Ik wil geen reclame op het werk

Aan het begin van de eeuw zag het er allemaal nog goed uit: de Nederlandse samenleving zou voor zijn software niet meer afhankelijk zijn van de grote Amerikaanse technologiebedrijven zoals Microsoft, maar zich binnen een paar jaar wenden tot open source-software – gratis, door iedereen te gebruiken software zonder geheime achterdeurtjes. De overheid en de universiteiten zouden hierbij voorop lopen: geen geld over de balk smijtend, eerlijk, transparant. Maar moet je nu eens zien. Als medewerker van een Nederlandse universiteit ben ik gisteren een hele dag bezig geweest met mij, verplicht door mijn werkgever, met huid en haar over te leveren aan een Amerikaans bedrijf – jawel, Microsoft. Al mijn correspondentie, al mijn data, alles, heb ik bij hen moeten inleveren. Open source-programma’s die ikzelf heb verzameld werkt niet meer. Ik heb, jawel, gedwongen door mijn werkgever, op mijn eigen telefoon software van Microsoft moeten plaatsen. Dit alles in het kader van de veiligheid. Want alleen in de armen van het Amerikaanse bedrijfsleven zijn we veilig. Verbeterd Open source betekent: de software die de programmeurs schrijven is openbaar. Je kunt hem daarom zelf aanpassen, vaak onder de voorwaarde dat je die aangepaste software ook weer aan het publieke domein vrijgeeft. Het betekent niet dat software-ontwikkelaars geen emplooi meer hebben: die aanpassingen moeten gemaakt worden, mensen willen voor hun vragen nog steeds ergens terecht kunnen. Wel betekent het dat je als software-gebruiker je niet meer met huid en haar hoeft over te leveren aan software van gigantische ondernemen waarbij niemand precies weet wat die software doet. Er waren twintig jaar geleden eigenlijk voor alle populaire software al open source-alternatieven voorhanden: tekstverwerking, spreadsheets, statistiek, communicatie, internetgebruik. Dat is in de decennia sindsdien alleen maar verbeterd. Alternatieven Open source hoort bij het academische ideaal: je wilt dat kennis in de eerste plaats gedeeld wordt, niet dat mensen er zoveel mogelijk geld mee verdienen. Je wilt dat iedereen bij iedereen op de vingers kan kijken, dat er openheid komt. In de afgelopen twintig jaar zijn andere door de technologie mogelijk gemaakte vormen van openheid dan ook terecht gepropageerd en deels gerealiseerd: open access, wat betekent dat wetenschappelijke publicaties voor iedereen vrij te lezen zijn, en open science, wat onder andere betekent dat je alle data waarop je onderzoek gebaseerd is ook vrij toegankelijk is voor iedereen die er meer over wil weten. Vorige week was ik op dezelfde universiteit die me nu verplicht tot commerciële buitenlandse software, op een workshop over open education – het delen van onderwijsmateriaal. Maar waar al die openheid tot bewondering en applaus leidt, lijkt de open source vergeten. Er wordt wel gedacht dat open source lastig te bedienen is of niet goed werkt. Maar dat is eenvoudigweg niet waar: het is vooral minder bekend. Voor vrijwel alles wat je kunt verzinnen en dat een normale onderzoeker zou willen doen bestaan eenvoudig te bedienen open source alternatieven. Neem nu de mail, de functie waarmee ik gisteren geworsteld heb: dat is een functionaliteit die in essentie al minstens veertig jaar niet echt veranderd is, en waar alternatieven ruim voorhanden zijn (neem Thunderbird). Producten Trouwens, als die alternatieven er niet zouden zijn, zou Nederland of de Europese Unie er ook in kunnen investeren: er is heus niets wat Microsoft kan dat de openbaarheid niet zou kunnen. Stel dat je een alternatief voor Microsoft Teams zou willen maken (ik zou niet weten waarom je dat zou willen, het is afschuwelijk), dan zou het interuniversitaire netwerkbedrijf SURF dat samen met wat buitenlandse collega’s kunnen maken. Het motto voor de totale overgave aan Microsoft is – zoals bijna altijd bij rampzalige softwarebeslissingen de heilige ‘veiligheid’: weg met de hackers. Maar open source-software is heus niet minder veilig. Maar in plaats laten we dus ons dataverkeer lopen via een Amerikaanse moloch, omdat we die kennelijk meer vertrouwen dan onszelf. En dus heb ik nu op mijn telefoon een app van Microsoft die ‘goedkeuring’ moet geven als ik probeer mijn mail te lezen. En dus ga ik als ik mijn werkmail wil lezen in mijn webbrowser niet meer naar een vertrouwenwekkend adres als mail.ru.nl, maar in plaats daarvan naar outlook.office.com, een pagina waar ik vervolgens reclame te zien krijg voor producten van Microsoft.

