Post-atheïst | Kerk en staat
COLUMN - Ik heb Harm Schilder nooit ontmoet, dus ik maak een voorbehoud, maar het lijkt me iemand met wie ik slaande ruzie krijg. Dat hij in Tilburg woont, prima. Dat hij pastoor is, oké. Dat hij de kerkklokken luidde, dat wordt lastiger. Dat hij het deed om kwart over zeven ’s morgens, vind ik tactloos. Dat hij, toen erover werd geklaagd, weigerde rekening te houden met de omwonenden, beschouw ik als ongemanierd. Dat hij het toelichtte met als argument dat hij de buurtgenoten ‘wilde laten weten dat er in de kerk ook voor hen werd gebeden’, maakt me onbeschrijflijk kwaad. Dat wil zeggen, ik kan mijn kwaadheid wel beschrijven, maar zelfs op GeenStijl zou het worden weggejorist.
Wat beweegt zo’n man? De simpelste verklaring is dat het gewoon een vervelend persoon is. Als een land maar groot genoeg is, is er altijd wel een pastoor die zichzelf ervan zal overtuigen dat godsdienst vóór beschaafde omgangsvormen gaat. Maar vermoedelijk is dat wat al te simpel geredeneerd.
Juist omdat er vervelende personen zijn, hebben we een wet en we streven ernaar dat die voor iedereen gelijk wordt toegepast. Dat is met kerken echter niet het geval: ze mogen de klok luiden. Daar zijn wat regels voor, waarmee de klokken van pastoor Schilder uiteindelijk ook tot zwijgen zijn gebracht, maar een kerk mag eerder geluidsoverlast veroorzaken dan u of ik. Als ik een vergunning zou aanvragen om de lessen van mijn schooltje vooraf te laten gaan door klokgebeier, zal de ambtenaar kijken alsof hij het in Keulen hoort donderen, maar als de pastoor dezelfde aanvraag doet, vindt dezelfde ambtenaar het doodnormaal.