Chatbot kan niet langzaam denken

Het menselijk gedruis over tekst producerende kunstmatige intelligentie zal nog wel even voortduren. ChatGPT hielp me begin deze maand een artikel schrijven dat volgens sommigen behoorde tot het beste dat ik ooit schreef. Sindsdien ben ik ermee blijven experimenteren – vaak nog verbaasd over wat het systeem ineens bleek te kunnen bedenken, maar gaandeweg toch ook steeds meer vertrouwd met de beperkingen: de doodsheid van het geproduceerde proza (of van de geproduceerde plaatjes), de weigering om er ooit iets bij te leren. Bijna 25 jaar geleden schreef ik een stuk, ‘grandeur en misère van de computertaalwetenschap‘. Ik weet niet of ik kan zeggen dat ik het toen goed zag; ik weet wel dat ik het nog op dezelfde manier zie. Aan het eind van het stuk wees ik er op dat dommekracht waarschijnlijk de toekomst was: computers die op basis van een enorme verzameling voorbeeldteksten aan de hand van statistiek steeds weer nieuwe teksten kunnen maken die op de oude lijken. Na “op een mooie” volgt meestal pinksterdag en dus schrijf je ‘op een mooie pinksterdag’. Ratio Dat is precies het principe waarop de systemen die nu furore maken gebouwd zijn. Ik voorzag dit indertijd niet omdat ik nu zo’n visionair was, maar omdat iedereen die zich er 25 jaar geleden een beetje in verdiepte het kon zien. Waar ik wel onduidelijk over was: wat er nu eigenlijk precies ontbrak, indertijd. Ik noemde dat ‘inspiratie’, maar ik kan inmiddels echt niet meer bedenken wat ik daarmee indertijd bedoeld heb. Wel denk ik inmiddels iets meer inzicht te hebben in wat er nu eigenlijk ontbrak, wat er nu eigenlijk ontbreekt. De econoom en psycholoog Daniel Kahneman heeft het idee populair gemaakt dat we twee vormen van denken hebben: een dat supersnel en intuïtief is maar daarbij voortdurend fouten maakt, de ‘automatische piloot’, de intuïtie; en een ander dat langzamer is, dat meer moeite kost, de ratio. Je kunt zeggen dat het eerste systeem hetgene is waar de moderne AI op richt. Wat ik 24 jaar geleden ‘inspiratie’ noemde is het tweede systeem. Zo kan ChatGPT niet rekenen, althans niet met relatief grote getallen: [caption id="attachment_342653" align="aligncenter" width="500"] De som gaat bijna goed, behalve dat een mens waarschijnlijk onmiddellijk kan zien dat het eerste cijfer van de som geen 8 moet zijn, maar een 9[/caption] Het is een beetje verrassend dat dit mis gaat – waar is een computer nu beter in dan rekenen – maar het is ook te verklaren. De som die ik hier geef heeft ChatGPT waarschijnlijk nooit gezien; 23+56=79 staat misschien wel ergens in het corpus met teksten waarop het getraind is, maar het heeft niet echt leren rekenen, zoals een mens dat geleerd heeft: met specifieke uitleg en dan oefeningen. Verbluffend De problemen met de dorre stijl en het feit dat het op iedere inhoudelijke vraag maar wat begint te bazelen als het ’t niet weet, hebben een soortgelijke oorsprong, denk ik. Bij ieder antwoord op iedere vraag neemt het alle teksten mee die het ooit gelezen heeft, los van de oorsprong van die tekst: een tweet van een anonymus weegt evenveel als een artikel van een deskundige. Als je het vraagt naar de geschiedenis van Amsterdam of het bestaan van buitenaards leven weegt het alles mee. Wat er nodig is, is kortom een versie van Kahnemans langzame systeem – bewustzijn misschien wel, de mogelijkheid om van bepaalde mensen of bronnen te leren en andere te negeren, de mogelijkheid om soms niet het antwoord te kiezen dat intuïtief juist lijkt (de som van 4.433.557 en 4.634.630 zal wel beginnen met een 8, want 4+4=8) maar één die regels volgt en toepast, één die dingen kan leren op een andere manier dan door alleen maar imitatie. Zo’n tweede systeem is er nu niet – het enige dat er een héééél klein beetje op lijkt, zijn de filters die kennelijk zijn toegevoegd en die maken dat het systeem waarschuwingen geeft als je probeert het racistische of seksistische uitspraken te ontlokken; maar dat is wel een heel mager traag systeem. Maar feitelijk is zo’n langzaam systeem, en vooral de manier waarop het zou moeten aansluiten op het snelle nog net zozeer een raadsel als toen ik het uit de losse pols ‘inspiratie’ noemde. We weten eenvoudigweg niet hoe we denken en misschien zijn onze hersenen ook wel te dom om te kunnen begrijpen hoe ze zelf werken. Mijn voorspelling voor 2046: dan is de dommekracht van computers nog verbluffender, en we kunnen misschien nog wat beter benoemen wat er ontbreekt.