Foto: Karl Baron (cc)

Wat kan een computer het vermogen om te doen leren?

Er is belangrijk nieuws in een van de heftigste taalkundige discussies van de afgelopen vijftig jaar. We doen even een experiment met het taalmachientje onder je hersenpan. Wat betekent de volgende zin?

  • Wat geloof jij dat de actrice gisteren gekocht heeft?

De vraag is nu: wat is het lijdend voorwerp van gekocht? Dat is als je Nederlands spreekt hopelijk geen ingewikkelde vraag: dat is wat. Het staat weliswaar ver naar voren, maar vraagwoorden plaatsen we nu eenmaal naar voren in de zin. Maar neem nu de volgende zin:

  • Wat deel jij de overtuiging dat de actrice gisteren gekocht heeft?

De zin zou min of meer hetzelfde moeten betekenen als de vorige – de zinnen ‘ik geloof dat de actrice dit gekocht heeft’ en ‘ik deel de overtuiging dat de actrice dit gekocht heeft’ zijn parallel aan elkaar, en er wordt op parallelle manier een vraag van gemaakt– maar dat doet hij niet. Hij betekent niks.

De reden daarvoor, ontdekten taalkundigen meer dan vijftig jaar geleden is dat ‘jouw overtuiging dat…’ een zelfstandignaamwoordgroep is, en ‘geloof jij dat..’ een werkwoordgroep. Om de een of andere reden kan er geen relatie bestaan tussen een werkwoord en zijn lijdend voorwerp als dat werkwoord ingebed is in een zelfstandignaamwoordgroep en het lijdend voorwerp niet.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

De Boeing 737 Max

Laat ik beginnen met de disclaimer: mij ontbreekt echt de technische kennis om te beoordelen of wat meneer Gregory Travis zegt geloofwaardig is. Mocht hij echter een punt hebben, dan is dit een prachtig (doch lang) verhaal over onder andere 1) de zegeningen van de deregulering van kwaliteitscontroles; 2) de vraag wat in grote bedrijven belangrijker is, mensenlevens of het grote geld (goh, wat zou het antwoord zijn!!?!? SPANNEND!!!); en 3) het dystopische toekomstvisioen waarin de mens zijn lot in handen legt van een computer, omdat die het beter weet.

Foto: Huub Zeeman (cc)

Corona-apps hangen in een beleidsmatig vacuüm

COLUMN - Zowat alles ging mis bij die race om de corona-app die mensen moest vertellen dat ze bij iemand in de buurt waren geweest die besmet blijkt te zijn. De ene app was lek. De andere gaf je telefoonnummer prijs en verbrak zo je anonimiteit. De derde was helemaal niet aangeprezen door het deskundigenpanel: die hadden het ding expliciet afgewezen. De vierde waarborgde niet dat uitsluitend besmette mensen alerts konden versturen.

Belangrijker: de apps hingen in een beleidsmatig vacuüm. Ze staan of vallen met de beschikbaarheid van testen: alleen dan kan de waarschuwing die zo’n ding verstuurt betrouwbaar zijn. Maar er is geen flankerend beleid. Zelfs huisgenoten van een erkende patiënt kunnen zich nog zelden laten testen.

Wil je heus dat mensen zelf waarschuwingen versturen en een cascade van vermoedens en ‘mogelijke’ besmettingen zich door het mobiele netwerk verspreidt? Dan belanden we alsnog allemaal in zelfquarantaine en zijn we geen sikkepit verder.

Voor die aanpak is een term: techno-optimisme. Als je beleidsmatig met je handen in het haar zit, besteed je het probleem uit. Je laat er software voor maken: dan komt het vast goed! Mislukt dat, dan kun je de schuld voor je eigen falen op de programmeurs afschuiven. Altijd prijs.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wetten Worden Werkelijkheid in software

BRIEF - Onderstaande brief is als email naar de Tijdelijke commissie ICT gestuurd.

Geachte leden van de Commissie ICT,

Op 1 juni 2012 ben ik door uw voorgangers uitgenodigd een bijdrage te leveren aan de expertbijeenkomst van de Parlementaire werkgroep ICT-projecten bij de overheid. De schriftelijke bijdrage die ik destijds heb aan geleverd staat hier.

