Van hoofddoek tot D66-rechter

Mag een agente een hoofddoekje dragen? Nee toch? Het is immers onwenselijk dat een agent toont welke overtuigingen zij of hij heeft, om de suggestie van vooringenomenheid weg te nemen. Ik ben daarom tegen alle soorten zichtbare geloofsuitingen. Je geloof uitdragen doe je maar in je vrije tijd. Zoals ik het hierboven beschreef dacht ik er lang over. Maar ergens begon het steeds meer te knagen. Want als je een kledingstuk al de suggestie van vooringenomenheid toekent, geef je dan niet het verkeerde signaal af? Want de vooringenomenheid is natuurlijk niet weg als het kledingstuk weg is én het suggereert dat uiterlijk er toe doet. Wat betekent dat  voor moeilijker “af te zetten” eigenschappen, zoals huidskleur? Waarom zouden die dan geen vooringenomenheid suggereren? Mag een Marokkaanse Nederlander twijfelen aan de vooringenomenheid van een witte agent of rechter, net zoals iemand blijkbaar mag twijfelen aan de neutraliteit van een een hoofddoek dragende rechter of agent?

Door: Foto: Domiriel (cc)

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.