Klimaatrechtvaardigheid

Ook de natuur heeft recht van spreken, we moeten alleen leren luisteren Klimaatrechtvaardigheid: opkomen voor groepen die het hardst geraakt worden door klimaatverandering. Maar hoe doe je dat wanneer groepen, zoals de natuur, niet voor zichzelf kunnen spreken? Naar de rechter stappen is één oplossing, maar werpt ook nieuwe, morele vragen op. Het is misschien wel de bekendste, meest gescandeerde leus tijdens klimaatprotesten. Protesten waarin mensen oproepen tot een duurzamer beleid, het herstellen van onrecht en het belang van een leefbare wereld voor toekomstige generaties. Klimaatrechtvaardigheid, heet dat. Maar rechtvaardig tegenover wie of wat? Volgens jurist dr. Laura Burgers (UvA) is het wrange antwoord op die vraag helder: rechtvaardigheid voor de groepen die het minste hebben bijgedragen aan klimaatverandering, maar het hardst worden getroffen door de gevolgen ervan. Denk aan de mensen buiten onze landsgrenzen, zoals een deel van de bevolking van Nigeria die dagelijks geconfronteerd worden met de vervuilende olieresten van multinational Shell. Maar denk ook breder dan dat: welke wereld laten we achter voor de toekomstige generaties? En hoe zit het met de niet-mensen, zoals dieren en natuurgebieden? Een van de manieren om deze onrechtvaardigheid aan te pakken, is naar de rechter stappen om een groener beleid af te dwingen. Zo gaf de rechter stichting Urgenda in 2019 gelijk in de klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat: onze overheid moet de uitstoot van broeikasgassen drastisch verminderen. Is de rechtspraak de weg naar een groene toekomst? Tijdens ‘Groene revolutie in de rechtszaal’ vertelt Burgers over de bijzondere wereld van het recht, waarin de natuur haar plek langzaam maar zeker opeist. De representatiecrisis Klimaatrechtvaardigheid betekent opkomen voor groepen die de grootste gevolgen van klimaatverandering op hun bordje krijgen. Het sleutelwoord zit al in de term: recht. Wanneer we geloven in een bepaald recht, volgen we dat recht en – in sommige gevallen - strijden we ervoor. Dat wordt legitiem recht genoemd. In een democratisch systeem zoals Nederland, is dat legitimiteitsprincipe het uitgangspunt: mensen die door de wetten van hun land worden gebonden, hebben een stem in de totstandkoming van dat recht. Als we wetten niet goed vinden, tekenen we bezwaar aan door bijvoorbeeld in opstand te komen: we hebben de macht ze te veranderen. Nog niet geboren kinderen, natuurgebieden en mensen van buiten onze landsgrens hebben geen stem in ons recht en beleid. En dat levert spanning op omdat onze wetten hun leefwereld in veel gevallen wel beïnvloedt. De klimaatcrisis, zegt Burgers, is dus evengoed een representatiecrisis. Een antwoord op dit probleem van onrechtvaardigheid, komt steeds vaker in de vorm van klimaatrechtszaken. Die gaan over de vraag: wie is nou juridisch gezien verantwoordelijk – of zou dat moeten zijn – voor klimaatverandering en de gevolgen daarvan? En wie moet een tandje bijzetten om een drastisch groener beleid mogelijk te maken? De rivier is van haarzelf Maar klimaatrechtszaken weerspiegelen ook een bredere trend in het rechtssysteem: de erkenning van het belang van de natuur zelf. In de klimaatzaak van Urgenda, bijvoorbeeld, beargumenteerden de pleiters dat de mens recht had op een leefbare omgeving, en de staat de plicht had meer te doen tegen CO2-uitstoot. De natuur is hier een mensenrecht: ze wordt beschermd in dienst van de mens. Burgers wijst echter op een andere, parallelle trend die steeds zichtbaarder wordt in het recht: de natuur als rechtspersoon. Dat wil zeggen: de natuur, een van de slachtoffers die continu het onderspit delft in klimaatverandering, heeft dan eigen rechten en heeft niet alleen gebruikswaarde voor de mens. Maar hoe werkt dat precies? Burgers geeft het voorbeeld van de Whanganui rivier in Nieuw-Zeeland. In 2017 wordt in een nationale wet vastgelegd dat deze rivier een eigen rechtspersoon is. Hij wordt vertegenwoordigd door een speciaal opgetuigde organisatie die het menselijk gezicht van de rivier representeert. Die organisatie, waartoe onder andere leden uit de inheemse Maori-gemeenschap met veel kennis over de rivier behoren, handelen in naam van het belang van de Whanganui zelf, in plaats van menselijke belangen ten opzichte van rivier. De onderliggende boodschap van deze wet is veelzeggend: de rivier is van niemand, behalve van zichzelf. Een ware paradigmaverschuiving, noemt Burgers het, niet alleen in het recht maar vooral in hoe mensen nadenken over zichzelf in relatie tot de natuur. En dat werpt allerlei ethische en tot de verbeelding sprekende vragen op: als de natuur rechten heeft, wat zijn dan haar plichten? Gaan we toe naar een toekomst waarin we juridisch vervolgd kunnen worden door felle, volhardende bomen? Geworteld in de wereld Ook Burgers heeft de antwoorden niet paraat, hoewel ze er veel onderzoek naar doet en er graag over mag discussiëren. Wat ze wel weet, is dat het tijd is om de beklemmende jas van het Verlichtingsdenken, waarin de mens los staat van de natuur – en bovenal zichzelf het recht toe-eigent de natuur in dienst te stellen van het menselijk soort - uit te doen. In het recht, in de economie, ten opzichte van de natuur en de nog ongeboren generaties na ons, moeten we handelen vanuit een relationeel denken: we zijn geworteld in de wereld om ons heen. Dit artikel van Malou van Noort verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht.

