Kunst op Zondag | Bah, geëngageerde kunst

In de vorige aflevering (Bah, moderne kunst) ging het over mensen die een hekel hebben aan moderne kunst omdat het hun uitzicht belemmert. Al snel bleek dat niet zozeer de kunst weerstand opriep. Mensen raakten geërgerd omdat lokale overheden geen rekening hield met de wensen van bewoners die geconfronteerd worden met kunst in hun (openbare) buitenruimte. En de schrijvers van de aangehaalde stukjes, meenden dat het logisch is dat arrogantie van één kunstenaar leidt tot een hekel aan zijn moderne kunst. Het rijk kan achteloos tachtig miljoen uit zijn achterzak trekken voor een Rembrandt, maar als het een tiende van dat bedrag uitgeeft aan een modern Nederlands kunstwerk, dan is de wereld te klein. Moderne kunst moet zich voortdurend bewijzen. zei dichter, ethicus en filosoof Maarten Doorman in Trouw, naar aanleiding van De navel van Daphne, een studie naar de verhouding tussen hedendaagse kunst en engagement.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.