Kunst op Zondag verkent kunstenaarskolonie Worpswede

Op een kleine twintig kilometer van Hanzestad Bremen ligt de kunstenaarskolonie Worpswede.  Aan het begin van de twintigste eeuw woonden en werkten hier de Duitse Modernen. Naast talrijke actieve artistieke mannen zoals Heinrich Vogeler, Otto Modersohn en Fritz Mackensen was vooral Paula Modersohn Becker steeds op zoek naar nieuwe vormen, nieuwe kleurcombinaties en nieuwe composities. 100 Jaar na haar overlijden, werd zij in de Duitse media beschreven als de Duitse Picasso. Het is hoogtijd om Worpswede en haar kunstenaars eens nader te verkennen. [caption id="attachment_347745" align="aligncenter" width="500"] Zaalimpressie van de Worpsweder kunstenaars in Kunsthalle Bremen © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Kunstenaarskolonie Worpswede Als enkele Franse schilders vanaf 1830 in de omgeving van Barbizon buiten landschappen gaan schilderen, wordt dat door collega’s in buurlanden snel opgepikt. Geïnspireerd door de School van Barbizon (1830-1870) trekken in ons land (jonge) leden van de Haagsche School (1860-1890) massaal naar buiten. De Nederlandse reactie op Barbizon is het schilderdorp Oosterbeek op de Veluwe. De Duitse reactie op het Franse Barbizon is de oprichting in 1889 van de leef- en kunstenaarsgemeenschap Worpswede (1889-1922). Landschapschilders Fritz Mackensen (1866-1953),  Hans am Ende (1864-1918) en Otto Modersohn (1865-1943)  zijn de mannen van het eerste uur. Al snel sluiten Heinrich Vogeler (1872-1942),  en Fritz Overbeck (1869-1909) zich bij hen aan. Naast schilders sluiten ook dichters en beeldhouwers zich aan. In de artistieke gemeenschap in Worpswede spelen twee vrouwen een belangrijke rol: beeldhouwer Clara Westhoff (1878-1954) en schilder Paula Becker. Worpswede was in die dagen de thuishaven van het Duitse impressionisme en expressionisme. [caption id="attachment_347741" align="aligncenter" width="500"] Worpswede Paula Modersohn-Becker l. in atelier Brünjeshof (1905) en r. geboorte van haar dochter Tille (1907) © Am Modersohn Haus.[/caption] Paula Becker Paula Becker is in 1876 in Dresden geboren. Op haar twaalfde verhuist ze naar Bremen. Ze weet al vroeg dat ze kunstenaar wil worden en haar ouders, vooral haar moeder, steunen haar. Naast tekenlessen krijgt ze pianoles omdat haar ouders stilletjes hopen dat ze toch gouvernante zal worden in plaats van kunstenaar. In 2018 was er in het Rijksmuseum Twenthe een overzichtstentoonstelling over haar werk (en leven). Lees hier haar biografie en haar ervaringen in Parijs.  Paula Becker is in de zomer van 1897 voor het eerst in Worpswede. In de herfst van 1898 gaat ze er definitief wonen. Ze sluit vriendschap met de beeldhouwster Clara Westhoff en de schilder Fritz Mackensen. Bij hem volgt ze schilderlessen. Begin 1900 vertrekt Paula met de trein vanuit Bremen voor de eerste keer naar Parijs. Ze gaat daarna nog twee maal terug naar de Franse hoofdstad. [caption id="attachment_347746" align="aligncenter" width="500"] Worpswede, Am Modersohn Haus © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Museum am Modersohn Haus Ook anno 2023 kun je in Worpswede nog allerlei historische locaties terugvinden die herinneringen aan de kunstenaarskolonie van 1889 tot 1922. Ik heb onder andere Museum am Modersohn Haus bezocht  Otto Modersohn heeft dit pand aan de Hembergstrasse in 1897 gekocht. Hij woonde hier samen met zijn eerste vrouw Helene  en hun dochtertje Elsbeth. Helene overleed in 1900 (tuberculose) en in 1901 hertrouwt Otto met de elf jaar jongere Paula. Ook zij woont tot aan haar dood (1907) in dit huis. [caption id="attachment_347743" align="aligncenter" width="500"] Woonkamer in Am Modersohn Haus r. buste van Paula door Clara Westhoff © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Galerie en museumhuis Otto Modersohn verkoopt het pand in 1920, waarna het verschillende malen van eigenaar en functie wisselt. In 1993 kopen Sigrun en Wolfgang Kaufmann het huis en begint de grote renovatie. Nu kun je er talrijke werken van Paula en Otto Modersohn Becker ontdekken. In de kunstgalerij