Hebben eigen voorzieningen van migranten toekomst?

De discussie is inmiddels al zo'n 40 jaar oud, maar nog steeds actueel: vormen initiatieven als islamitische scholen, migrantenorganisaties (zelforganisaties), huiswerkbegeleidingsprojecten e.d. een brug naar de samenleving of werken ze segregatie in de hand? Misschien is de vraag in hoeverre deze organisaties en initiatieven nog van nut zijn voor de tweede en de derde generatie relevanter. Dat stelt Ewoud Butter. De discussie is nu actueel geworden door de decentralisatie van zorgtaken naar de gemeenten waardoor er een groter beroep wordt gedaan op de mensen zelf. Burgers en hun eigen netwerken moeten meer initiatief tonen en hun ‘eigen kracht’ benutten. ‘De transformatie dwingt professionals van “traditionele” voorzieningen ertoe om zich te richten op de eigen kracht en het netwerk op lokaal niveau. En dan kom je dus uit op samenwerking met die eigen initiatieven’, aldus Trees Pels op de website van het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS). Samen met haar collega Mehmet Day van het Verwey-Jonker Instituut doet ze momenteel een literatuuronderzoek naar eigen voorzieningen en hun impact op de ontwikkeling van het kind. Migrantengemeenschappen richten volgens de onderzoekers steeds meer eigen voorzieningen op rond opvoeding, opvang, educatie en zorg voor kinderen en jeugd op.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.