Als IT-architect maar ook als bezorgde burger heb ik mij sinds 2002 actief bemoeid met het IT-beleid van de overheid op o.m. de dossiers EPD en open standaarden/opensource. In dit laatste dossier was ik in 2002 de initiatiefnemer van de Motie Vendrik die een grotere onafhankelijkheid van dominante leveranciers bepleitte. Vorig jaar mocht ik als technisch expert zitting nemen in de Commissie van Beek die Minister Plasterk heeft geadviseerd over de (on)mogelijkheden van elektronische ondersteuning van het kiesproces.

Hoewel deze motie Vendrik in 2007 is vertaald in het Actieplan Heemskerk is dit beleid in 2010/11 door de lobbymacht van grote softwareleveranciers en de Amerikaanse overheid de nek om gedraaid. Zelfs de Algemene Rekenkamer is onder druk gezet om bepaalde vragen *niet* te stellen. Sinds 2002 heeft Nederland zo’n 60-90 miljard Euro uitgegeven aan buitenlandse software waarvoor in veel gevallen gratis alternatieven bestaan die net zo goed of zelfs beter zijn. Het gebruik hiervan wordt echter actief bemoeilijkt door zowel de Ministeries van OC&W en BZK, alsmede de VNG daarin gesteund door het lobbyapparaat van grote leveranciers en de Amerikaanse overheid.

Hoewel Minister Donner in 2004 in reactie op de Motie Vendrik al aangaf dat

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: 9/11 Photos (cc)

The missed opportunity of avoiding PRISM

ANALYSE - Once upon a time, in a pre-9/11 world, the European Parliament was about to take the privacy rights of their citizens seriously. Now PRISM is only a problem for Europeans because our governments did not implement the policies they themselves proposed in July 2001.

On July 11th 2001 the European Parliament published a report on the Echelon spy network and the implications for European citizens and businesses. Speculations about the existence of this network of Great Britain-and-her-former-colonies had been going on for years but it took until 1999 for a journalist to publish a report that moved the subject out of the tinfoil-hat- zone. The report of the EU Parliament contains very practical and sensible proposals, but because of events two months later across the Atlantic, they have never been implemented. Or even discussed further.

Under the heading “Measures to encourage self-protection by citizens and enterprises” it lists several concrete proposals for improving data security and confidentiality of communications for EU citizens. The document calls on Parliament to inform citizens about the existence of Echelon and the implications for their privacy. This information must be ‘accompanied by practical assistance in designing and implementing comprehensive protection measures, including the security of information technology.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: MS Kinect nu al hackersspeeltje nr. 1

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

OpenKinect Logo (Foto: Flickr/pmtorrone)

Dat het Web een platform biedt voor plotselinge explosies van co-creativiteit is niet alleen te zien aan ytmds of youtube-vide0-mashupsvan-reactiesop-parodieenop-leuke filmpjes. Ook voor hardware-hackers zorgt mogelijkheid tot razendsnelle verspreiding van informatie, filmpjes van half-geslaagde hacks en de discussie daarover met gelijkgestemden over de hele wereld voor een verhoging van het tempo waarin de ontwikkelingen elkaar opvolgen.We zagen al eerder dat onder aanvoering van wizzkid Johnny Lee in no-time de Nintendo Wii gehackt was om gebruikt te worden voor applicaties waar de mensen bij Nintendo nooit aan gedacht hadden.

Het zal dus geen verrassing zijn dat Microsoft’s nieuwe Xbox-speeltje, de Kinect, nu al geclaimd is door de ‘2.0’ hackerscrowd. De kinect is een kastje met ingebouwde camera dat je op je tv-monteert en die jouw bewegingen filmt en gebruikt om spelletjes te besturen.  Maar nog geen twee weken na zijn officiële Europese release zijn er al allerhande filmpjes, beschrijvingen en doe-het-zelf-beschrijvingen op het web te vinden van mensen die de Kinect geheel naar hun hand hebben gezet.

De meeste hacks maken gebruik van OpenKinect, een set drivers die het mogelijk maken de gegevens die via de Kinect binnenkomen op een PC uit te lezen en te gebruiken voor zelfbedachte toepassingen. OpenKinect werd in een paar weken uit de grond gestampt, ongetwijfeld gestimuleerd door een geldprijs van 3000 dollar die was uitgeloofd door webshop Adafruit. Microsoft was aanvankelijk not amused, maar draaide vrij snel bij en zegt nu Kinect met opzet zo ‘open’ gemaakt te hebben om creativiteit van gebruikers te stimuleren. Waar of niet, de houding van Microsoft geeft in ieder geval aan dat ze wel degelijk de meerwaarde inzien van dit 2.0 gebruik van technologie. Daar kan Apple nog wat van leren.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Volgende