De nepmiljarden van het Spaarfonds AOW |deel 3

Politiek Den Haag weet al decennia dat de vergrijzing een probleem gaat opleveren voor de AOW. In de jaren '90 werd het Spaarfonds AOW opgericht om dat probleem het hoofd te bieden. Maar in 2011 werd dat Spaarfonds, op dat moment leeg, opgedoekt. Wat is er gebeurd? Vandaag het laatste deel van een drieluik (deel 1; deel 2). In de documenten over het Spaarfonds wordt regelmatig beweerd dat de staatsschuld toeneemt als er na 2020 door het Spaarfonds wordt uitgekeerd. Het lijkt dan alsof door het Spaarfonds de schuld groeit. Dat is onzin. Een alledaags voorbeeld van ouders met twee kinderen en een hypotheekschuld van twee ton: de ouders willen voor de kinderen een studiefonds maken. Extra’s, zoals een deel van de vakantie-uitkering, een belastingmeevaller en een bijdrage van opa worden op een aparte spaarrekening gestort. Na een paar jaar staat er 20.000 euro op de rekening van het studiefonds. De totale schuld van het gezin is dan 200.000 min 20.000, is 180.000. Dan gaan de kinderen studeren en na een paar jaar is het studiefonds leeg. De totale schuld is dan weer opgelopen tot twee ton. Dat is het gevolg van het feit dat er elders nog twee ton schuld staat en niet het gevolg van spaarzaamheid. Als er geen cent in het studiefonds zit en de ouders lenen geld voor de studie van hun kinderen dan wordt de schuld 220.000. En dat laatste is bij het lege Spaarfonds na 2020 ook het geval. Tamelijk logisch allemaal en juist de reden om het Spaarfonds op te richten. Met echt geld, niet met praatjes. In 2009 wordt in de Tweede Kamer expliciet erkend dat het fonds een farce is. Stef Blok (VVD) vergelijkt bij een overleg met Piet Hein Donner (CDA), die dan op Sociale Zaken zit, het Spaarfonds met het sprookje van de kleren van de keizer. Er zit geen stuiver in het fonds en die stuiver is er in 2020 ook niet. Hij wil er mee stoppen. Ook minister Donner erkent dat er niks in het fonds zit en voegt er fijntjes aan toe dat de door Blok genoemde keizer destijds door Gerrit Zalm (VVD) is aangekleed. De heren zijn het er volstrekt over eens dat er nooit geld in het fonds heeft gezeten. En de Kamerleden? Die zwijgen. Na dit debat verandert ook de geruststellende tekst over het Spaarfonds op Postbus 51 in ambtelijke mist waar geen AOW’er nog een touw aan vast kan knopen: ‘Om ervoor te zorgen dat de werkenden van nu straks ook een AOW-uitkering kunnen ontvangen, is in 1998 een speciaal AOW-spaarfonds ingesteld. Er is daarbij geen sprake van een fonds met geld erin, maar van een aanspraak van AOW-premiebetalers op de schatkist. In dit fonds worden aanspraken opgebouwd op medefinanciering van de AOW vanuit de schatkist vanaf 2020. In dat jaar bedraagt de totale aanspraak 135 miljard.’ Hiermee is de publieksvoorlichting van de Staat der Nederlanden weer in lijn gebracht met de gedroomde Haagse werkelijkheid.

Door: Foto: Tuuur (cc)
Foto: Tuuur (cc)

De nepmiljarden van het Spaarfonds AOW | deel 2

Politiek Den Haag weet al decennia dat de vergrijzing een probleem gaat opleveren voor de AOW. In de jaren ’90 werd het Spaarfonds AOW opgericht om dat probleem het hoofd te bieden. Maar in 2011 werd dat Spaarfonds, op dat moment leeg, opgedoekt. Wat is er gebeurd? Vandaag deel 2 van een drieluik (deel 1 hier).

