Kunst op Zondag | Parafernalia

Eind augustus werd door veilinghuis Zwiggelaar Auctions de privéverzameling van Tjeerd Deelstra geveild. De voormalige TU-docent en bouwkundige, oprichter van Urban (The International Institute for the Urban Environment), had van alles en nog wat over ‘tegenkunst’ (van vnl. Fluxus en Provo)  verzameld en wilde daar op zijn oude dag nu eens van af. Het pronkstuk van zijn  verzameling is ‘Tjeerd Deelstra’s tripbook’. In 1974 bezocht hij Fluxus-kunstenaars tijdens een reis door Amerika en Japan. Hij kocht een zwart notitieboekje en vroeg de kunstenaars iets aan dat boekje toe te voegen. Tjeerd Deelstra kwam thuis met een boekje volgepropt met “teennagels, niet-geïdentificeerde vloeistoffen op een gezouten vis, een batterij, plastic vlieg, tak, metalen vork en oordopjes”. Om slechts een deel van de inhoud te vermelden. Tjeerd Deelstra’s tripbook – 1974. Zo kreeg hij een baardhaar van Geoff Hendricks (1931 - 2018), bekend als de ‘wolkensmid’ omdat hij wolkenluchten verwerkte in zijn schilderijen, objecten, installaties en performances. In Deelstra’s boekje zit ook een door Hendricks geschonken postzegel (This is not a Cloud). Meer over Geoff Henricks in deze In Memoriam. Verder bevatte dit ´Gesamtkunstwerk´ wat schaamhaar van celliste Charlotte Moorman en wat eelt van Fluxus-oprichter George Maciunas van wie we hier de compositie ‘Piano piece No. 13’ vertoonden (uitgevoerd door Sonic Youth). Het verzamelen en bewaren van zeer persoonlijke parafernalia was (en is nog steeds) een meer religieus ding. Denk aan het in Boxmeer gestolde bloed van Jezus of het doek waarin de overleden gekruisigde zou zijn gewikkeld. Denk aan relieken als de baard en de tand en mantel van de profeet Mohammed. https://www.youtube.com/watch?v=gu3K_IgfjIk Dat trekt publiek en musea (ook een soort tempels) hebben dat wel door. Het Drents Museum toont van 8 oktober 2021 tot en met 27 maart 2022 niet alleen schilderijen van Frida Kahlo, maar ook parafernalia als kleding, korsetten en sieraden, beschikbaar gesteld door Museo Frida Kahlo. Museo Frida Kahlo is het huis waar Frida Kahlo het grootste deel van haar leven heeft gewoond. Bekend als het ‘blauwe huis’ (Casa azul), alwaar bezoekers zich kunnen vergapen aan haar atelierspullen en de rolstoel die ze in haar laatste jaren gebruikte. Het zijn de dingen die het doen. En om het publiek nog meer de musea in te jagen worden niet alleen spulletjes van kunstenaars tentoongesteld, maar wordt ook dat publiek gevraagd dingen aan te dragen. Tot vorige maand liep in het Dordrechts Museum de tentoonstelling ‘I love Dordt’. Eén van de meer dan 400 “persoonlijke spullen met een mooi, leuk, of ontroerend verhaal” die iets over Dordrecht vertellen, was een invalidenkarretje. De bijdragen voor de tentoonstelling zijn online nog te zien, inclusief de fiets waarmee kunstenares Mignon Nusteling de angst voor de dood overwon. Die persoonlijke parafernalia kunnen ook als ´kunst in de openbare ruimte´ worden geëxposeerd. Jan Heinsbroek, a.k.a. Jan is de Man, schilderde in juni een vitrine op een muur in Nieuwegein. In de vitrine kwamen spullen van wijkbewoners te staan. Zoals het blikken speelgoedfietsje, waar de eigenaresse leuke herinneringen aan heeft (de nu veertig jaar oude zoon en dochter speelden er vroeger fanatiek mee). Het knuffelbeertje is een herinnering aan de geboorte van het overleden zoontje van een buurtbewoonster. Jan is de Man – mural, vitrine Nieuwegein, 2021. Het museum als oplossing voor mensen die omkomen in de spullen: ‘Waste not’ van Song Dong. Zijn moeder begon obsessief dingen te bewaren nadat haar man was overleden. De kunstenaar Song Dong en zijn zus konden haar overtuigen afstand te doen van al die overbodige dingen door er een installatie van te maken. Een weergave van hoe een familie het moderne leven in China ondergaat. Voor het eerst in 2005 in Bejing tentoongesteld, sindsdien de wereld over gegaan, onder andere in Groningen (2015). https://www.youtube.com/watch?v=blbjQT-qWBE&t=2s Alfredo en Isabel Aquilizan pakten persoonlijke spullen die door de lokale Filippijnse gemeenschap aan de familie waren geschonken toen ze in 2006 voor het eerst in Brisbane (Australië) aankwamen in 140 balikbayan-dozen. Opgestapeld tot een woning zonder dak staat het symbool voor de Filipijnse diaspora. Net als veel Filipijnen, trekt ook deze installatie over de hele wereld, Alfredo en Isabel Aquilizan – Address, 2008. Overal waar ik mijn bed neerzet, noem ik mijn thuis. Voor een kunstenaar is dat natuurlijk een museum. Veel intiemer dan een doorleefd bed kunnen iemands parafernalia niet zijn. Tracey Emin – My bed, 1998. In 2012 vernietigde Michael Landy al zijn persoonlijke spullen. Echt alles. Of hij daar nog spijt van heeft gekregen vroeg The Guardian hem dit jaar. Nou nee, zei Landy, alleen toen hij kort na het project naar Spanje wilde werd het even lastig omdat hij ook zijn paspoort en geboortebewijs had vernietigd. En dat zijn moeder jankend het project binnenliep omdat het voor haar voelde alsof haar zoon aan het sterven was, dat was ook geen pretje. Maar verder werd Landy, geestelijk gezien,  niet armer van het hele gebeuren. Het voelde als een verrijking, geen einde maar een begin. Kijk in de 16 minuten durende docu hoe dat toen ging. https://www.youtube.com/watch?v=IAJg7rH_EMI Tot slot wat parafernalia van Miles Davis. https://www.youtube.com/watch?v=ojOClU9lPbw Prettige zondag.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk: De evangelist Marcus (2)

