Closing Time | Zweites Dreigrosschenfinale – Kurt Weill/Bertolt Brecht

Kent u dat? In een internetdiscussie verzucht plotseling iemand "Zuerst kommt das Fressen, dann kommt die Moral". Die mens, weten we dan, heeft in ieder geval niet het juiste citaat te pakken, en weet dan ook waarschijnlijk niet waar het vandaan komt. Jammer, want hoewel dit cynische citaat veelvuldig toe te passen is, heeft het een specifieke revolutionaire herkomst. Het eigenlijke citaat luidt kortweg "Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral", en komt uit de Dreigroschenoper van de socialistische schrijver Bertolt Brecht. Brecht vermaakte in 1928 een opera uit de 18e eeuw tot een toneelstuk/musical 'voor arme mensen': de Driestuiveropera, die vol staat met sociale kritiek. En we zien hier dat het citaat niet zozeer een cynisch onderuit halen van iedere moraal beoogt, maar eerder een waarschuwing aan de gegoede burgerij voor de misdaad als wraak voor standenverschillen. De duistere kant van marktwerking, die het liberalisme niet ziet. Brechts vriend de componist Kurt Weill, met wie hij veelvuldig samenwerkte, maakte ook hier de muziek. In het stuk komen drie finales voor, dit is de tweede. De tekst (zie onder) is als geheel bijzonder de moeite waard: het moet zowel cynici als idealisten van allerlei pluimage aan kunnen spreken. Dat maakt het uiteindelijk tot zo'n goed werk. Hier in een vertolking uit 1999 met Max Raabe en Nina Hagen. We horen de song in het filmpje twee keer: nu ja, dat is het dan ook wel waard. https://www.youtube.com/watch?v=tuudFsrtgKQ Macheath, Jenny und Chor Macheath: Ihr Herrn, die ihr uns lehrt, wie man brav leben Und Sünd und Missetat vermeiden kann Zuerst müßt ihr uns was zu fressen geben Dann könnt ihr reden: damit fängt es an. Ihr, die euren Wanst und unsre Bravheit liebt Das eine wisset ein für allemal: Wie ihr es immer dreht und wie ihr's immer schiebt Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral. Erst muß es möglich sein auch armen Leuten Vom großen Brotlaib sich ihr Teil zu schneiden. Jenny: Denn wovon lebt der Mensch? Macheath: Denn wovon lebt der Mensch? Indem er stündlich Den Menschen peinigt, auszieht, anfällt, abwürgt und frißt. Nur dadurch lebt der Mensch, daß er so gründlich Vergessen kann, daß er ein Mensch doch ist. Chor: Ihr Herren, bildet euch nur da nichts ein: Der Mensch lebt nur von Missetat allein! Jenny: Ihr lehrt uns, wann ein Weib die Röcke heben Und ihre Augen einwärts drehen kann Zuerst müßt ihr uns was zu fressen geben Dann könnt ihr reden: damit fängt es an. Ihr, die auf unsrer Scham und eurer Lust besteht Das eine wisset ein für allemal: Wie ihr es immer dreht und wie ihr's immer schiebt Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral. Erst muß es möglich sein auch armen Leuten Vom großen Brotlaib sich ihr Teil zu schneiden. Macheath: Denn wovon lebt der Mensch? Jenny: Denn wovon lebt der Mensch? Indem er stündlich Den Menschen peinigt, auszieht, anfällt, abwürgt und frißt. Nur dadurch lebt der Mensch, daß er so gründlich Vergessen kann, daß er ein Mensch doch ist. Chor: Ihr Herren, bildet euch nur da nichts ein: Der Mensch lebt nur von Missetat allein!

Door: Foto: Ted (cc)

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.