Opgedrongen herdenking

Ik word niet gauw boos, maar als ik een collega-wetenschapper onzin hoor beweren over een zaak waar ik wat vanaf weet, dan is het zover. Ik heb het over Herman Pleij. Pleij is een emeritus (gepensioneerd) hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, met als specialisme de heel Late Middeleeuwen, eigenlijk meer de Vroegmoderne Tijd. Hij is vooral geïnteresseerd in wat genoemd wordt “de cultuurhistorische achtergronden van de nationale identiteitsvorming” en heeft daar ook diverse boeken over geschreven. Waaronder Moet kunnen, dat ik hier besproken heb. Hij houdt zich dus ook bezig met de moderne volkscultuur en probeert te duiden waar die vandaan komt. Dat doet hij (meestal) leuk, want hij heeft de gave van het woord, waardoor hij pakkend kan vertellen en puntig en toch komisch kan duiden. Vandaar ook dat hij veel op tv te zien is als het weer eens over onze identiteit gaat en ook een graag gezien spreker is. Je kunt hem dan ook voor zoiets huren. De organisatoren van het Feest van de Vrijheid, afgelopen woensdag 19 juli 2017 in en om het Hof in Dordrecht hadden dat ook gedaan. Hij heeft zijn praatje daar gehouden, neem ik aan, en werd later geïnterviewd door Thijs Blom van RTV Rijnmond. In een later op internet te vinden artikel werd hij geciteerd met deze zin: De Eerste Vrije Statenvergadering in 1572 in Dordrecht is zo’n belangrijk moment geweest in de Nederlandse geschiedenis, dat het een Nationale Feestdag zou moeten worden.

Door: Foto: Dordrecht: het Hof, voormalig Augustijnenklooster, waar de Staten van Holland in 1572 misschien vergaderden. copyright ok. Gecheckt 06-11-2022
Foto: Charles Roffey (cc)

Vrij en verbonden

COLUMN - Wat een geweldig idee om Keti Koti tot nationale feestdag te verheffen. Niet alleen voor zwarte mensen is 1 juli het vieren meer dan waard: Nederland schafte op die dag in 1863 de slavernij af. Dat onze voorouders, zij het als laatsten in Europa, alsnog tot het inzicht kwamen dat het gruwelijk is om mensen te kapen, te verschepen en vervolgens als slaaf te verkopen, is dat evenzeer: want daarmee zetten de handelaars de eerste stap om zich van hun monsterlijkheid te bevrijden.

Juist omdat we hier gewoonlijk meer leren over de tulpen- en specerijenhandel dan over onze mensenhandel, zou het voor Nederland goed zijn om te beseffen dat onze rijkheid indertijd – waarvan we nu nog steeds profiteren – niet uit de lucht kwam vallen: daar hebben anderen met hun bloed en hun leven voor betaald. De geschiedenis van de slavernij hoort voorgoed bij Nederland, en die heeft witte en zwarte mensen gemaakt tot wie ze nu zijn: twee verbonden maar ogenschijnlijk gescheiden groepen.

Keti Koti tot nationale feestdag maken, zou helpen die banden zichtbaarder te maken en zodoende de verbintenis weer te beklemtonen. Want tot verzoening, toenadering, begrip en acceptatie kom je niet wanneer de ene partij routineus zijn neus hooghartig in de lucht steekt, en tegen de andere partij snibt: ‘Allemaal passé, hoor. Oude koek, heb ik niets meer mee te maken.’ Want nee: jij hebt daar inderdaad geen schuld aan, maar zij al helemaal niet – en toch is het hun voorouders overkomen, en die geschiedenis dragen we allemaal met ons mee, of we willen of niet. Problemen verdwijnen niet wanneer je ze ontkent: integendeel, ze vreten zich dan alleen meer in.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Schaf Koninginnedag af!

Sinds 1949 vieren wij in Nederland Koninginnedag op 30 april. Volgend jaar is het feest dus zestig jaar oud, en een mooi rond getal nodigt uit om een punt achter deze traditie van zaklopen, koekhappen en andere lulligheden te zetten. Niet omdat we niet trots op Nederland zouden mogen zijn, maar juist omdat we trots zijn. Te trots om Nederland te blijven neerzetten als een land van lallende idioten, en in oranje geklede anencephalen die op een vloerkleedje hun ouwe troep willen verkopen voor een veel te hoge prijs. Daarom: schaf Koninginnedag af.

Moet daarvoor iets anders in de plaats komen? Ja natuurlijk, maar dat hoeft niet iets nieuws te zijn.

Binnenkort vieren we ook weer Vijf Mei, om onze vrijheid te vieren. Ook met bier en muziek op sommige plekken, maar in elk geval zonder vrijmarkt. Dat is alvast een beginnetje. Het is ook gunstig voor de economie, aangezien mensen een dag langer kunnen werken. Maar belangrijker is dat we de viering van ons land weer een beetje kunnen oppoetsen naar acceptabel niveau. Naast de bevrijdingsfestivals kan iedere stad immers op allerlei gebieden zijn beste producten, kunst, architectuur en mensen in het zonnetje zetten.