De Sofisten 6: Een negatieve reputatie

De sofisten waren vaak welgesteld en invloedrijk. Zij lieten zich voor hun onderricht betalen door politici. Succesvolle sofisten als Gorgias en Protagoras hadden relaties in de hoogste kringen. Wiens brood men eet Maar dat leverde hen ook politieke en filosofische tegenstanders op. Die verweten de sofisten werd dat zij niet zozeer op zoek waren naar waarheid en wijsheid, maar vooral naar geld. Er valt wellicht wat te zeggen voor de stelling dat wie geld verdient met filosofie, moeilijk echt objectief kan blijven. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, nietwaar? Zeker als je sofist bent. En omdat er toch brood op de plank moest komen, hebben de sofisten zich vaak schuldig gemaakt aan simpelweg recht praten wat krom is. In het huidige taalgebruik is de term sofisme dan ook een synoniem van drogreden: een redenering die logisch en rechtvaardig klinkt, maar die volgens de wetten van de logica toch echt niet geldig is en eigenlijk ook nog eens immoreel.

Door: Foto: Bron: Livius.org
Foto: bron: livius.org

De sofisten 1: Wie waren de sofisten?

ACHTERGROND - In Griekenland rond 450 voor onze jaartelling kwam het beroep van ‘wijze’ vrij vaak voor. De wijzen trokken rond en hingen de goeroe uit, de kost verdienend met het geven van advies en onderwijs. We zouden ze vandaag de dag misschien ‘consultants’ hebben genoemd.

En zoals we net hebben gezien, was in Athene vanwege de democratisering van de samenleving behoefte ontstaan aan onderwijs in argumenteren. Veel van de rondtrekkende wijzen trokken dan ook naar deze stad en verbleven er voor langere tijd of zelfs permanent als onderwijzers en adviseurs.

Sofisten en filosofen

In die tijd, en overigens ook daarvoor, heetten alle filosofen sofisten. Oorspronkelijk betekende dat gewoon ‘wijzen’ of, iets speelser, ‘knappe koppen’. Pythagoras vond die titel echter wat aanmatigend, en gebruikte voor zichzelf liever de term ‘filosoof’: liefhebber van de wijsheid. Maar in de praktijk hadden zijn collega’s niet zo’n probleem met de titel sofist, en kwam het woord ‘filosoof’ pas later in zwang, toen latere filosofen het gingen gebruiken om zich af te zetten tegen de Atheense filosofen die we nu gaan bekijken. Zij heten ook in deze tijd nog ‘de sofisten’.

Deze sofisten hielden zich voornamelijk bezig met retorica: de kunst van het spreken. Sommigen van hen drongen zelfs door tot de hoogste kringen van de Atheense macht. Zij vormden geen groep of school met een centrale doctrine. Hun uiteenlopende denkbeelden werden juist versterkt doordat debatteren hun grote liefhebberij was, en ze daarom de verschillen juist opzochten.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: © Sebastiaan van der Lubbe idee belofte verantwoording copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Politiek: idee, belofte en verantwoording

COLUMN - Hoe in de politieke actualiteit focus en doel in het oog te houden zonder te verdwalen in details en anekdotes? Dat is de opdracht aan (studenten) journalistiek met politiek in hun portefeuille. Twee boeken (een uit, een nog niet) zetten mij deze zomervakantie op een spoor: Antony Beevors The Battle for Spain over de burgeroorlog en Jill Lepores These Truths, een (politieke) geschiedenis van Amerika. In beide boeken staan de ‘ideeën’ (van Spanje en Amerika) centraal en beschrijven ze onder welke omstandigheden, door wie en met welke argumenten een idee de overhand krijgt of het onderspit moet delven.

Politiek zouden we kunnen omschrijven als een idee met materiële consequenties. Die benadering boeit mij in ieder geval aan politiek, namelijk als brug tussen taal en tastbaar gevolg in de werkelijkheid, een koppeling tussen woord en daad (‘geen woorden, maar daden’ is mijn inziens dan ook een voorbeeld van a-politiek handelen). Terzake. Politiek als idee is mijn inziens echter wat mager. Want politiek gaat ook over beloften en verantwoording. Zo maakt Nederland zich langzaam op voor en is in Amerika al in volle hevigheid de verkiezingscampagne losgebroken.

