De sofisten 1: Wie waren de sofisten?

In Griekenland rond 450 voor onze jaartelling kwam het beroep van ‘wijze’ vrij vaak voor. De wijzen trokken rond en hingen de goeroe uit, de kost verdienend met het geven van advies en onderwijs. We zouden ze vandaag de dag misschien ‘consultants’ hebben genoemd. En zoals we net hebben gezien, was in Athene vanwege de democratisering van de samenleving behoefte ontstaan aan onderwijs in argumenteren. Veel van de rondtrekkende wijzen trokken dan ook naar deze stad en verbleven er voor langere tijd of zelfs permanent als onderwijzers en adviseurs.

Door: Foto: bron: livius.org
Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Lineair-B

COLUMN - Je hebt schrijfwijzen en schrijfwijzen. De oudste vormen, zoals de hiëroglyfen en het spijkerschrift, gaan ervan uit dat er voor elk begrip één teken is. Dit is uiteraard nogal complex, al heeft het ook voordelen: de diverse Chinese talen schijnen allemaal te kunnen worden geschreven met dezelfde tekens. De nadelen zijn echter ook groot: zowel het oud-Egyptische als het Mesopotamische schrift hebben zo’n 6000 tekens, waarvan zo’n 200 echt frequent in gebruik zijn.

Dat zijn enerzijds de meest gebruikte tekens en anderzijds tekens voor éénlettergreepwoorden, zoals ‘ra’, ‘nee’, ‘zie’, ‘ho’, ‘nu’ en ‘bij’. Je kunt bijvoorbeeld ‘verschillende’ ook weergeven als ‘ver’ + ‘schil’ + ‘en’ + ‘de’. Vier tekens is weliswaar meer dan één, maar je hoeft veel minder karakters uit het hoofd te leren en kunt dus toe met veel minder tekens. Het Nederlands kan met ongeveer vijfentachtig lettergreeptekens worden geschreven.

Je kunt het nog verder vereenvoudigen, door alleen de medeklinkers te schrijven. HT LZN N SCHRVN VN N NTCFRBR ZN VRGT WT FNNG MR HT LKT MT 16 TKNS (‘het lezen en schrijven van een ontcijferbare zin vergt wat oefening maar het lukt met 16 tekens’). Dan hebben we een alfabet. Deze ontdekking wordt, niet helemaal terecht, toegeschreven aan de Feniciërs en het waren daarna de Grieken die ergens in de achtste eeuw de klinkers toevoegden.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.