bij het huis kun je van bijna alle werken van Paula en een groot deel van Otto ingelijste replica’s kopen. [caption id="attachment_347736" align="aligncenter" width="500"] Worpswede Atelier Brünjeshof © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Atelier Brünjeshof  Buiten het Modersohn Becker-huis zijn er nog drie andere locaties die sterk met Paula verbonden zijn, zoals haar atelier, Atelier Brünjeshof (Ostendorferstrasse 25). Brünjeshof is (helaas) niet te bezoeken. Hier woont nu een echtpaar dat de rust op prijs stelt. Ik ben toch even het pad ingelopen en heb een foto genomen waarop je het glazen dak kunt zien van het toenmalige atelier van Paula Modersohn Becker. [caption id="attachment_347747" align="aligncenter" width="500"] Vooraanzicht van De Barkenhoff © foto Wilma Lankhorst.[/caption] De Brakenhoff Iets verder op ligt de Barkenhoff. Ook hier liggen herinneringen aan Modersohn-Becker en haar collega’s. Op deze plek kwamen de kunstenaars op zondag samen. Dit statige huis was de woning en werkplaats van kunstenaar Heinrich Vogeler (1872-1942). Samen met zijn eerste vrouw Martha organiseerde hij hier bijeenkomsten voor collega kunstenaars. Vogeler was een universele kunstenaar. Naast schilder was hij graficus, ontwerper en architect. In de permanente collectie van de Barkenhoff wordt zijn werk vanuit verschillende invalshoeken belicht. [caption id="attachment_347739" align="aligncenter" width="500"] Grafmonument Paula Modersohn-Becker op de Zion-begraafplaats © Wilma Lankhorst.[/caption] Paula’s laatste rustplaats De laatste iconische plek is de begraafplaats bij de Zionskerk aan de Findorfstrasse. Op deze begraafplaats kun je onder andere het graf van Paula bezoeken. Je herkent haar laatste rustplaats aan de grote sculptuur van een liggende moeder met een kind op haar buik. Dit beeld is gemaakt door de Duitse beeldhouwer en architect Bernhard Hoetger (1874-1949). Hoetger en zijn vrouw Lee (1880-1967) waren bevriend met Paula en kenden haar zowel vanuit Parijs als vanuit Bremen. [caption id="attachment_347744" align="aligncenter" width="500"] Worpsweder Kunsthalle © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Worpsweder Kunsthalle Vóór ik bus 672 terug neem naar Bremen, is er nog tijd om de Kunsthalle te bezoeken. Hier ontdek je de (kunst)geschiedenis van kunstenaarskolonie Worpswede onder één dak. Het verhaal gaat dat boekbinder Friedrich Netzel in de begindagen van de kunstenaarskolonie zijn panden ter beschikking stelde aan jonge kunstenaars. Zij konden hier hun werken tentoonstellen. Zijn zoon Friedrich bouwde later op de huidige locatie (Bergstrasse 17) een nieuw pand. Dit gebouw kreeg de functie van een galerie. Je komt de Kunsthalle binnen via de galerie. Deze is gratis te bezoeken. [caption id="attachment_347740" align="aligncenter" width="500"] Martin Voigt in Worpsweder Kunsthalle najaar 2023 © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Martin Voigt Voor het bekijken van de collectie en een extra tentoonstelling van schilder Martin Voigt (Leipzig, 1990) betaal ik € 6. De familie Netzel is al vroeg begonnen met de aanleg van een collectie van de Worpswede kunstenaars. Daarnaast verzamelen ze ook schilderijen van kunstenaars van de tweede en derde generatie. Met dit mooie totaalbeeld van de Worspwede-kunstenaars, rond ik mijn bezoek aan dit kunstenaarsdorp af. De laatste bus naar Bremen, rijdt voor en ik stap in. Het was een mooie leerzame en kunstzinnige zondag. [caption id="attachment_347742" align="aligncenter" width="456"] Wilma leest boek Paula Modersohn-Becker van Henny van Kesteren.[/caption] © tekst en foto’s Wilma Lankhorst © gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Haus am Modersohn, de Barkenhoff, Worpsweder Kunsthalle, genoemde kunstenaars en alle bruikleengevers. Probeer eens Duitsland met de trein en het Duitsland Ticket. Een (kalender) maand lang reizen voor Euro 49 per maand. Met deze kaart reis je daarna gratis in het openbaar vervoer:  te weten in regionale treinen, openbare ferrydiensten, metro's, S-bahn en regionale bussen. #Duitslanddichtbij    

