Ook Nederlandse bedrijven verspreiden desinformatie over kweekvlees

Een gastbijdrage van Nick Ottens Kweekvlees zou ‘onnatuurlijk’ zijn. Niet diervriendelijk. Misschien zelfs gevaarlijk, want wat gebeurt er in zo’n reactorvat waarin ‘kunstvlees’ wordt gekweekt? Het is angstzaaierij van veevoeders en slachters, die in heel Europa lobbyen tegen de meest diervriendelijke manier om vlees te maken. Met succes: de Italiaanse regering heeft besloten om kweekvlees te verbieden. Ook in Frankrijk is steun voor een verbod. Zo houden Italiaanse en Franse veehouders en slachters mooi een Nederlandse concurrent van de markt. Kweekvleesbedrijven trekken naar Amerika, Israël en Singapore. Meer vlees met minder dieren Met minder dieren, dus minder kosten aan land en veevoer en minder uitstoot van ammoniak en methaan, meer vlees produceren – het was een Nederlander, Willem van Eelen, die het bedacht en een Nederlander, Mark Post, die in 2013 bewees dat het kon. Cellen worden uit een levend dier geprikt en in een bioreactor gevoed met eiwitten tot ze uitgroeien tot een klomp vlees. Nederland heeft nog steeds twee van de belangrijkste kweekvleesbedrijven ter wereld: Meatable and Mosa Meat. De Nederlandse overheid stopt 60 miljoen euro in onderzoek en opleidingen. Vooralsnog lukt het alleen om vlees zonder ingewikkelde structuur te kweken, zoals stukjes kip, geschikt voor nuggets, en varkensworsten. Als de technologie zich doorontwikkelt, moet het mogelijk worden om ook biefstukken en speklapjes te maken zonder dieren te slachten. Hetzelfde dier kan dan meerdere keren per jaar, in plaats van één keer in een leven, vlees geven. Dat maakt kweekvlees interessant voor boeren, denkt Ira van Eelen, dochter-van en de bekendste pleitbezorger van kweekvlees in Nederland. Haar groep RESPECTfarms heeft Europese subsidie gekregen om te onderzoeken of en hoe veehouderijen hun eigen vlees kunnen kweken. ‘Naar mijn idee is het een no-brainer om de productie van kweekvlees naar de agrarische sector te brengen,’ zegt Van Eelen in een interview met Change Inc. ‘Op die manier kunnen we de sector, die nu afhankelijk is van intensieve veehouderij, helpen om ze een ander en toekomstbestendig groei- en verdienmodel te geven.’ Agro-industrie lobbyt tegen Dat is precies de reden dat veevoeders, transporteurs en slachters zich zorgen maken. Die verdienen hun geld aan het voeren, vervoeren en slachten van zoveel mogelijk kippen, koeien en varkens. In Brussel, waar kweekvlees moet worden goedgekeurd voor het op de Europese markt mag komen, wordt tegen deze nieuwe manier van vlees produceren gelobbyd. Ook door Nederlandse bedrijven die in eigen land beweren op te komen voor de belangen van de boer. Steeds minder veehouders Nederlandse boeren gedijen niet in de huidige vlees- en zuivelmarkt. Het aantal boerenbedrijven is in twintig jaar tijd gehalveerd, van bijna 100.000 naar iets meer dan 50.000. Rabobank verwacht dat die trend doorzet. Van de 3.400 varkenshouders zouden er in 2050 nog maar 1.000 over zijn. Van de 15.000 melkveehouders ziet de bank er 5.000 verdwijnen. En die schattingen zijn van vóór de stikstofcrisis. De bedrijven die overblijven, worden groter. Het gemiddeld aantal varkens per bedrijf is in tien jaar tijd bijna verdubbeld naar 3.400. Het gemiddeld aantal kippen is met meer dan de helft toegenomen, van 29.000 naar 45.500. De markt noopt de veehouder tot schaalvergroting. Het zijn de bank, de veevoeders en de afnemers die daarvan profiteren. Meer