Campagnes zijn nieuwsrijk en lastig te duiden: hoe in een intense periode van strijd het overzicht te bereiken en de moeite en energie die erin wordt gestopt ook na de verkiezingsperiode te laten renderen? Vaak ontstaat tussen verkiezingen en de fasen daarna een knip – al is het alleen al in de personele unie van redacties en de aandacht die politiek tijdens de campagne wel, maar daarna een stuk minder krijgt. Beide boeken, mijn fascinatie voor politiek als idee met materiële consequenties en de moeite die het kost verkiezingscampagnes te duiden, meer dan als spel of race, bracht me op een heuristisch model:

Foto: Mike Licht (cc)

Taal krijgt zijn autoriteit van buiten

COLUMN - Het komt slechts zijdelings aan de orde in het artikel dat de Australische taalkundige Ingrid Piller schreef voor het Journal of Sociolinguistics: het failliet van de gedachte dat je met taal je autoriteit kunt opbouwen. Het is een oud idee, dat ten grondslag ligt aan de klassieke retorica én aan veel latere analyses. Maar het stort volledig in elkaar wanneer we het succes bezien van de Amerikaanse president Donald J. Trump.

Er zijn wel mensen die proberen allerlei standaard retorische technieken toe te passen op zijn taalgebruik om daar dan zijn overtuigingskracht op zijn publiek mee te verklaren, maar mij heeft dat nooit overtuigd.

Vlak na zijn verkiezing schreef ik dat al over de framing-theorie: die zegt dat mensen de waarheid in een bepaald licht plaatsen wanneer ze iets zeggen.

Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat VVD-politicus Klaas Dijkhoff door gebruik te maken van de wachtgeldregeling een grote graai doet uit de staatsruif of dat hij gebruik maakt van uitgesteld salaris. Dat zijn allebei feitelijk correcte beschrijvingen, maar ze hebben verschillende implicaties.

Maar bij Trump gaat dat allemaal niet op, want in zijn communicatie lijkt de eeuwige zoektocht naar de waarheid verlaten. Als hij Dijkhoff was zou hij bijvoorbeeld eerst zeggen dat hij inderdaad dat geld ontving, en het de volgende dag ontkennen, vervolgens roepen dat Lodewijk Asscher schandalig veel wachtgeld ontvangt, en dan weer dat Asscher een loser is omdat hij het wachtgeld niet durft aan te nemen. En dit alles zonder zelfs maar de suggestie te wekken dat je zelf weet dat dit alles niet tegelijkertijd waar kan zijn.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Ron Mader (cc)

Journalistiek als retorische situatie

COLUMN - Stel: we onderzoeken niet hoe feitelijk nieuws is (dat laten we gedurende deze post over aan de vele factcheckers), maar hoe feiten tot stand komen en worden ondermijnd. Wat zouden we daar in vredesnaam mee opschieten? De constructie van feiten (niet afhaken!) vormt een belangrijk onderdeel van mijn onderzoek naar geloofwaardigheid in Nederlandse liveblogs. Het zal sommige lezers pijn doen (of ergernis wekken) dat ik de journalistiek niet beschouw als het probleemloos doorgegeven van de realiteit, maar als een retorische situatie of doelbewuste poging om publiek ervan te overtuigen de juiste versie van de realiteit voorgeschoteld te krijgen. Daarvoor zijn gelukkig argumenten.

Retorische situatie

Het liveblog is zo’n retorische situatie bij uitstek en een net zo populair als problematisch journalistiek genre. Het wordt steeds vaker ingezet (en gewaardeerd) bij sportwedstrijden, rechtszaken, rampspoed (terroristische aanslagen of natuurrampen) en politieke evenementen (campagnes en debatten). Daarbij is weinig tijd om informatie te checken of verifiëren wat leidt tot een verschuiving in journalistieke waarden, van first be right, then be first naar never wrong for long. En dat staat haaks op het ethische kompas van de journalistiek.