Door: Foto: Gemaakt met DALL·E thinking fast and thinking slow
Foto: Floris van Dyck, Public domain, via Wikimedia Commons

Woorden doen ertoe (in onze kijk op de wereld)

COLUMN - Gelukkig klinkt af en toe het geluid van de rede. In het nieuwe nummer van het tijdschrift Cognition is Peter Hagoort, directeur van het Donders Instituut in Nijmegen de vertolker van dit geluid.

We komen uit een periode waarin het idee van embodied cognition sterk in de belangstelling: ons denken is niet abstract, maar wordt voortgebracht door ons lichaam. Hoe we de wereld zien, wordt bepaald door onze zintuigen, en door het functioneren van het menselijk lichaam. Dat klinkt allemaal heel plausibel en er zijn – natuurlijk – ook allerlei aanwijzingen dat inderdaad ons denken bepaald wordt door het feit dat we een lichaam hebben.

Het probleem is alleen dat sommige aanhangers van deze gedachte een en ander verkochten met de bewering dat deze bewijzen het einde zijn van het Cartesiaanse denken. Descartes had gesteld dat we een scheiding maken tussen lichaam en geest, maar zie eens aan! We hebben dat hele idee van een abstractere geest niet nodig.

Lichaamsgeur

Hagoort, iemand die een reusachtige reputatie heeft in het meten van hersenactiviteit bij taal, en die dus van alles weet over de rol van het lichaam in het denken (want neuronen horen ook bij het lichaam) keert zich in het nieuwe artikel tegen dit extremisme, door te laten zien dat ons denken en onze perceptie voor een deel óók bepaald worden door het abstracte systeem dat onze taal is.

Foto: Foto Giammarco op Unsplash.

Zijn denken en communiceren hetzelfde?

Een van de vele discussies die de taalwetenschap al eeuwen splijt is die van de functie van taal. Dat de mens taal heeft, kost op zijn minst moeite – moeite om de taal te leren, moeite om de hersenen te pijnigen bij het zoeken van woorden, het plaatsen van die woorden in zinnen enzovoort. Waarom doen we dat?

Er zijn twee belangrijke kampen: taal is om in te denken, en taal is om te communiceren. De eerste school heeft evident het probleem dat we veel taal niet binnen in ons hoofd laten omgaan, maar dat we ook onze tong en lippen bewegen (of onze handen, in het geval van gebarentaal). De tweede school heeft het probleem dat er is aangetoond dat de structuur van taal minstens voor een deel lijkt te bepalen hoe we denken (zie bijvoorbeeld hier).

De Oostenrijkse taalkundige Martina Wiltschko komt nu in het tijdschrift Glossa met een mogelijke oplossing: taal is er zowel voor taal als voor denken.

Dat klinkt op het eerste oor wat flauw: de ene groep zegt A, de andere zegt B, en jij komt en zegt ‘het is allebei een beetje waar’. Maar Wiltschko biedt interessante argumenten. Ze laat bijvoorbeeld zien dat er in een zin vaak twee elementen zitten: elementen die een gedachte uitdrukken en elementen die gaan over de interactie met de gesprekspartner:

Foto: Mike Willis (cc)

Kunst op Zondag | Denken

Zo rond de jaarwisseling maalt het denken. Terug- en overdenken in de laatste weken van het oude jaar. Vooruit denken in het begin van het nieuwe jaar.

Wat Kunst op Zondag in 2013 zal brengen? Ik heb er wel over nagedacht, maar ik weet het nog niet. Teveel ideeën. Dat is inherent aan kunst. Kunst barst van de ideeën en kunst zet aan het denken. Dat moet je eigenlijk overlaten aan mensen wiens vak het is. Misschien wel aan onze Denker des Vaderlands, voor twee jaar benoemd in 2011 en in 2013 mogen we dus een nieuwe verwachten.

Wij trappen het nieuwe jaar hier af met variaties op De Denker van Rodin.  Dat mannetje dat overal ter wereld op zijn sokkel zit te peinzen. In Laren werd in 2007 een exemplaar gestolen en vernield teruggevonden. Lezers van Sargasso vonden dat het beeld niet gerestaureerd moest worden, want “oudheid en krijgt plotseling iets héél moderns”. Het Singer museum trok zich niets aan van de goede raad. Dat mag dan tot ‘de teleurstellingen van de denker’ worden gerekend.

Giorgio de Chirico – The Vexations of the Thinker, 1915.
cc Wikipantings.org Giorgio de Chirico - The Vexations of the Thinker 1915

Laten we daar verder niet moeilijk over doen. We laten gewoon wat denkers de revue passeren.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.