Hieronder treft u een gastbijdrage van Arno Uijlenhoet: beoogd lijsttrekker Newropeans in Nederland.
EU-verdrag ondermijnt defacto soevereiniteit
Democratische controle in Europa schiet hierdoor tekort
In Duitsland woedt een discussie over de vraag of het Verdrag van Lissabon, de vervanger van het voormalige Grondwettelijk Verdrag dat door Frankrijk, Nederland en Ierland bij referendum werd afgewezen, verenigbaar is met de Duitse grondwet. Het Duitse constitutionele hof is om een uitspraak gevraagd. Tegenstanders van het verdrag, partijen zowel ter linker als rechter zijde van het politieke spectrum, zijn van mening dat Duitsland steeds meer aan Brussel wordt ‘uitverkocht’. Volgens de middenpartijen, christen-democraten, sociaal-democraten en liberalen, doet het EU-verdrag geen afbreuk aan de soevereiniteit van Duitsland. De lidstaten blijven volgens hen de baas van het verdrag.
Hoewel de middenpartijen formeel gelijk zouden kunnen hebben (de lidstaten dragen namelijk op vrijwillige basis bevoegdheden aan de EU over, waarvan zij ook zelf weer deel uitmaken), op materiële gronden kan weldegelijk worden vastgesteld dat de soevereiniteit van de lidstaten in toenemende mate onder druk staat. Al eerder hebben de lidstaten hun munt opgegeven, met daarbij bevoegdheden op het punt van monetair toezicht. Bovendien werd met de Euro het stabiliteitspact geïntroduceerd. Dit pact beperkt de bewegingsruimte van lidstaten om eigenstandig begrotingsbeleid te voeren. Zo mag het financieringstekort van een lidstaat niet zomaar boven de grens van 3% van het nationale product uitstijgen. Ook de invoering van de interne markt laat een autonome werking op bijvoorbeeld de sociale arrangementen van de lidstaten zien. Wanneer bepaalde sociale voorzieningen, zoals in Nederland de verzekering tegen ziektekosten, worden geprivatiseerd, gelden de Brusselse mededingingsregels.