Splijting in Oost-Azië

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
,
Nucleaire explosie (Foto: Wikimedia Commons)

De oproep van President Obama in Praag van afgelopen april om de wereld van kernwapens te ontdoen lijkt in Oost-Azië maar weinig gehoor te vinden. Alhoewel Noord-Korea na maanden weer lijkt te willen overleggen, is er vooralsnog weinig reden om aan te nemen dat het bereid is om haar kernwapenprogramma geheel op te geven. In tegendeel, Hillary Clinton is zelfs bezorgd over de mogelijkheid dat nucleare technologie door het stalinistische schrikbewind met Myanmar wordt gedeeld. De minister noemde Thailand als mogelijk slachtoffer van Birmees wapengekletter.

Tegelijkertijd blijven de Amerikanen vrezen voor een Iraanse atoombom. Clinton stelde voor om de omringende landen af te schilden met de bedoeling de Iraanse dreiging in te tomen; een duidelijk teken naar Iran dat de Verenigde Staten alle opties openhouden om te voorkomen dat het land daadwerkelijk een gevaar wordt.

Een soortgelijke verdediging wordt overwogen om Zuid-Korea tegen aanvallen vanuit het Noorden te beschermen, en om te voorkomen dat het Zuiden zelf kernwapens gaat eisen. Dat is ook waarom is voorgesteld om Japan van nieuwe gevechtsvliegtuigen te voorzien. Beiden landen huiveren bij de gedachte aan een nucleair Noord-Korea.

Formeel is China de enige Aziatische kernmogendheid. In de praktijk beschikken zowel India als Pakistan over atoomwapens en is ook van Israël bekend dat het er een aanzienlijk arsenaal op nahoudt. China hielp Pakistan zelfs aan de bom, omdat het in India nog altijd een vijand ziet. Een directe confrontatie tussen deze landen lijkt vandaag de dag echter onvoorstelbaar. Veel verontrustender is het vooruitzicht dat regimes als Noord-Korea en Myanmar, die door een combinatie van onwrikbare economische planning en westerse sancties altijd om geld verlegen zitten, hun wapens en kennis bereid zijn door te spelen aan terroristen. Dan is niet zozeer Thailand of Zuid-Korea een waarschijnlijk doelwit van een aanval, eerder de Verenigde Staten zelf of een westerse aanwezigheid elders ter wereld.

Desalniettemin lijkt nucleair terrorisme tegenwoordig nog haast onwerkelijk en is het de proliferatie door staten welke de meeste zorgen baart. Wanneer één land kernwapens vergaart heeft dat een sneeuwbaleffect op een regio: plotseling willen de omringende landen het ook. Nucleaire wapens blijven volgens Henry Kissinger zo verleidelijk door het aanhouden van regionale conflicten. Prille kernmogendheden willen vooral hun buurlanden afschrikken om oorlog te voorkomen. Vandaar dat het relatief geïsoleerde landen als Iran en Noord-Korea zijn die kerntechnologie verlangen. “Gevestigde kernmogendheden,” zouden er volgens Kissinger naar moeten streven, “om een nucleaire bekwaamheid minder aantrekkelijk te maken door hun diplomatie te wijden aan het ontkrachten van deze onopgeloste conflicten.” Dat Amerika zich samen met Rusland inspant om het aantal kernwapens in de wereld terug te dringen helpt hierbij doordat het gevaar van een kernaanval ermee wordt verkleint. Aspirerende kernmogendheden hebben zo minder te vrezen maar zij zullen alleen door middel van verdere diplomatieke inspanningen geheel ontmoedigd kunnen worden.

Reacties zijn uitgeschakeld