Bij voedselbedrijven gaat winst voor de boer

Een gastbijdrage van Nick Ottens De bedrijven die het meeste baat hebben bij de intensieve veehouderij weigeren mee te praten over hervorming van de sector. De grote ketenpartijen steunen de boerenprotesten, maar verdedigen vooral hun eigen belang. Agrifirm, De Heus en ForFarmers, drie van de grootste veevoerbedrijven ter wereld, financieren de demonstraties tegen het stikstofbeleid van het kabinet. Zij zijn ook het grote geld achter boerenbeweging Agractie. Agrifirm schuift, na eerder een uitnodiging van Johan Remkes te hebben afgewezen, toch bij de bemiddelingspoging van de VVD’er aan. De Heus en ForFarmers laten het, net als Agractie, afweten. Royal A-ware, de zuivelverwerker met merken als Royal Orange en Westzaner, en de Vandrie Group, één van de grootste kalfs- en rundvleesverwerkers van Europa, trekken ook de portemonnee. Samen met De Heus betalen zij een publiekscampagne om tegenwicht te bieden aan wat zij het ‘anti-landbouwsentiment’ noemen. Ook Royal A-ware heeft een uitnodiging van Remkes afgeslagen. Gezamenlijk hadden deze vijf bedrijven vorig jaar een omzet van 8,7 miljard euro (1 procent van de Nederlandse economie) en maakten zij 212 miljoen euro winst. Nog groter zijn FrieslandCampina, Rabobank en de supermarkten. Met uitzondering van de bank weigeren ook die het gesprek. Drie op de vier melkveehouders zijn lid van FrieslandCampina. Rabobank financiert 85 procent van de veehouderij. De inkopers van de vijf grote supermarkten hebben 80 procent van de markt in handen. Toch beweren deze bedrijven dat zij weinig kunnen doen om hervormingen in gang te zetten die leiden tot minder uitstoot van ammoniak (stikstof), een beter inkomen voor boeren (één op de drie verdiende in voorgaande jaren niet eens het minimumloon) en een beter leven voor dieren. De consument moet volgens hen eerst meer gaan betalen voor betere producten. Pas dan kunnen zij iets van hun honderden miljoenen euro’s winst delen met de boer. Maar dezelfde bedrijven hebben verduurzaming van de veeteelt jarenlang tegengewerkt door boeren te dwingen tot intensivering en schaalvergroting. Boeren die op een diervriendelijkere manier vee wilden houden kregen van de Rabobank geen lening. FrieslandCampina weigerde melk van biologische boeren. Vandrie lobbyde tegen strenge welzijnsregels voor kalveren. Supermarkten betaalden boeren de laagst mogelijk prijs voor vlees en zuivel, om producten niet zelden tegen kostprijs te verkopen. (Met aanbiedingen op vlees lokken supermarkten klanten de winkel in.) Wanneer supermarkten 97 procent niet-biologische producten aanbieden, is het niet alleen de schuld van de consument dat er weinig biologisch wordt verkocht. Eieren en vlees met het Beter Leven-keurmerk zijn succesvoller. 70 procent koopt wel eens vlees met één, twee of drie sterren. 12 procent koopt alleen Beter Leven-vlees. Het toont aan dat verandering van twee kanten moet komen: wanneer het aanbod van hoogwaardige producten toeneemt, komt er ook meer vraag. Boeren hebben niet de marges om de eerste stap te zetten. (Enkelen lukt het met crowdfunding en dankzij idealistische afnemers.) De grote ketenpartijen hebben die marges wel. Zij zouden een verduurzamingsslag kunnen maken, bijvoorbeeld door minder veevoer te importeren en meer gebruik te maken van voedselresten in Nederland, of door een betere prijs te betalen voor vlees en zuivel, waardoor boeren kunnen extensiveren, waardoor de uitstoot van ammoniak afneemt en waardoor dieren een beter leven krijgen. Dat betekent lagere winsten voor de grote bedrijven, maar dan kunnen wel meer boeren blijven. Vooralsnog gaat de winst voor. De ketenpartijen beweren op te komen voor de boer, maar zodra er een offer van hen wordt gevraagd komen de meesten niet eens opdagen.

