- David van Reybrouck, Congo, een geschiedenis.
- Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2010.
- 680 p. ; geschiedenis.
Het heeft lang geduurd voordat ik iets kon schrijven over “Congo, een geschiedenis” van David van Reybrouck. Ik wilde het eerst lezen (582 pagina’s netto, met verantwoording van de bronnen, de bibliografie en het notenapparaat: 680) en ik wilde er ook nog iets meer over uitkramen dan ‘wow…’
Inmiddels steken er zoveel veren in Van Reybroucks reet, dat gevreesd moet worden voor een ruptuur. Terecht: Congo is -ondanks de fouten- een magistraal boek. De kortst mogelijke recensie luidt: “Van Reybrouck beschrijft de geschiedenis van Congo alsof je er zelf bij bent.”
Dat werpt wellicht de vraag op wat Congo ons kan schelen. Hebben we niet genoeg aan onze eigen problemen? De files? Onze pensioenen? De politieke elite versus de hardwerkende burger? En wat heeft Congo ons ooit gegeven?
Om met die laatste vraag te beginnen: Congo ‘gaf’ rubber voor onze banden, palmolie voor zeep en coltan voor mobiele telefoons. De yellow cake die gebruikt werd voor de productie van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki? Afkomstig uit Congo. Overigens werden niet alle grondstoffen met een glimlach ingepakt.
Blijft over de vraag of Congo ons iets kan schelen. Waarschijnlijk niet. George Foreman vocht er tegen Muhammed Ali, het bloedigste conflict sinds 1945 vond er plaats en dan hebben we de belangrijkste mediamomentjes wel gehad. Waarom dan toch dit boek lezen? Omdat het magistraal is!