Extra ecclesiam

Wetenschapsfilosoof Maarten Boudry vraagt in de Belgische krant De Morgen van 13 september aan gematigde moslims voortaan geen beroep meer te doen op de koran wanneer ze hun afkeuring van gewelddadige geloofsgenoten willen onderbouwen. Hij richt zelfs een ‘smeekbede’ tot hen, omdat ze op die manier het uitgangspunt delen van hen die ze bestrijden. U speelt niet alleen op het schaakbord van de jihadi’s, met hun spelregels, het is alsof u zichzelf drie pionnen toebedeelt en uw tegenstander tien koninginnen. Bij elk dispuut halen fundamentalisten immers het boek boven dat u beiden eerbiedigt als goddelijke autoriteit, en weten zij de beste papieren voor te leggen. Aldus Boudry. Het is een iets vriendelijker formulering van een oud thema: de koran als islamitische Mein Kampf, waarin ondubbelzinnig en tot in detail alle gruwelijkheden zouden zijn voorgeschreven die moslimzeloten overal ter wereld plegen. Wie met behulp van datzelfde boek anderen tot vreedzaam gedrag wil aanzetten, faalt natuurlijk al bij voorbaat. Dat idee is het gevolg van een denkfout waar atheïsten en andere seculieren de laatste tijd steeds vaker met een forse klap in tuinen: ze luisteren alleen naar fundamentalisten.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Wie literatuur wil begrijpen moet stoppen met boeken te lezen

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Boeken (foto flickr/brewbooks)

Wie als alpha-wetenschapper iets zinnigs over de wereldliteratuur wil zeggen staat voor een naar probleem: het te onderzoeken gebied is inmiddels zo groot geworden dat noodzakelijkerwijs iedere analyse over een miniem gedeelte van alle literatuur die in de moderne tijd is gepubliceerd. Zelfs als je je grondig beperkt en je jarenlang opsluit om bijvoorbeeld 200 Victoriaanse werken te bestuderen, dan nog zit je met het deprimerende feit dat je tienduizenden andere boeken uit die periode niet hebt gelezen.Volgens Unesco (die de boekenproductie per land als een graadmeter voor leefklimaat gebruikt) zijn er in 2011 al 611.700 boeken gepubliceerd(*). Volgens Google, die voor hun boekenproject een redelijke schatting wilden maken, zijn er in de hele geschiedenis om en nabij de 129.864.880 boeken gepubliceerd.

Ars longa, vita brevis dus: de kunst is te lang, het leven te kort om alles te overzien. En wellicht mede daarom gooit een groot deel van de literatuurwetenschapper sinds de jaren zestig de armen de handoek in de ring om zich te focussen op de details. Het overheersende paradigma is al jaren dat van ‘close reading‘, waarbij bepaalde teksten minutieus worden uitgeplozen. Vrolijk overdreven voorbeeld hiervan is het essay “Ulysses Gramophone” van Derrida, waarin hij tachtig pagina’s wijdt aan het woordje ‘yes’ in Ulysses van James Joyce.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Verklaring van Hans Jansen over Koranvers 2.256

GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag is dat Jan-Jaap van Peperstraten, over de getuigenis van Hans Jansen in het proces van Wilders en zijn interpretaties van de Koran.

Een bladzijde uit de Koran (Foto: Flickr/Ranoush.)

Ik merk dat er bij mij omtrent de opmerkingen die door de arabist Hans Jansen als getuige-deskundige bij het proces tegen Geert Wilders gemaakt zijn, zoveel vragen spelen dat ik me gedwongen voel deze met u te delen. In concreto zijn er bij mij een aantal vragen gerezen omtrent het document dat vrij pontificaal op zijn site geplaatst is (.doc): “Tekst verklaring afgelegd als getuige-deskundige: de op verzoek van de rechter-Commissaris geschreven brief die op 6 oktober 2010 is voorgelezen op de Rechtbank in de zaak tegen Geert Wilders.” In dit document gaat prof.dr. Jansen in op een aantal punten uit de koranexegese, in het bijzonder het leerstuk van de abrogatie van (eerdere) Koranverzen door latere. Dit ogenschijnlijk obscure probleem is voor prof. Jansen van belang omdat hij in zijn getuigenis het volgende stelt:

1. Notitie over het Koranvers 2:256, ‘Er is geen dwang in de godsdienst’. De islam leert dat dit vers is ‘‘geabrogeerd’, dat wil zeggen: door latere openbaringen ‘opgeheven’.

Het Koranvers 2:256 in de meer gangbare Leemhuis-vertaling luidt als volgt:

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het Saillant | Zwarte muts van islamitische signatuur geeft lesje individuele vrijheid

SaillantLOGO“Wat Enait doet? Dat zouden meer mensen moeten doen.”

Dat zitten blijven een teken van respect is, en opstaan een teken van minachting, dat heeft de zwarte advocaat Mohammed Enait deze week de witte Jeroen Pauw wel duidelijk gemaakt. Ik hou wel van die consequent schriftvaste houding van mensen als Enait. Een samenleving heeft dit soort voorspelbare en ongevaarlijke clowns nodig. Bijvoorbeeld om weer eens tegen heilige huisjes aan te pissen.

Hoewel, zo enorm consequent is Enait nu ook weer niet. Meldde hij in deze ‘muts & zitten’-zaak dat de Islam vindt dat iedereen gelijk is. In de eerdere ‘handen geven’-zaak, toverde hij uit zijn religieuze lektuurbak dat vrouwen niet gelijk zijn. Maar goed, ik heb het vandaag niet over religie en hypocrisie. Dat lukt niet in één dag.

Terug dan, naar de ‘muts & zitten’-zaak. Wat me verbaasd heeft is de enorme consternatie. Mohammed Enait heeft namelijk met succes iets gedaan wat meer mensen eens zouden moeten doen: opkomen voor de individuele vrijheid. Iets waar je de laatste tijd vaker over hoort. Er zijn talloos veel zaken te bedenken waarin wetten en gedragsregels botsen met de diepste individuele overtuigingen. Individuele vrijheden opeisen is niet iets waar alleen orthodoxe gelovigen recht op hebben. Tenminste, zo zou het moeten zijn.