In Indonesië wint de hoop het nipt van de angst

Het ziet ernaar uit dat de zittende president Joko Widodo tijdens de presidentsverkiezingen van Indonesië een nipte overwinning heeft behaald op zijn tegenkandidaat Prabowo. In dat geval heeft de progressieve politiek het in dat land het voorlopig nog gewonnen van de politiek van verdachtmakingen en angst.   Waar in de hele wereld de democratische rechtsstaat aan de verliezende hand lijkt en minder democratische krachten oprukken, is in Indonesië vooralsnog het omgekeerde aan de gang. In 1998 trok de dictator Soeharto zich onder druk van de bevolking terug uit de politiek. Indonesië kreeg een nieuwe grondwet, die uitgaat van een op moderne leest geschoeide rechtstaat en bestuur. Indonesië beweegt zich sindsdien stap voor stap in de richting van een moderne democratie. In praktijk blijkt een dergelijke omwenteling in een land dat lang geregeerd werd door een corrupte elite echter lastig.

Door: Foto: uyeah (cc)

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.