dieren betekent een grotere stal, dus een lening; meer veevoer, meer transport, meer slacht. De boer houdt nauwelijks extra over. Hij verdient weliswaar meer, maar maakt ook meer kosten. Veehouders die ‘biologisch’ worden – dieren krijgen meer ruimte in de stal en meer uitloop, voer komt zoveel mogelijk uit de regio – maken met minder dieren, minder boekhouding en minder stress evenveel winst. Om de boer heen zitten grote bedrijven In tegenstelling tot de veehouderij is de keten voor en na de boer sterk geconcentreerd. Twee op de drie veetelers zijn klant van Agrifirm, ForFarmers of De Heus. Die importeren graan en soja uit Noord- en Zuid-Amerika om hier tot veevoer te verwerken. Vion slacht de helft van de Nederlandse varkens. VanDrie heeft 28 procent van de Europese rundvleesmarkt in handen. Deze bedrijven zijn het grote geld achter de lobbies die in zowel Nederland als Europa angst en paniek zaaien over kweekvlees. De veevoer- en vleessector zegt zich te beroepen op ‘feiten’ en ‘wetenschap’, maar zaait vooral twijfel met halve waarheden. Zo financieren Nederlandse bedrijven desinformatie Nevedi, de lobby van Agrifirm, ForFarmers en De Heus, zegt bezorgd te zijn dat ‘perceptie’ het wint van ‘feitelijke onderbouwing’ in discussies over landbouw en wil op een ‘praktische en op feiten gebaseerde manier’ invulling geven aan de verduurzamingsopgave. Ook de Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie, dat de slagers vertegenwoordigt, vindt: ‘Veeteeltsystemen zijn veel te belangrijk om ze te laten sneuvelen op simplistische of fanatiek-idealistische denkbeelden, zonder wetenschappelijke basis.’ Toch financieren zij via hun Europese koepels – voor veevoederfabrikanten FEFAC, voor vleesverwerkers Clitravi – de publiekscampagne Meat The Facts, waarin kweekvlees op basis van onwaarheden wordt beschimpt en de feiten over ouderwetse vleesproductie worden verzwegen. Omgekeerde wereld Zo beweert Meat The Facts dat bedrijven vlees kweken in het weefsel van pas- of te vroeg geboren kalveren terwijl het Nederlandse Mosa Meat hier al een synthetisch alternatief voor heeft uitgevonden. In slachthuizen worden varkens vergast en pasgeboren haantjes levend vermalen, maar Meat The Facts heeft ‘ethische’ bezwaren tegen het prikken van weefsel uit de kont van een levend dier. Uit één zo’n prik halen de makers van kweekvlees genoeg cellen om tienduizenden kilo’s vlees mee te kweken. Andere bezwaren zouden het hoge energie- en waterverbruik van kweekvlees zijn. Terwijl CE Delft heeft berekend dat het kweken van vlees juist minder energie en water vergt, en ook minder uitstoot van broeikasgassen en stikstof veroorzaakt. Van Eelen bevestigt: ‘Als we op de huidige voet doorgaan, en wereldwijd net zoveel vlees blijven consumeren als dat we nu doen, dan hebben we in de toekomst vier planeten nodig.’ Meat The Facts draait de feiten om. Emotie wint het van de wetenschap De pan-Europese vleescampagne heeft nationale tegenhangers. In Nederland is dat Vlees.nl. Via de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) betaald door VanDrie en Vion. Daar wordt beweert wordt dat er ‘geen echt zicht’ is op grootschalige kweekvleesproductie. Het ministerie van Landbouw denkt juist dat kweekvlees ‘dicht bij marktintroductie’ is. Vlees.nl waarschuwt dat ‘ziekmakende organismen’ weleens zouden kunnen gedijen in het kweken van vlees. Wat voor organismen? Welke ziekten? Meer informatie geeft Vlees.nl niet, noch wordt er verwezen naar