Foto: Christer (cc)

Laat het vlees maar weg

COLUMN - Nog een ideetje voor de algemene beschouwingen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft een oproep om minder vlees te eten geschrapt uit een campagne om burgers klimaatbewuster te doen leven. Dat gebeurde in ruggespraak met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Volgens de ministeries ligt het onderwerp minder vlees eten te “politiek gevoelig”.

Dit onthulde ‘Wakker Dier’ nadat de organisatie via een WOB-procedure documenten over de campagne in handen had gekregen. De campagne wilde burgers duidelijk maken wat iedereen zelf kan doen aan het terugdringen van de CO2 uitstoot. Het weglaten van aandacht voor de vleesconsumptie is duidelijk een gemiste kans. De consumptie van dierlijke eiwitten levert een grote bijdrage aan de klimaatopwarming en er kan dus flinke winst behaald kan worden in de strijd tegen de klimaatopwarming. Milieucentraal, oorspronkelijk ook een overheidsinitiatief om onafhankelijke voorlichting te geven over wat mensen zelf kunnen doen aan een beter milieu, laat wel duidelijk de schadelijke kanten van de productie van vlees zien. Minder vlees eten helpt. En zo moeilijk is het niet.

Het ministerie van EZK liet dit heel bewust achterwege. Het argument dat vlees eten ‘politiek gevoelig’ ligt is niet onjuist, maar verhult de belangrijkste reden van die gevoeligheid: de belangen van de agribusiness die nog altijd van grote invloed zijn op het regeringsbeleid. Dat LNV vlees uit de campagne van EZK geschrapt wilde hebben zal zeker ook te maken hebben met de nog steeds invloedrijke lobby van boerenorganisaties en de industrie daaromheen. Beide ministeries laten opnieuw zien dat ze het algemeen belang achterstellen bij de belangen van handel en industrie. Koudwatervrees, anders kun je ’t niet noemen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: appelogen.be (cc)

‘Varkensvlees zette Europa op voorsprong’

ACHTERGROND - Let op: Onderstaand artikel is een (verlate) één-aprilgrap

Het is één van de grootste raadsels van de afgelopen eeuwen: hoe het mogelijk was dat de westerse wereld, die tijdens de Middeleeuwen op het gebied van wetenschap enorm achterliep op het Midden Oosten, vanaf de Renaissance die achterstand niet alleen inhaalde, maar tot op de dag van vandaag een leidende positie inneemt.

Medewerkers van de Faculteit voor Metabole Fysiologie van de Universiteit van Alba (Spanje) denken nu een verklaring gevonden te hebben voor dat fenomeen in een verschil in voedselpatroon. In Europa werd varkensvlees gegeten, maar in het Midden Oosten niet.

‘Aan het eten van varkensvlees zitten een aantal zeer grote evolutionaire voordelen’, zegt onderzoeker Carlos Fitz-James Stuart tijdens een telefoongesprek met ons vanaf zijn plek op de Spaanse faculteit. ‘Die voordelen hebben we ons nooit gerealiseerd, totdat onze onderzoeksafdeling een samenwerking aanging met deskundigen op het gebied van de middeleeuwse agrarische voedseleconomie.’ Eén van die deskundigen is historisch econoom Prof. Dr. de Geus, die al jaren zelfstandig onderzoek doet naar de productieopbrengsten van boerenbedrijven in de Middeleeuwen.

‘Varkens zijn eigenlijk een soort vuilisbakken,’ zegt hij als wij hem opzoeken in zijn huis in Brielle, ‘ze eten bijna alles en zetten dat om in vetrijk vlees. Boeren in de Middeleeuwen maakten daar gebruik van. Varkens werden gevoerd met afval, dat niks kost, of ze werden losgelaten in het bos, waar ook voor niks voer te vinden was in de vorm van eikels, wortels en paddestoelen. Op die manier kreeg men eigenlijk kostenloos een extra lapje vlees te eten.’