Foto: brad_bechtel (cc)

Schijn en systeem

COLUMN - Het heeft er alle schijn van dat de politiek inmiddels grondig kapot is – en daarmee ook democracy as we knew it. Dat de parameters van beleid tegenwoordig vaker op internationaal niveau worden bepaald dan in nationale parlementen, is op zich geen ramp. Dat burgers slechts zijdelings betrokken zijn bij de samenstelling van die internationale organisaties en zowel zij als NGO’s amper invloed kunnen uitoefenen op de agenda’s, standpunten, procedures en besluitvorming daar, is dat wél. Evenals dat burgers en NGO’s hun eigen zorgen er zo belazerd weinig terugzien.

Dat steekt des te meer daar dat bedrijven wel lukt, en zij een willig oor vinden.

Van de zoveelste verlenging van het auteursrecht of de uitbreiding van de reikwijdte van patenten; van intellectueel eigendom dat zo is opgerekt dat je ineens geen eigenaar meer bent van spullen die je toch heus eerlijk hebt gekocht – allemaal vérstrekkende veranderingen waar burgers niets en parlementen amper iets over te zeggen hebben gehad.

Daarnaast vormen en kleuren bedrijven ons dagelijkse leven zwaar, zonder dat burgers daar veel invloed op kunnen uitoefenen. Schaalvergroting, goedkoper fabriceren, werk uitbesteden aan rechteloze groepen, weigeren na te denken wat de rol van arbeid en loon nog is in een steeds verder geautomatiseerde wereld, is een vorm van korte-termijndenken die niet lang meer houdbaar is. Want wat moet er gebeuren met al die werklozen, al die uitgerangeerde mensen, zeker nu de staat zich ook steeds meer terugtrekt?

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: foto chicago man copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Waarom zitten er geen banksters vast?

Mooie documentaire van Frontline PBS over een belangrijke vraag: waarom zitten er geen banksters vast? We zijn nu bijna vijf jaar na Lehman verder en nog steeds zijn er nauwelijks arrestaties verricht. Toezichthouders zijn tandeloos, het ministerie van Justitie vervolgt nauwelijks en schikt liever dan dat ze fraudeurs voor de rechter brengen.

