Waarom tóch een boek over Noordse mythologie?

Er zijn wat standaardadviezen voor iedereen die nonfictie recenseert: kijk vooral naar de inhoud en niet teveel naar de stijl; het gaat om de lezer en niet om de auteur; beperk je tot het boek en polemiseer niet met titel, flaptekst of reclame. En ook: laat een boek onbesproken als de informatie al op het internet is te vinden. Niemand wordt er immers beter van als overbodige boeken ook nog eens onder de aandacht wordt gebracht. De Noordse mythen. Goden en helden van het oude Scandinavië van Carolyne Larrington is een voorbeeld van zo’n boek dat dertig jaar geleden de moeite waard zou zijn geweest, maar inmiddels geen noemenswaardig doel meer dient. Ik heb het met plezier gelezen, dat wel, maar meer positiefs valt er niet over te zeggen. Larrington vertelt de oude verhalen na en geeft daarop commentaar, maar het is bijna allemaal ook online te vinden, waar je slechts een paar muisklikken bent verwijderd van aanvullende informatie. Ik zou dan ook eigenlijk liever niet over De Noordse mythen bloggen, maar de gebreken komen vaker en ik denk dat het zinvol is ze nog eens te benoemen.

Door: Foto: De oppergod Odin op zijn paard Sleipnir, op een steen uit Ardre (Zweden). copyright ok. Gecheckt 01-03-2022
Foto: Niek Sprakel (cc)

Ginnungagap

COLUMN - Essayist Paul Cliteur heeft ooit in volle ernst beweerd dat gelovigen die zich op de bijbel beriepen, dat consequent moesten doen. Je kon niet op het ene moment een tekst letterlijk nemen en op het andere moment van een andere tekst zeggen: ‘maar dat is figuurlijk bedoeld’. Gelovigen – aldus Cliteur – moesten de bijbel met één maat meten. Dat is een volslagen idiote gedachte.

De meeste lieden die een bijdrage aan de bijbel hebben geleverd, hadden geen idéé dat hun verhalen daar ooit in terecht zouden komen. Zij hebben geput uit een zee van verhalen die er in het Midden Oosten al was, hebben die verhalen overgenomen, bewerkt, er tegen gepolemiseerd, ze verwerkt in andere verhalen, ze omgedraaid, er naar verwezen en eraan toegevoegd. Ze hebben er geschiedenis, horror, liefdespoëzie, geestelijke liederen, filosofische bespiegelingen, bouwvoorschriften, tragedies, theologische verhandelingen, cabaretteksten en doodsaaie lijsten en opsommingen mee geschreven en die weer aan de zee van verhalen toegevoegd. Bijbelverhalen hebben vele doelen en nog veel meer literaire en andere taalkundige middelen. De taal van de bijbel kent vele maten, en moet dus ook zo gelezen worden.

Wij leven in een moderne maatschappij waarin zaken als helder formuleren wat je bedoelt, je éénduidig uitdrukken, zeggen wat je denkt, consequent nadenken en specifiek, meetbaar, aantoonbaar, realistisch, transparant en controleerbaar zijn, gelden als heel belangrijk. Zo mogelijk nog belangrijker is de gelijkschakeling van de begrippen ‘waar’ en ‘aantoonbaar feitelijk correct’. Dat is een bij uitstek ‘modern’ denkraam, zonder meer nuttig, maar volstrekt ongeschikt voor het begrijpen van de taal van antieke religieuze teksten. Die ene maat van Paul Cliteur is hopeloos nieuwerwets en veel te beperkt om die zee van verhalen te bevatten.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.