Zoekresultaten voor

'roselinde'

Foto: © VPRO schermafbeelding Zomergasten 2021 met Robert Vermeiren

Recensie Zomergasten met Robert Vermeiren

RECENSIE - Hopeloos staat ze aan de kant, het kleine meisje, te wachten tot haar vader terugkomt. Hij komt niet terug. Het meisje fietst weg. Maar komt weer terug, kijkend naar het water. De maanden verstrijken, de jaren verstrijken. Het meisje krijgt een relatie, een gezin, het landschap verandert. Het meisje wordt oud. Maar haar vader komt niet terug en het gemis, dat met de jaren blijft, wordt pijnlijk duidelijk.

De animatie ‘Father and daughter’ van Michael Dudok de Wit is een van de indrukwekkende filmfragmenten die Robert Vermeiren uitgekozen heeft en is, zoals tijdens het hele interview, een metafoor voor zijn eigen leven.

De kinder- en jeugdpsychiater zíet jongeren, hij hoort ze en is geïnteresseerd in het verháál van de jongere. Hij weigert ze dan ook consequent ‘cliënt’ te noemen.

Het eerste fragment dat Robert laat zien, is een optreden van dj Avicii met het nummer ‘Wake me up’, als eerbetoon aan alle jongeren die het in coronatijd zo moeilijk hebben.

Uit onderzoek blijkt dat juist jongeren in coronatijd vast lopen en dat is te verklaren, aldus Vermeiren. In de puberteit ben je op zoek naar jouw beeld van de wereld, naar wie jij bent in verhouding tot de ander, naar hoe de ander op jou reageert. Dat doe je door interactie met de ander en als dat wegvalt, krijg je een vertekend wereldbeeld. Dat jongeren door ‘Dansen met Jansen’ dan ook massaal naar feesten gingen, is niets anders dan een logisch gevolg van de fase waarin zij zitten. En dat kun je niemand anders kwalijk nemen dan de regering, die hiertoe opriep. Zo, die zit. Heel rustig, beheerst, onderbouwd.

Foto: © VPRO Zomergasten 2021 met Robert Vermeiren

Zomergasten 2021 met Robert Vermeiren

VPRO’s Zomergasten heeft er twee boeiende avonden op zitten. Vanavond de derde? Janine Abbring ontvangt Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie en daarmee staat “het complexe en boeiende thema van de opgroeiende jongere” centraal. Sargasso’s recensie leest u hier.

Ach ja, jongere, dat zijn of waren we allemaal. Maar hoe verschillend groeien we op. Voor zover ik weet heb ik een heel normale jeugd gehad (daar dacht ik toen ik ‘jeugd’ was dan weer anders over) en ben ik goed terecht gekomen. Gaat dat ook op voor de jongeren waarmee Robert Vermeiren beroepsmatig te maken heeft? Hij wil het hebben over zowel de kwetsbaarheid als de kracht van die jongeren.

In dit geval ontkomt Janine Abbring er niet aan de gast door te zagen over zijn jeugd. Kind van gescheiden ouders, opgevoed door grootouders en heeft, net als de eerste Zomergast, in een internaat verbleven. Zijn ‘levensverhaal’ omvat ongetwijfeld meer en is “bepalend geweest voor mijn werk en mijn passie voor het vak”, zegt hij zelf op de introductiepagina van de VPRO.

Als zijn vak wordt aangevallen, gaat hij op de barricaden. Toen onder kabinet Rutte II, tegen alle deskundige kritiek in, ook de jeugdzorg werd gedecentraliseerd, twitterde Vermeiren er zo fiks op los dat Haagse gemeenteambtenaren in die tijd (2015) zeiden “Heb je die Vermeiren weer. Altijd maar zeggen wat hij niet wil, nooit wat hij wél wil.”
(Bron: NRC (betaalmuur), 4 december 2017).

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Jasmina

COLUMN - ‘Als ik hier druk, doet het dan pijn?’ Jasmina verbijt zich. ‘Au, ja…’ Ze trekt haar been weg. Ze vertelt zich verstapt te hebben toen ze de trein uitstapte. ‘Ik hoorde gewoon “krak”! Maar ik wist dat je aan het koken was, dus ik wilde je niet bellen om te vragen of je me op kon halen. Dus ben ik maar komen hinkelen.’ Er volgt een theatrale snik.