Als journalistiek een beroep is van verificatie en haar primaire taak het brengen van de waarheid is, zoals Kovachs en Rosenstiel beweren, hoe staat onmiddellijke (live) verslaggeving dan in verhouding tot waarheid en feitelijkheid? Als alle feiten voor het oprapen zouden liggen en zonder probleem herkenbaar voor de dienstdoende redacteur, is er niks aan de hand. Maar die redenering loopt spaak op de weerbarstige praktijk waar feiten niet altijd zo snel herkenbaar zijn of zo eenvoudig voor het oprapen liggen en, als ze er wel zijn, niet altijd direct worden opgemerkt.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Beeldtaal en retorica

Beeldtaal is de overdracht van gedachten waarbij het geschreven woord – geheel of gedeeltelijk – vervangen is door beeld. In de maanden augustus en september publiceert Willem Visser (beeldend kunstenaar, psycholoog en tekstschrijver) op zaterdagochtend artikelen over beeldtaal aan de hand van voorbeelden uit kunst, psychologie en alledaagse waarneming.

Bij retorica denken we meestal aan het gesproken of geschreven woord. Maar beeldtaal kan ook retorisch gebruikt worden; het gaat dan om visuele overtuigingskracht. Daarbij spelen geloofwaardigheid, emotie en logica een rol.

Politici en beeldretorica

Politiek is doortrokken van retorica, al was het maar omdat politici geloofwaardig en betrouwbaar willen overkomen. Dat neemt niet weg dat ze soms een wat moeizame (of moet ik zeggen: creatieve?) relatie hebben tot de waarheid.
Ze willen mensen ook aanspreken op emotioneel niveau: ‘zie eens hoe aardig, grappig of slagvaardig ik ben.’ Verder moet de potentiële kiezer de boodschap meekrijgen die behalve op emotie, ook een beroep doet op de logica: de politicus zegt een oplossing te hebben voor de problemen van de kiezer. Met beelden is het moeilijk ingewikkelde verhalen te vertellen, maar ze leveren wel een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming (image – imago). 

Het is interessant te zien hoe dit tot uiting komt in hoe twee totaal verschillende persoonlijkheden als Donald Trump en Barack Obama zichzelf presenteren.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Pathos en de vrijheid van meningsuiting

Als een schrijver een zin begint met “de vrijheid van meningsuiting is onbegrensd”, kun je er donder op zeggen dat er een “maar” zal volgen en dat de schrijver in feite het tegengestelde gaat betogen van wat hij aankondigde. Ik heb nog nooit een reden vernomen waarom er een beperking aan de vrijheid van meningsuiting zou zijn. Natuurlijk, sommige meningen zijn hard en worden door mensen kwetsend gevonden, maar ik heb nog nooit iets gehoord wat niet gezegd zou mogen worden. Van mij mag je dus

  • … de holocaust ontkennen, want dat standpunt is zo absurd dat het zichzelf wel weerlegt; zelfs de Conferentie in Teheran eindigde niet met een ontkenning, en riep op tot meer studie.
  • … pedofilie bespreekbaar proberen te maken, al was het maar omdat de betrokkenen dan bekend zijn.
  • … oproepen tot het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Als we werkelijk in een crisis geraken door het onderwerp alleen maar te agenderen, is dat het beste bewijs dat het systeem zo rot is als een mispel.

Volgens mij is het niet zozeer dat de vrijheid van meningsuiting onbegrensd is, als wel dat ze er gewoon is. Een andere kwestie is dat er omstandigheden zijn waarin het wel mogelijk maar niet verstandig is het basisrecht uit te oefenen. Je verbetert de kansen om een probleem op te lossen niet als je een gesprekspartner toevoegt dat hij er alleen maar zit omdat hij zwart is. Je hebt het recht het te zeggen, maar het draagt niet bepaald bij aan een ambiance waarin je tot overeenstemming komt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.