Met de benoeming van Mary Jo White als hoofd van toezichthouder SEC zal een nieuwe, meer agressieve lijn ingezet worden, zo verzekeren kringen rond Obama. De vrouw heeft inderdaad een indrukwekkende track record. De vraag is alleen of zij niet net zo goed onderdeel van het probleem is, want ook hier blijkt de ‘revolving door’ aanwezig te zijn: White moet haar oude ‘buddies’ gaan vervolgen.

Foto flickr cc Chicago Man

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Geen vergiffenis voor de doodrijder

COLUMN - Bijna 7 jaar geleden, in de herfstmaand november, werd mijn peetoom het onderwerp van een klein nieuwsbericht: “fietser gewond bij aanrijding“. Tussen zijn laatste woorden door greep hij naar zijn hoofd, er werd gereanimeerd en in coma is mijn oom afgevoerd naar het ziekenhuis. Een paar dagen later is hij overleden. De uitvaart kan ik me nauwelijks herinneren.

Vorig jaar november schreef rechtbank journalist Chris Klomp het artikel “een werkstraf is een prima straf voor een doodrijder“.

Chris geeft in zijn artikel een uitstekende feitelijke beschrijving van hoe intentie en schuld van belang zijn in een strafzaak. De publieke opinie over zulke chauffeurs is niet mals, dat is altijd wel duidelijk. Elk rationeel (online) commentaar, zoals ook ik die graag mag geven, wordt afgedaan als “veel te soft” en al snel komen de opmerkingen in de trant van “wacht maar totdat het jouw familie betreft, dan denk je wel anders”.

Hier betreft het mijn familie, dus bij deze.

Feiten

Mijn oom fietste altijd naar zijn werk, dag in, dag uit, weer of geen weer. Zijn fiets was ook prima in orde, met werkend licht en goede remmen en zo. Die dinsdagochtend in november was het slecht weer: het regende en uiteraard was het om 07:15 nog donker.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Witteveen, MH17 en de trias politica

Soms moeten we even meedoen met de golf van herdenkingen, een jaar na de MH17 ramp. Een goede reden is dat Willem Witteveen, met vrouw en dochter aan boord waren. Een bijkomstige reden is ook dat Witteveen en zijn dochter twee dagen voor de fatale vlucht het manuscript van “De wet als kunstwerk” bij de uitgever hadden ingeleverd.

MH17 werd neergehaald boven Oekraïne, vermoedelijk een fout van rebellen, het Oekraïnse leger of misschien zelfs behulpzame Russen. Bijna driehonderd onschuldige burgers verloren het leven in de val van 10 km hoogte. Onder hen waren vooraanstaande aids-researchers, op weg naar een congres, en de jurist en politicoloog, PvdA senator Willem Witteveen.

Ik waardeerde zijn oudere publicaties en wist dat hij bezig was aan een boek. Het verlies aan levens doet pijn, maar het verlies aan verdienstelijke wetenschappers onderstreept de tragiek van de ultieme streep door menselijke potentie nog extra.

Willem Witteveen was redacteur van Socialisme & Democratie. Een aantal herinneringen aan hem vulde het tijdschrift, sommige rustig en inhoudelijk. Opvallend was de woede waarmee zijn promotor, Herman van Gunsteren zijn herinneringen opschreef: geen aanvaarding, maar gekmakende boosheid leek hem te hebben bevangen.

Het boek “De wet als kunstwerk” (Boom, Amsterdam 2014) is inmiddels gepubliceerd. Het is een kloek geschrift, bijna 500 pagina’s: subtitel “een andere filosofie van het recht: hoe de filosofen onze wetgevers de maat nemen.” Ik kan me niet herinneren een fascinerender boek op mijn vakgebied te hebben gelezen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Rita Willaert (cc)

Eerst schild, daarna zwaard

Wetgeving moet eerst schild en daarna zwaard zijn, vindt strafrechtadvocaat Jozef Rammelt in reactie op Judith Sargentini. Wetgeving beoogt de verhoudingen tussen burgers onderling en tussen overheden en burgers te reguleren. Dit is echter niet het geval in Nederland. 

