Recensie Zomergasten 2019 | Maxim Februari

‘Als het mijn ideale televisieavond zou zijn, dan zou ik er zelf niet in zitten’, zei Maxim Februari aan het begin van deze vierde aflevering van Zomergasten 2019. Het leek me een echo van de opmerking van Groucho Marx niet bij een club te willen horen die hem als lid accepteert. Maxim Februari is een bescheiden mens. Maakt de dingen graag kleiner dan ze zijn. Het understatement is veruit z’n favoriete stijlfiguur. Een vrij groot gedeelte van zijn leven was hij ook lid van een club waar hij niet toe wilde behoren: als vrouw terwijl hij zich man voelde. Omdat er zoveel soortgenoten zijn die niet in de schijnwerpers staan, voelt Februari zich zo nu en dan geroepen om een en ander nader te belichten. Maar liever praat hij er niet over. Wanneer het onderwerp reeds met het derde fragment ter sprake komt, merk je zijn terughoudendheid erover te praten en zijn behoefte om de ingreep en impact zo klein mogelijk te maken. Na het fragment uit Crossing the Concourse over pianiste Sarah Buechner die geboren was als David Buechner, laat Februari een kleine tube zien waarin de testosteron zit die hij dagelijks op zichzelf moet smeren. Zoveel stelt het allemaal niet voor. ‘Het is een privékwestie die je even in de buitenwereld moeten aankaarten. Je moet zeggen dat je een andere naam hebt, maar verder hoeft er niet zoveel.’

Door:

Zomergasten 2019 met Maxim Februari

COLUMN - Lees hier de recensie.

Vanavond is schrijver/filosoof/jurist Maxim Februari de vierde gast in Zomergasten 2019. Ik leerde hem kennen in 2009 tijdens een uitzending van Dit Was Het Nieuws, toen hij nog een zij was en Marjolijn Februari heette. Zelden had ik iemand zo grappig gevonden. Waar het hem precies in zat, weet ik niet. Vermoedelijk haar keurige accent in combinatie met haar vermogen om met een uitgestreken gezicht licht absurdistische verhalen te vertellen en misantropische opmerkingen te maken. Ik was instant fan.

Toen Marjolijn een aantal jaren later Maxim was geworden, was ik aanvankelijk enigszins teleurgesteld. Die vlijmscherpe vrouw was getransformeerd in een keurige heer. De scherpe randjes leken er vanaf. Wellicht was hij gewoon gelukkig. Eindelijk was hij wie hij hoorde te zijn. In De Maakbare Man schrijft hij over zijn transitie en de schaamte die hij voelde toen hij zich nog niet thuis voelde in zijn lichaam.

Ik lees de columns van Maxim Februari lang niet altijd, maar als ik er een lees, is het een waar genoegen. Hij heeft een unieke kijk op het leven en de maatschappij, vol mededogen. En hij heeft bijna zonder uitzondering een verrassende invalshoek. Vanavond zal hij, tussen zijn antwoorden aan Janine Abbring door, fragmenten laten zien van Fred Astaire (altijd goed), Sinead O’Connor (niet altijd goed, wel altijd bijzonder) en Drone-bestuurders uit het Amerikaanse leger. Zijn keuzefilm is het Deense Babettes Gaestebud.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: United Nations Photo (cc)

Mensenrechten spreken niet voor zich, ook niet in Nederland

Wereldwijd staan de mensenrechten onder druk. Door overheden, maar ook door toenemende digitalisering. Daar moeten we niet te lichtzinnig over doen, waarschuwt filosoof Maxim Februari.

Ons leven speelt zich voor een steeds groter deel online af. In de digitale wereld laten we sporen na – data, die aan andere data wordt gekoppeld, of wordt verhandeld. Niet alleen bedrijven als Facebook doen eraan mee, óók de Nederlandse overheid maakt in toenemende mate gebruik van digitale systemen. Een schimmige wereld waar onze vrijheden en rechten niet wettelijk vastliggen. Maxim Februari vraagt zich af hoe we de mensenrechten ook daar kunnen waarborgen. Maar om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst onderzoeken wat het nut van mensenrechten nu eigenlijk is. “Laten we het onszelf niet te gemakkelijk maken.”

Wat zijn de tekortkomingen van mensenrechten?

Om te zorgen dat er “nooit meer oorlog” zou zijn, kwam na de Tweede Wereldoorlog in razend tempo de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens tot stand. Men werd het snel eens over welke rechten erin moesten staan, zolang de vraag van het waarom van die rechten maar niet gesteld werd. En die waarom-vraag werd destijds vanwege de grote urgentie ook niet gesteld.