is daardoor het aantal werknemers de facto verdubbeld. De overheid geeft daaraan volle steun om dat er een verschuiving van onbetaald en dus onbelast naar betaald en belast werk heeft plaatsgevonden. Kinderen worden niet meer door de ouder opgevoed, de belastingbetalende ouder laat dit door belastingbetalende kinderdagverbijven doen. Als we gaan kijken wat al die banen aan echte economische output hebben opgeleverd is het effect zeer teleurstellend, zelfs negatief. We moeten concluderen dat een groot deel der banen louter bezigheidstherapie is en dat het niet-doen van deze dingen maatschappelijk juist positief is.
De achterliggende reden voor het bestaan van feminisme en allerlei andere politieke doelen zoals CO2 belasting is in feite veel eenvoudiger: in ons financiele systeem is een exponentieel groeiende geldhoeveelheid ingebakken. Omdat op een eindige planeet de productie niet kan blijven toenemen en hyperinflatie het systeem omverwerpt zijn er daarom allerlei perverse methoden voor het bereiken van ‘economische groei’ bedacht. Feminisme en nieuwe belastingen zijn daar voorbeelden van. Het effect hiervan is helaas economisch en maatschappelijk zeer destructief. In de jaren 70 kon een gezin goed leven op 1 inkomen, de partner had alle tijd om andere zaken te ontplooien en desgewenst de kinderen op te voeden. Momenteel zijn 2 inkomens bittere noodzaak geworden. Met de verdubbeling van de arbeidsinspanning is de levensstandaard tussen de jaren 70 en nu echter geenszins toegenomen, het is allemaal verspilde energie.
@Jeroen
Diegenen die hard geraakt worden door klimaatverandering zijn subsistence farmers, en dat zijn vaak vrouwen. De vrouwen die uiteindelijk zitting nemen in het IPCC of welk internationaal overlegorgaan dan ook hebben net zo min met subsistence farming te maken al de mannen in het IPCC.
Er mag dan wel een genderkant zitten aan klimaatverandering maar dat wil niet zeggen dat meer vrouwen in de boardroom automagsich er voor zorgen dat keuterboertjes kennis hebben van robustere akkerbouwtechnieken. Daarvoor heb je gewoon goede experts nodig, en het maakt niet uit of dat mannen of vrouwen zijn.