Door: Foto: Gasten van de Barkenhoff v.l.n.r. Paula Becker, Rainer Maria Rilke en Clara Westhoff © foto Wilma Lankhorst.
Foto: © Museum De Wieger Deurne gebouw copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Kunst op Zondag | Langs het tuinpad

De vorige zondagen lieten we de grote, bekende musea links liggen en gingen in Zundert, Amsterdam en Schiedam op bezoek bij kleinere musea en bijzondere galeries en expositieruimten. Zo rondtrekkend kwamen we ineens langs het tuinpad van iemands vader en troffen daar museum De Wieger.

Museum De Wieger was ooit de woning en werkruimte van huisarts/kunstenaar Hendrik Wiegersma. De man liet behalve een prachtig pand en fraaie kunst, ook vijf zonen na van wie één de tekstschrijver werd van ‘Het Dorp’, een stukje weemoedige nostalgie dat door Wim Sonneveld onsterfelijk is gemaakt.

In dat lied wordt ‘het tuinpad van mijn vader’ bezongen, dat dus pal naast het museum ligt, en in Deurne zijn ze daar zo trots op dat het paadje officieel is opgenomen in het straatnamenregister en men het niet kan nalaten Deurne te promoten zonder naar dat chanson te verwijzen.

De Wieger is een van de vele lokale musea die de bezuinigingen op kunst en cultuur niet zonder kleerscheuren heeft doorstaan en het is afwachten hoe de toekomst er na 2019 uit zal zien. Want ook al heeft de gemeente een eenmalige fooi toegekend, structurele bestaanszekerheid is er (nog?) niet.

Van belang daarbij zijn o.a. de komende bezoekersaantallen. Zo gaat dat tegenwoordig en dus een reden voor u om De Wieger en soortgelijke musea met uw bezoek te vereren. Is dat de moeite waard?

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Emiliano (cc)

Kunst op Zondag| Tentegenovertoonstelling

Sinds 2012 is in het Haagse Gemeentenmuseum de doorlopende tentoonstelling ´Ontdek het moderne´ te zien. Het grappige aan de tentoonstelling is dat de moderne kunst niet in een historisch chronologisch overzicht wordt gepresenteerd, maar dat kunstwerken van verschillende tijden en stromingen in vijf thema´s bij elkaar zijn gezet.

Eeen ideetje van museumdirecteur Benno Tempel, die ook het gelijknamige boek er bij schreef. Benno Tempel wil zo dwarsverbanden zichtbaar maken, maar zonder dat boek er bij zie je sommige van die verbanden niet meteen. Eén van die thema’s is ‘stilstand en beweging’. Hier worden Mondriaan, impressionisten, urbanisatie, het Hollandse platteland en de Haagse School bij elkaar gebracht. Kort door de bocht samengevat: reizende kunstenaars in een veranderende wereld.

Maar zie je dat er van af als je langs de kunstwerken loopt? Nee, daarvoor zijn ze te verschillend. Dat er dwarsverbanden, zelfs overeenkomsten te vemoeden zijn valt pas op bij kunstwerken waarbij  enige gelijkenis meteen opvalt.

Dat is het geval bij de sculptuur Into One-Another II To P.P.P. van Berlinde De Bruyckere, dat midden in het Francis Bacon-zaaltje is neer gezet. Het lijkt wel of Berlinde De Bruyckere schatplichtig is aan Bacon’s ‘Seated figure’ en ‘Paralytic Child Walking on All Fours (from Muybridge)’.

Foto: Chris Ford (cc)

Kunst op Zondag | Bah, oude kunst

Vandaag het laatste deeltje in de Bah-trilogie. Na Bah, moderne kunst en Bah, geëngageerde kunst moet er toch een nader woordje worden besteed aan oude kunst.

In het eerste deeltje lazen we dat mensen een hekel kunnen krijgen aan moderne kunst, als dat hun horizon beperkt. En al helemaal als de overheid ongevraagd het blikveld van de argeloze burger volplempt met kunst.

Het tweede deeltje ging over het gegeven dat een aanzienlijk deel van de hedendaagse kunstenaars met beide benen in de alledaagse werkelijkheid staan en daar, met hun kunstwerken, hun licht over laten schijnen. Kunst met een boodschap. Dat kan volgens sommigen niet. Een boodschap dient expliciet te zijn en dat gaat ten koste van de dubbelzinnige schoonheid van kunst.

Moderne kunst, bah dus. Geëngageerde kunst ook bah, bah en nog eens bah. Oude kunst dan maar? Daar kan niemand toch een buil aan vallen?

Mwah, de criticus die zich in deel twee stoorde aan geëngageerde kunst, riep dat het Rijksmuseum leeg gemaakt diende te worden om de ruimten met hedendaagse kunst te vullen. Weg met de oude meesters, voort met de nieuwe meesters.

Voor alle duidelijkheid: hedendaagse kunst is niet per se moderne kunst. Het wil alleen maar zeggen dat het in deze tijd is gemaakt. Iemand die vandaag een ouderwets stilleven schildert, maakt dus hedendaagse oude kunst. Iemand die vandaag de angst voor bepaalde kleuren abstraheert, maakt dus hedendaagse moderne kunst.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.