onderzoek, maar het klinkt niet fris. COV ergerde zich er enkele jaren geleden nog aan dat, in discussies over dierenwelzijn en vleesproductie, ‘emoties het te makkelijk van de ratio of van zinvolle wetenschappelijke adviezen’ winnen. Nu zijn het de slachters zelf die inspelen op gevoel en ‘zinvolle wetenschappelijke adviezen’ over kweekvlees bagatelliseren. Complot van Bill Gates De angst voor kweekvlees schept nieuwe bondgenoten. Zowel de Europese tak van La Via Campesina, dat wereldwijd opkomt voor de belangen van kleine boeren, als Pekka Pesonen, de baas van de machtige Europese landbouwlobby COPA-COGECA, beweren bang te zijn dat de markt in handen komt van enkele machtige foodtechbedrijven als kweekvlees wordt gelegaliseerd. Alsof de markt nu in handen is van boeren en kruideniers. Pesonen suggereerde in Rome zelfs dat kweekvlees een complot is van ‘Westerse oligarchen, zoals Bill Gates.’ (Gates heeft in een kweekvleesbedrijf geïnvesteerd.) Het idyllische Italiaanse platteland dat wordt bedreigd door buitenlandse kapitalisten; het is muziek in de oren van de Italiaanse regering, die sinds oktober wordt geleid door de nationalistische Giorgia Meloni. Haar schoonbroer Francesco Lollobrigida is minister van Landbouw. Hij noemt kweekvlees ‘Frankensteinvoedsel’ en vindt dat ‘producten uit het laboratorium’ niet passen in de Italiaanse ‘voedsel- en wijncultuur’. Het kabinet-Meloni stemde in maart in met een verbod. Volgens Alice Ravenscroft van het Good Food Institute, dat opkomt voor voedselinnovaties, schiet Italië zichzelf in de voet: ‘Als de wet wordt aangenomen, zou dat het economisch potentieel van deze opkomende sector afsluiten, een rem zetten op wetenschappelijke vooruitgang en inspanningen om de klimaatverandering af te remmen, en de keuzevrijheid van consumenten inperken.’ Toch is de kans groot dat het parlement volgt: alleen de linkse-populistische Vijfsterrenbeweging is vóór kweekvlees. Klein aantal landen kan kweekvlees tegenhouden Ook in Frankrijk, nog een land met een weinig vooruitstrevende landbouwsector, is er weerstand. De vorige minister van Landbouw, Julien Denormandie, vond: ‘Vlees komt van leven, niet uit laboratoria.’ De Nationale Vergadering verbood op voorhand kweekvlees uit de eigen kantine. Zelfs als Frankrijk kweekvlees niet verbiedt, kan het voorkomen dat het in Europa op de markt komt. Nieuwe voedselproducten moeten in de Europese Unie eerst door de voedsel- en warenautoriteit EFSA en vervolgens door de ministers van Landbouw worden goedgekeurd. Er is een gekwalificeerde meerderheid nodig: minstens 15 lidstaten die samen 65 procent van de Europese bevolking vertegenwoordigen. Frankrijk en Italië zijn al 28 procent van de bevolking. Als ook Polen of Spanje tegenstemt, komt kweekvlees er niet door. Kweekvlees zal een objectieve beoordeling doorstaan. In Singapore ligt het al in de schappen. In Amerika gaf de Food and Drug Administration in november goedkeuring. Grote kans dat Israël binnenkort volgt. Daar hebben meerdere bedrijven een aanvraag ingediend. In Europa nog niet. De makers van kweekvlees zien het somber in. Meatable is uitgeweken naar Singapore om worsten te kweken. De conservatieve landbouwlobby weet de Europese politiek veel beter te bespelen. Zo verliest Nederland niet alleen een innovatie; Nederlandse veehouders wordt een mogelijk verdienmodel ontzegd. Nick Ottens is de voorzitter van het Team Voedsel van Liberaal Groen (VVD). Hij schrijft de nieuwsbrief Atlantic Sentinel.