ACHTERGROND - Vorige week heb ik geschreven over de figuur van de evangelist Marcus – waar bitter weinig over bekend is – en wat de kerkelijke traditie hiervan vervolgens gemaakt heeft. We vervolgen nu met de reliekengeschiedenis van Marcus en sluiten af met voorbeelden van de wijze waarop Marcus voorkomt in volksdevotie en bijgeloof.

De Koptische kerk

De opvolger van Marcus was de schoenmaker Anianus, die als tweede patriarch/paus van Alexandrië de geschiedenis is ingegaan. Egypte maakte sinds 323 deel uit van het oostelijke gebied van het inmiddels gesplitste Romeinse Rijk, het latere Byzantijnse Rijk, en viel daardoor onder het edict Cunctos populos (380) van keizer Theodosius de Grote, waarmee hij het trinitair christendom dwingend oplegde aan christenen.

In de vijfde eeuw ontstonden geschillen tussen de patriarchen van Alexandrië en van Constantinopel. De Egyptenaren ervoeren de richtlijnen uit Constantinopel als bemoeizuchtig en onderdrukkend en als reactie daarop groeide de Koptische kerk steeds meer uit tot een nationale kerk met eigen liturgische, theologische en spirituele kenmerken. Tenslotte verwierpen de Kopten het Grieks, de taal van de Byzantijnse ‘onderdrukkers’, en namen de toenmalige Egyptische volkstaal als kerkelijke taal aan. In de tussentijd had de Koptische kerk de uitspraken van het Concilie van Chalcedon (451) verworpen en zich uiteindelijk afgescheiden van het Patriarchaat van Alexandrië, dat men beschouwde als verlengstuk van Constantinopel.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Reliekenverering (3)

ACHTERGROND - Vandaag de laatste van drie blogs over relieken (één, twee) en wel over relieken in de Oosters-Orthodoxe Kerk, de verzameling oosterse kerken onder leiding van Oecumenisch Patriarch Bartholomeus I van Constantinopel.

In West-Europa is de betekenis van relieken voor de gelovigen flink afgenomen. In de Oosters-Orthodoxe Kerk ligt dat anders. Een chaos zoals die in het westen ontstond en waarbij namaak, fraude en opportunisme een rol speelden, heeft het oosten niet gekend. Niet dat het allemaal koek en ei was, maar met criminaliteit als in het westen werd de kerk van Constantinopel niet geconfronteerd. Bovendien bleef het oorspronkelijke doel van de reliekenverering hier het best bewaard: deel krijgen aan het heilige. De echtheid van relieken speelt daarbij een ondergeschikte rol. Het kerkvolk kent zijn eigen waarheid.

Relieken in de oosterse kerken

De meest vereerde oosterse relieken zijn de stukken van het Heilig Kruis. Het grootste stuk bevindt zich in het Xiropotamou-klooster op Athos. De ‘gordel van Maria’ (zoni) die zij bij haar Tenhemelopneming volgens de legende aan de apostel Thomas geschonken zou hebben, is een goede tweede. Van deze gordel zijn meerdere exemplaren bekend. De O.L.V. Basiliek in Maastricht bezit er eentje, maar ook het Vatopedi-klooster op Athos. Deze laatste is gemaakt van kameelhaar en van edelstenen voorzien door keizerin Zoë (978–1050). Op de derde plaats staan botten en kledingresten van heiligen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Reliekenverering (1)

COLUMN - Ze zijn al diverse keren in mijn columns voorbijgekomen: relieken van heiligen. De oudere naam ‘relikwieën’ is wat in onbruik geraakt omdat sinds de ontkerkelijking nauwelijks meer serieus over dit fenomeen gepraat kon worden. Bovendien sluit het woord ‘relieken’ beter aan bij de Latijnse woorden waarvan de term is afgeleid: het werkwoord relinquere betekent ‘overblijven’ en het bijpassend zelfstandig naamwoord reliquiae betekent ‘stoffelijke resten’.

Hoogste tijd om ons eens af te vragen wat relieken nu eigenlijk precies zijn en hoe het verschijnsel is ontstaan. En ook: hoe in dit bij uitstek volksculturele fenomeen weer een spanning bestaat tussen enerzijds het ‘management’ van de kerk van Rome, die ook in de Middeleeuwen wel degelijk zijn hersens gebruikte, maar uiteindelijk niet opgewassen bleek tegen de praktijk van het gelovige volk en de lagere geestelijkheid. Omdat de ontwikkeling van relieken in de Oosters-Orthodoxe Kerk zich toch enigszins anders heeft ontwikkeld, daarover een volgende keer.

Wat vooraf ging

Relieken en hun varianten zijn van bijna alle tijden en godsdiensten. Het is in feite een archetypisch fenomeen: de menselijke behoefte aan iets tastbaars dat je veiligheid, hulp en troost kan bieden is een algemeen menselijke eigenschap. Het idee is bovendien dat door het contact met een voorwerp dat tot iets bezield ‘heiligs’ heeft behoort men deelgenoot kan worden aan de kwaliteiten van deze persoon.