In 2005 staat in de Volkskrant een artikel van Frank Kalshoven met de vraag ‘Waar is dat AOW-spaarfonds?  Hij zegt dat het hele fonds een leugenachtig kiezersbedrog is en dat er geen cent in zit. En in Den Haag is men daarvan op de hoogte. Het staat namelijk in een rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte van de Minister van Financiën. Kalshoven wast Jan van Zijl, de vader van de spaarfondsgedachte, in het artikel flink de oren. Van Zijl reageert verontwaardigd. Maar zijn niet echt ter zake doende verweer ondersteunt  het gelijk van Kalshoven: er zit geen cent in het Spaarfonds.

Overigens heeft de Studiegroep Begrotingsruimte waar Kalshoven op doelt in Den Haag een stuk meer invloed dan haar bescheiden naam doet vermoeden. Het is een invloedrijke club waarvan gezegd wordt dat die ruim voor de verkiezingen al de miljoenennota’s voor het volgende kabinet heeft klaarliggen. Officieel heet het dat de Studiegroep voor de verkiezingen advies uitbrengt over de Rijksbegroting. Dan kunnen politieke partijen hier wel of niet iets mee doen in hun verkiezingsprogramma. De leden komen uit ministeries, het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank. De Studiegroep staat niet bekend als de meest progressieve denktank. Het belangrijkste gedachtengoed is het volgens de richtlijnen van Brussel terugbrengen van het begrotingstekort. De ideeën van Keynes om juist in tijden van depressie de overheid de economie te laten stimuleren vallen er niet in vruchtbare bodem. De opkomst en ondergang van het Spaarfonds loopt parallel met drie rapporten van de Studiegroep Begrotingsruimte. In 1997 adviseert ze de regering een Spaarfonds AOW op te richten, in 2001 waarschuwt de Studiegroep dat er geen echt geld in het fonds zit en in 2006  is het advies aan de regering om het Spaarfonds maar op te heffen. Aldus geschiedde. Op die manier heb je geen Tweede Kamer meer nodig.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Tuuur (cc)

De nepmiljarden van het Spaarfonds AOW | deel 1

ACHTERGROND - Politiek Den Haag weet al decennia dat de vergrijzing een probleem gaat opleveren voor de AOW. In de jaren ’90 werd het Spaarfonds AOW opgericht om dat probleem het hoofd te bieden. Maar in 2011 werd dat Spaarfonds, op dat moment leeg, opgedoekt. Wat is er gebeurd? Vandaag deel 1 van een drieluik.

In 2013 verscheen ‘Mij een zorg!’, een bundel met bijdragen van de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen in de Tweede Kamer. Onderwerp was de toekomst van de sociale zekerheid. In het hoofdstuk ‘Handen af van de verzorgingsstaat’ gaat de Partij voor de Dieren in op het AOW-spaarfonds. Dat is ooit opgericht als spaarpot voor de groeiende AOW-uitgaven en inmiddels een stille dood gestorven omdat er na ruim tien jaar sparen door de Staat der Nederlanden geen cent in blijkt te zitten. De Dierenpartij spreekt van kiezersbedrog en Ponzi-fraude. En dat alles vlak om de hoek in Den Haag. De andere wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen hebben kennelijk nooit van het Spaarfonds gehoord. In ieder geval reppen ze er met geen woord over, ook niet het CDA en 50plus, terwijl hun bijdragen juist gaan over de betaalbaarheid van de AOW.

Begin 1998 behandelt de Tweede Kamer het wetsontwerp Spaarfonds AOW. Paars-I regeert, Wim Kok is premier. PvdA-kamerlid Jan van Zijl beschouwt zich als de vader van het fonds, in de traditie van de vereerde Willem Drees, de echte vader van de AOW. Het Spaarfonds is nodig omdat er na 2020 veel meer aow’ers zullen zijn. Met alleen de AOW-premies die alle werknemers in Nederland sinds Drees afdragen is de aankomende bult aan grijze duiven niet meer te betalen. Waarom die “grijze druk”  pas in 1998 en niet veel eerder tot actie leidde, is op zich al merkwaardig. Tussen 1955 en 1975 zijn alle Nederlanders die tussen 2020 en 2040 de leeftijd van 65 jaar bereiken al geboren. Voeg daar de groeiende levensverwachting aan toe en je weet dat er achter de horizon een probleem ligt te wachten. Politiek Den Haag had jaren de tijd om een oplossing te bedenken.