Door: Foto: World Economic Forum, CC BY 3.0 First cultured hamburger unfried via Wikimedia Commons.
Foto: Photo by no one cares on Unsplash

Landbouwinnovaties overlaten aan de markt, moet en kan het anders?

We innoveren erop los om efficiënter voedsel te produceren. Maar vernieuwende technologieën zoals de genetische modificatie van gewassen hebben een keerzijde: grote commerciële boerenbedrijven profiteren en kleinere, arme boeren blijven achter. Hoe creëren we een voedselsysteem dat niet alleen duurzamer is maar óók eerlijker is?

Ontbossing, verlies van biodiversiteit door monocultuur, chemische vervuiling door pesticiden en klimaatverandering. De lijst met uitdagingen voor ons voedselsysteem lijkt oneindig. Tegelijkertijd heeft de wereld steeds meer monden te voeden. Hoe lossen we dat op? “Vrijwel iedereen is het erover eens dat innovatie een belangrijke bron is om deze uitdagingen aan te gaan,” benadrukt innovatiewetenschapper dr. Koen Beumer.

Zo zorgen robotisering en automatisering van de landbouw ervoor dat ons land inmiddels 24 uur per dag bewerkt kan worden. Genetische modificatie verbetert onze landbouwgewassen door ze bijvoorbeeld ziekteresistent te maken, en met vleesvervangers proberen we de vleesindustrie drastisch te verminderen. Maar deze voedselinnovaties hebben een keerzijde, vertelt Beumer. Ze worden voornamelijk ontwikkeld via het marktsysteem gericht op het Westen. “En dat werkt ongelijkheid in de hand.”

Een tekortschietende markt

Hoe werkt dat precies? Voor het ontwikkelen en verspreiden van deze landbouwinnovaties is het marktsysteem erg effectief gebleken. “De markt is een specifiek soort economie waarbij goederen en diensten worden uitgewisseld met het gebruik van geld”, legt Beumer uit. Voor het ontwikkelen van nieuwe landbouwinnovaties, is winstmaximalisatie hierdoor de belangrijkste drijfveer. Nieuwe technologieën moeten dus geld opleveren en dat zijn ze vooral als ze op grote schaal ingezet kunnen worden.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

“7 veelbelovende innovaties…

…die de transitie geen steek verder helpen.”

Dat is de opbeurende titel van een bericht op Wattisduurzaam. Volgens Thijs ten Brinck, schrijver van het weblog, is beleid dat innovatie aanjaagt en ruimte laat fouten te maken even onmisbaar als beleid dat bewezen oplossingen aanjaagt en de ruimte geeft om deze verder te verbeteren. En op te schalen. Opschalen loopt echter vaak tegen barrières op, want ook de nadelen van een techniek zijn al bekend.

Foto: Tobias Begemann (cc)

Wat je van dieren imiteren kan

Wat hebben de sluipwesp, wolf, boomkikker en termiet met elkaar gemeen? Meer dan je denkt! Steeds meer technologieën voor de mens worden namelijk geïnspireerd door het dierenrijk. Hoe leer je van de natuur?

Kijk! Een boomkikker. Daar aan het plafond. Hoe blijft het zo zitten op dat gladde oppervlak? Je zou denken dat het dier eraf glijden zou, maar dat is niet waar. Ze zullen een soort verfijnd systeem in hun vingers hebben, dat ze grip geeft zonder zich vast te klampen. Het verwondert en inspireert. Kun je dat systeem niet toepassen op een nieuwe uitvinding? Daarvoor duiken we in de wondere wereld van biomimicry.

Imiteren van de natuur

Biomimicry (biomimetica in het Nederlands) betekent letterlijk het imiteren van biologische ideeën om menselijke toepassingen uit te vinden, ze te verbeteren en duurzamer te maken. Zo laat biomimetica-onderzoeker dr. Dimitra Dodou van de TU Delft zich inspireren door dieren om nieuwe medische hulpmiddelen te ontwerpen. Gebiologeerd keek ze ooit naar de sluipwesp. Deze wesp plaatst haar eitjes met een zogenaamde legboor onder de huid van een slachtoffer. Zo’n legboor is ongekend flexibel en kan een grote hoek maken zonder ergens af te breken. Dat is interessant voor chirurgen. Bij kijkoperaties willen zij namelijk zoveel mogelijk onderhuidse ruimte kunnen ontdekken met een enkele prik door het oppervlak. Dodou en haar team onderzochten, imiteerden, testten en verbeterden de legboortechnologie van de wesp. Het resultaat: een ultradunne, stuurbare naald, die bijna niet te breken is.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Commissaris is nog steeds voetganger op de digitale snelweg

