Rafelrandjes

Respectvol zijn, vooral in gesprek blijven, openingen zoeken en die benutten – het zijn prachtige voornemens en gloedvolle woorden, maar tamelijk nutteloze uitgangspunten wanneer het over het bestrijden van extreemrechtse politiek gaat. ‘Gut, vertel ons eens wat u eigenlijk tegen migratie, homoseksualiteit, vluchtelingen, niet-christelijke religies, vrouwenrechten en internationale verdragen heeft? Misschien dat we dan tot een beter onderling begrip kunnen komen.’ Een kind begrijpt dat dat contraproductief is. Maar wat dan wel?

Foto: duncan c (cc)

Seculiere calvinisten

COLUMN - Toen de heilige Johannes Paulus II Nederland bezocht, en er enige ophef was over een eventueel pauselijk excuus aan de joodse gemeenschap (naast de algehele ophef onder de katholieken zelf) trof ik in HP/De Tijd een artikel over dat onderwerp aan met de kop: “Nederlandse joden zijn net zo calvinistisch als Nederlandse katholieken.” Ik vond hem briljant en citeer hem nog regelmatig als ik Nederlanders probeer te karakteriseren voor buitenlanders.

Onder ‘calvinisme’ versta ik hier niet het geheel aan religieuze overtuigingen dat doorgaans onder die vlag ressorteert, maar een daarvan afgeleide attitude die vrijwel alle Nederlanders (zelfs een groot aantal westerlingen) in de ziel gegrift is: het idee dat persoonlijk gedrag en overtuiging met elkaar overeen dienen te komen, dat persoonlijke overtuigingen éénduidig dienen te zijn en het daaruit voortkomende gedrag dus min of meer consequent en coherent is (en dus eigenlijk ook voorspelbaar) en dat persoonlijke overtuigingen ook precies dát zijn: overtuigingen, iets waar de persoon in kwestie ooit bewust en met redenen omkleed voor heeft gekozen op grond van eigen, persoonlijke overwegingen van hem of haar moverende aard.

Die gedachten gaan eigenlijk altijd gepaard met het idee dat de inhoud van die overtuigingen beleden kan worden en dus mededeelbaar is (in taal): je kunt ze uitleggen of – erger nog – ergens opzoeken (in een boek bijvoorbeeld).

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.