De verhouding tussen burgers betreft het reguleren van verhoudingen tussen gelijken – iedere burger is immers gelijk aan de ander – terwijl de verhouding tussen overheden en burgers er een is van een fundamentele ongelijkheid. De overheid legt regels op en die moeten worden nageleefd. Worden zij niet nageleefd, dan staat daarop onherroepelijk een sanctie in welke vorm dan ook. In het betoog van Judith Sargentini gaat het over deze laatste relatie. De vraag dient zich aan of de overheid bij de regulatie het recht op privacy en gegevensbescherming van de burger geheel of gedeeltelijk terzijde mag schuiven, of dat deze rechten gerespecteerd moeten worden bij het opstellen van wetgeving.

Bij effectieve misdaadbestrijding ontkom je er eenvoudig niet aan om het recht op privacy en gegevensbescherming geheel of gedeeltelijk terzijde te zetten. Hetzelfde geldt voor de opsporing van een strafbaar feit. Dat kan niet anders, maar de regels die zijn opgesteld over hoe die rechten geheel of gedeeltelijk voor een bepaalde periode terzijde geschoven moeten worden, dienen door de handhavers van de wet strikt opgevolgd te worden. Zowel de reden van het tijdelijk terzijde zetten van deze rechten, als de wijze waarop dit geschiedt, dienen aan een integrale controle van een rechter onderworpen te zijn. Dat is, denk ik, in Nederland vrij aardig geregeld in het wetboek van strafvordering. De vraag dient zich echter aan of de staat preventief mag gaan surveilleren zonder dat daarvoor een directe reden aanwezig is.

Camera’s op iedere hoek van de straat die iedere beweging die u maakt registreren. Vastleggen welke winkel u bezoekt, welk vervoermiddel u gebruikt, hoeveel boodschappen u bij de kruidenier naar buiten sleept, noem maar op. Registratie op parkeerzuilen met welke auto u waar en hoelang parkeert. De registratie van de verplaatsingen die u met uw mobiele telefoon in uw tas maakt als u rustig door de stad loopt. Als u bij uw bank de pinautomaat gebruikt wordt er een foto van u gemaakt. Het kan allemaal niet op.

Minister Opstelten kwam onlangs met het onzalige idee om iedere vliegreis die u in de toekomst gaat maken te registreren. Als reden werd uiteraard een effectieve terrorismebestrijding weer eens in de strijd gegooid. Dat plan werd niet door een meerderheid in de Nederlandse politiek omarmd en dat is maar goed ook.

Ik stel u een andere vraag dan Judith Sargentini stelde en wel de volgende: bent u werkelijk van mening dat u nog enige vorm van privacy heeft in deze technische maatschappij, terwijl u de meest brave burger op de wereld bent? Ik stel vast dat dit niet het geval is, want waar u zich ook bevindt, uw aanwezigheid wordt overal en 24 uur per dag op enigerlei wijze geregistreerd. Als u zich onbespied waant tijdens een boswandeling vrees ik dat u op een paar honderd meter traceerbaar bent via uw mobiele telefoon. Het zwaard heeft de overhand gekregen ten koste van de schildfunctie van wetgeving. Dat is niet alleen het geval in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld en heel zeker ook in Nederland.

Nederland is koploper bij het aantal door justitie afgeluisterde telefoon gesprekken. Hoezo privacy?

Het zwaard wordt dagelijks geslepen met als argument naar de burgers toe dat deze maatregelen hun veiligheid vergroten, en indien zij braaf zijn, zij helemaal niets te vrezen hebben. Dat is pure onzin. Data kunnen fout worden verwerkt en opgeslagen, met alle gevolgen van dien. Data kunnen in de verkeerde handen komen en voor heel andere doelen gebruikt worden dan waarvoor zij oorspronkelijk verzameld en opgeslagen werden. In hoeverre worden de door de overheid verzamelde data eigenlijk effectief beveiligd? Voor mij een vrij prangende vraag waarop ik vooralsnog geen antwoord heb. Ieder beveiligingssysteem is toch tegenwoordig te kraken? Wordt het dan te koop aangeboden aan de hoogste bieder op Marktplaats?