ACHTERGROND - © Nationaal Register voorkant omslag Nulmeting digitale transformatie in boardrooms in Nederland 2019Het Nationaal Register trekt aan de bel: de commissaris heeft te weinig in huis om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen van de digitale transformatie. Bestuurders achten hun toezichthouders eigenlijk volstrekt ongeschikt. Disclaimer: de verwijten gaan beide kanten op. Ernstiger is dat het probleem al jaren bestaat.

De digitale transformatie is inmiddels een behoorlijk sleets begrip. Toch zagen het Nationaal Register en Nederland ICT er nog heil in om (samen met VNO-NCW) te onderzoeken “hoe men aankijkt tegen, dan wel omgaat met, actuele vraagstukken ten aanzien van digitalisering”.

Volgens het onderzoek ‘Nulmeting digitale transformatie in boardrooms in Nederland’ denkt slechts een kwart van de commissarissen in Nederland dat hun kennis over digitalisering en de digitale transformatie afdoende is. Eén procent van de directeuren denkt dat hun commissarissen ook werkelijk capabel genoeg zijn om over de digitale transformatie te oordelen. Niet onbelangrijk: van de 173 respondenten was 76% ouder dan vijftig jaar en 72% man; ruwweg 2/3 deel is werkzaam in een RvC/RvT, de rest in een RvB- of directiefunctie.

“Niet van strategisch belang”

Die conclusies werden door Nationaal Register ‘pijnlijk’ genoemd. Ze werden als volgt door onderzoeker Valerie Frissen samengevat: “Commissarissen zien digitalisering toch vooral als iets operationeels en niet als iets dat grote impact heeft op hun organisatie en dus van strategisch belang is.” Volgens Frissen wordt het strategische belang van digitalisering – digitalisering doorvertalen naar de transformatie van je bedrijf – onderschat. Er is veel te weinig aandacht voor de kansen die digitalisering biedt, voor nieuwe verdienmodellen en nieuwe manieren van (bijvoorbeeld datagedreven) werken. Frissen vreest dat de gemiddelde commissaris weinig kaas heeft gegeten van blockchain, AI en algoritmes. Veel commissarissen blijven naar haar mening steken aan de oppervlakte – met als risico dat je blijft hangen bij wat je in de media kunt lezen over technologietrends.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Monito - Money Transfer Comparison (cc)

PSD2: dag bank, hallo app

ACHTERGROND - Zoek op Google naar ‘PSD2’ en je krijgt op de eerste pagina géén links naar kritische berichtgeving over de nieuwe ‘Payment Services Directive’. Dat is ook niet zo vreemd. Want Google zou zo maar eens een van de spelers kunnen zijn die straks baat heeft bij de nieuwe internationale regels voor financiële transacties.

Big tech zit in de haarvaten van ons leven en banken verliezen in hoog tempo hun relevantie – ja, ook als ‘trusted partner’ voor onze financiën. PSD2 wordt een groot probleem voor banken én een enorme valkuil voor consumenten.

Waar een paar jaar geleden fintech nog werd gezien als ‘disruptief gevaar’ voor de traditionele grootbanken, proberen diezelfde banken nu de fintechs te omarmen. Dit vanuit de overtuiging dat de consument geld en data nog steeds bij voorkeur toevertrouwt aan de bank. En dat fintechs afhankelijk zijn van banken omdat die voorlopig – dankzij dat vertrouwen – als enige beschikken over grote volumes aan klanten en data.

Maar dat beeld is aan het kantelen.

Onderzoek van adviesbureau Bain & Company onder 152.000 consumenten, waarvan 2.500 in Nederland, laat zien dat consumenten de bank steeds minder beschouwen als een vanzelfsprekende partner voor hun geldzaken. En dat voor steeds meer mensen ook big tech een logische financiële dienstverlener zou kunnen zijn. Zelfs ING-ceo Ralph Hamers onderkent inmiddels dat de echte rivalen van de bank uit de hoek van big tech komen: bedrijven zoals Google, Amazon, PayPal en Alibaba.