Ik vrees dat de trend van toenemende massasurveillance zal voortduren en er geen mogelijkheid meer is het tij te keren. Dit is een sombere vaststelling.

Dit debat is een coproductie van De Helling en Sargasso. 

Foto: Jason (cc)

Waarom geen OM-jury?

ACHTERGROND - Waarom is juryrechtspraak in Nederland geen optie, vraagt Willem Korthals Altes zich af.

Juryrechtspraak was onlangs weer even in het nieuws in het kader van het afscheid van voorvechter Wouter van den Bergh als rechter in de rechtbank Amsterdam. Net als bij vorige gelegenheden lijken voorstellen tot invoering van rechtspraak door leken echter ook nu weinig kans te maken. Het Nederlandse rechtssysteem zou daarvoor teveel moeten veranderen en onze cultuur is er niet naar.

Toch zou het jammer zijn als de gedachte achter Van den Berghs voorstel – een groter democratisch gehalte door een actieve betrokkenheid van de burger bij de (straf)rechtspraak – helemaal zou verdwijnen. Ze zou evenwel ook op een andere manier kunnen worden verwezenlijkt. De burger zou dan niet naast de rechter, maar naast de officier van justitie moeten komen te staan. Op die wijze zou hij zelfs een bredere functie kunnen vervullen dan als lid van een jury, die – uitsluitend – over “schuldig of niet schuldig” en eventueel over de straf beslist.

Wat kan een groep burgers – en laten we hen even als OM-jury aanduiden – in die positie betekenen?

Ten eerste kunnen zij als ondersteuning van de officier van justitie dienen bij het beoordelen van het belastend materiaal dat deze tegen de desbetreffende verdachte heeft vergaard. Waar een jury in de traditionele zin op basis van het voorgeschotelde bewijs moet bepalen of de verdachte het delict heeft begaan, wordt van een OM-jury gevraagd te beoordelen of de officier van justitie voldoende in zijn dossier heeft om de verdachte voor de rechter te brengen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Roberto (cc)

Berlusconi herkandideert zichzelf

ANALYSE - Het is afgelopen weken nog maar eens pijnlijk duidelijk geworden dat justitie in Italië iets anders werkt dan in andere Europese landen.  

Daarom schrijf ik zo weinig over Italië: je blogs zijn binnen een dag waardeloos geworden, je analyse is verkeerd gebleken – en ik hoop eigenlijk stiekem altijd iets van enig niveau opgeschreven te hebben. De afgelopen week trad Berlusconi ‘uit liefde voor Italië’ terug uit de verkiezingsstrijd; werd hij tot vier jaar cel veroordeeld wegens belastingfraude en herkandideerde hij zichzelf, ‘want de justitie moet worden hervormd’.

Berlusconi en de zijnen roepen al jaren dat de rode toga’s (toga’s zijn ook in dit land zwart – u begrijpt dat we het over politiek rood hebben) een politieke strijd tegen hem voeren en deze veroordeling in eerste graad is dan ook heel erg verkeerd gevallen in het rechtse kamp. Links Italië is er daarentegen van overtuigd dat de Cavaliere corrupt is en alleen maar in de politiek zit om zijn eigen hachje te redden.

Voor het standpunt van links is heel wat te zeggen: de afgelopen jaren werden door diverse regeringen-Berlusconi wetten uitgevaardigd die vooral leken te dienen om specifieke personen uit handen van justitie te houden – de zogenaamde wetten ad personam. Bovendien werden enkele verjaringstermijnen duchtig aangescherpt, wat de notoir trage justitie in ernstige problemen brengt om tot veroordeling in cassatie te komen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Volgende