Foto: Gerd Leonhard (cc)

Algoritme controleert algoritme

DATA - Door digitalisering worden in veel bedrijven processen steeds complexer. Dat maakt de rol van toezichthouders – commissarissen, accountants, auditors – lastiger. De toepassing van algoritmen die op basis van machine learning werken, vergroot deze uitdaging. Ook auditors maken tegenwoordig gebruik van slimme systemen om andere slimme systemen te controleren. Wie controleert wat?

Yuval Harari, auteur van 21 Lessons for the 21st Century, is ervan overtuigd dat in de toekomst ons brein wordt gehacked door kunstmatige intelligentie. Hij verwacht dat biotechnologie en kunstmatige intelligentie naar elkaar toe zullen groeien en vraagt zich af wie deze ontwikkeling aanstuurt en bepaalt. Zijn dat burgers, overheden of juist de grote bedrijven? Het antwoord laat zich raden.  Overheden zullen ontwikkelingen op dit snijvlak vooral aangrijpen voor nationale belangen zoals defensie en daarnaast liggen de mogelijkheden bij bedrijven, niet bij burgers.

Dat hacken van ons brein is een goed voorbeeld van de tegenstrijdige wereld waar we naar toe gaan: technologie kan problemen oplossen en onze levens verbeteren, maar per saldo krijgen we steeds minder vat op ons leven. Hoe groter de rol van kunstmatige intelligentie wordt, hoe minder onze eigen hersenen een bepalende rol blijven spelen.

Wat ons mogelijk te wachten staat, laat het meest recente debacle van ING zien: de witwas-affaire. Bij banken is uitgebreide monitoring van transacties verplicht volgens de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Voor een grootbank is dat monitoren een proces dat ingericht en uitgevoerd wordt met behulp van software, die doorlopende grote hoeveelheden data moet analyseren. Deze software programmeer je in eerste instantie natuurlijk om het proces dat de wet voorschrijft, uit te voeren. Hierbij worden zowel medewerkers als beslissers voorzien van feedback uit systemen: beslissingen op bestuursniveau worden genomen op basis van data. Of die systemen integer zijn ontwikkeld en doelmatig functioneren (doen waarvoor ze zijn ontworpen) is niet gemakkelijk te zien, laat staan doorlopend zichtbaar. Toetsing door middel van interne en externe audits moet aantonen dat de software zijn werk goed doet en dat de software ook goed wordt ingezet. Bij ING was ergens in dit monitoringproces besloten om de software aan te passen. “Het systeem om transacties te monitoren was – mede vanwege de beperkte personele capaciteit – door de bank zo ingesteld dat slechts een beperkt aantal witwassignalen werd gegenereerd”, aldus het Openbaar Ministerie.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Brian Solis (cc)

We hebben nederige technologieën nodig

ANALYSE - Hoe zorgen we dat een nieuwe technologie zo veel mogelijk de mens ten goede komt? Bij elke nieuwe technologie moeten we de tijd nemen om deze vraag te stellen. We vinden het antwoord alleen door kritisch te zijn. En door te laten zien dat een nederige houding ten opzichte van innovatie de kracht van overheden, markten, ethische experts en burgers kan versterken.

Disruptieve innovaties zijn innovaties die de samenleving ontwrichten. Ons leven verandert er radicaal door. Veel mensen zien zulke innovaties niet aankomen. Dat is gek, omdat we ons juist heel goed kunnen voorstellen wat er kan gebeuren wanneer nieuwe technologieën de wereld veroveren. Dat tonen sciencefictionfilms wel aan.

In Forbidden Planet bijvoorbeeld, uit 1956, heeft een kwaadaardige supermacht op een verre planeet aardse ontdekkingsreizigers weggevaagd. Slechts twee mensen en een enorm technologisch complex overleven de ramp. En in 2001: A Space Odyssee uit 1968, speelt een slimme supercomputer de hoofdrol. Die kan liplezen – iets dat computers inmiddels ook echt kunnen.

Zulke films laten zien dat mensen het voorstellingsvermogen hebben om na te denken over de sociale gevolgen van nieuwe technologie. En dat we ons er dus ook op kunnen voorbereiden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Thuiszorg: extra geld moet niet naar personeel, maar naar innovatie

OPINIE - Het kabinet heeft afgelopen week bekend gemaakt dat de ouderenzorg het komend jaar een financiële injectie krijgt van 435 miljoen euro, onderdeel van een vier jaar durend investeringsprogramma dat 1,2 miljard euro omvat. Minister Hugo de Jonge wil dat geld oormerken: het geld is bedoeld voor de inzet van tienduizenden extra zorgverleners. Wordt het anders ingezet, dan wil de minister het kunnen terugvorderen. Verder heeft de minister nog maar weer eens geroepen dat de regeldruk omlaag moet en dat er een imagocampagne moet komen.

Begin december kwam het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (van Maastricht University) met de eufemistische constatering dat er moeilijkheden worden verwacht bij het vinden van geschikt personeel worden eveneens verwacht in de zorg- en welzijn-beroepen – een gevolg van de toenemende vergrijzing. In zijn brief ‘Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector’ meldt de minister dat als de overheid nu niet handelt op de toenemende behoefte aan personeel, er in 2022 een personeelstekort van ongeveer 100.000 tot 125.000 professionals ontstaat.

Den Haag, we have a problem

Met dit soort uitspraken wordt de schijn gewekt dat de zorgsector afstevent op een probleem. De realiteit is echter dat in verschillende regio’s de arbeidsmarktkrapte al volop merkbaar is. Er zijn duizenden vacatures. Planners krijgen de werkroosters niet meer rond, omdat enerzijds openstaande vacatures niet worden opgevuld en anderzijds er veel uitval is (het ziekteverzuim in de zorg gaat richting 6% terwijl het landelijk gemiddelde rond de 3,5% ligt). Daar komt bovenop dat de zorg zodanig is ingericht dat parttime contracten overheersen, iets wat het coachen van teams extra bewerkelijk maakt. Door ziekteverzuim en vacatures loopt de werkdruk op en dat zorgt voor een toenemend verloop – alleen al in Brabant verlieten in 2017 10.000 zorgprofessionals hun sector.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: mystic_mabel (cc)

Digitale overheid: ambities bijgesteld, doelen niet gehaald, achterstallig onderhoud

ANALYSE - Rutte III zit nog maar net in het zadel, maar begint met een achterstand. Vlak voor het aantreden heeft minister Plasterk opgeschreven hoe de digitale overheid er voor staat. De conclusie: nog steeds heeft de overheid zijn zaakjes niet goed voor elkaar als het gaat om digitalisering. Ambities voor de toekomst worden herhaaldelijk naar beneden bijgesteld, doelen niet worden gehaald en het achterstallig onderhoud wordt steeds zichtbaarder.

In zijn verslaglegging beseft Plasterk dat de digitalisering zich in versneld tempo heeft doorgezet, maar hij spreekt geen oordeel uit over de geleverde prestaties en gaat voorbij aan eerdere doelstellingen, waarbij 2017 het jaar van de waarheid zou zijn waarin verschillende overheidsbrede programma’s er voor hadden moeten zorgen dat de (digitale) dienstverlening aan burgers en ondernemers is gerealiseerd.

Overheid heeft Antwoord

Hoe zat het ook al weer? Aan het begin van deze eeuw startte de overheid met de grote decentralisatieoperatie. Het idee daarachter is niet slecht: in het kader van het geleidelijk afbouwen van de verzorgingsstaat (ten onder gegaan aan het eigen succes: onbetaalbaar geworden door de vergrijzing) zou de overheidsdienstverlening zo dicht mogelijk bij de burger moeten worden gerealiseerd. Dat sluit namelijk het beste aan op zelfredzaamheid. De gemeente moest het primaire aanspreekpunt voor de burger zijn als die in contact wil komen met de overheid.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Volgende