Maar toch, om kleine dingetjes ben ik niet overtuigd. Haar enkel ziet er niet dik uit. Als ik heel goed kijk misschien een beetje. Maar dan ook een héél klein beetje. Dat ze het hele stuk gehinkeld heeft, lijkt me sterk. Daarvoor is het te ver. En ik kan me nog goed herinneren dat ze een aantal maanden geleden wél belde voor een lift. Omdat het regende…

Ik ben in dubio en overleg met mijn collega. We kijken elkaar aan en denken precies hetzelfde. Een situatie zoals een jaar geleden met Britt willen we nooit meer meemaken. Inmiddels kan die er gelukkig wel weer om lachen. Maar ik kan je vertellen: je voelt je knap lullig als je ouders moet bellen om te vertellen dat hun dochter haar pols heeft gebroken. Tijdens een val, twee dagen geleden. Maar dat je vandaag pas naar de huisarts bent gegaan. Omdat er twee dagen geleden een invalkracht was die ‘het nog even wilde aankijken’.

En de volgende collega zag dat Britt haar vingers nog redelijk kon bewegen en er voor het idee een verbandje om deed. En de collega die de dienst overnam voor de zekerheid een afspraak bij de huisarts maakte, voor de dag dáárna. En ik tenslotte aan haar ouders uit moest leggen waarom we een meisje twee dagen met een gebroken pols rond hadden laten lopen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Francis

COLUMN - Kippenvel krijg ik tijdens het nummer Michel. Niet alleen door die geweldige stem. Of door de kwetsbaarheid waarmee ze zingt. En door de kracht die ze daar tegelijkertijd mee uitstraalt. Maar ook om het verhaal áchter Anouk.

Terwijl ze daar staat te zingen in de Ziggo Dome, springen de tranen in mijn ogen. Ik denk aan haar optreden in College Tour in november en het, voor haar, onverwachte weerzien met één van de begeleiders uit het kindertehuis waar ze destijds woonde. Dennis, de man met de gitaar. Die iedere woensdag liedjes speelde voor de kinderen uit de groep. En zo Anouk aan het zingen kreeg. Deze Dennis zag wat ze in zich had en hielp haar haar talent te ontwikkelen. Iedereen weet wat daarvan gekomen is.

Tussen al die 17.000 mensen in de Ziggo Dome denk ik aan Francis, een meisje uit mijn groep. Een meisje met een ongelofelijk talent, want voetballen kan ze als de beste. Dat weten niet alleen mijn collega’s en ik, dat weten ook haar trainers. Ze speelt als spits in het eerste meisjeselftal. Voetballen doet haar goed. Ze kan er haar energie in kwijt, ze haalt er zelfvertrouwen uit. Ze vindt er haar sociale contacten en ze droomt van een carrière als profvoetballer. Ook al is die klein in het vrouwenvoetbal: voetballen is alles voor haar.

Francis kan haar geluk dan ook niet op als er scouts langskomen. Ook bij het meisjeselftal. Scouts van een eredivisieclub die er niet om liegt. Weken van tevoren traint ze op het grasveld dat gelukkig nog niet is verkocht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Boventallig

COLUMN - ‘Nou ja! Wat doe jij hier?! Jij was toch overgeplaatst omdat je boventallig was?’ Verbaasd spreek ik mijn oud-collega aan.

Dat wás ook zo. Ze was niet meer nodig. Vooruitlopend op de nieuwe Jeugdwet werden bij verschillende instellingen voor jeugdhulp leefgroepen gesloten. Contracten die afliepen, werden niet verlengd. Pedagogisch medewerkers werden overgeplaatst naar wijkteams. Een aantal leefgroepen werd gesloten. Mijn collega was boventallig. Maar nu niet meer. Nu is ze weer keihard nodig.

De huidige crisisopvanggroepen zitten inmiddels overvol. Noodbedden (een extra slaapkamer op een leefgroep die alleen wordt gebruikt als alle crisisopvanggroepen vol zitten) zijn bezet. Over de impact die dit heeft op de kinderen die er al wonen zal ik het maar even niet hebben. Dus worden er nieuwe crisisopvanggroepen geopend. Zo ook bij mijn stichting. Hier is haast bij, dus volgende week gaat het eerste nieuwe project open. Dit klinkt makkelijker gezegd dan gedaan. Een aantal panden stond leeg, dus het gebouw is er. Nu de rest nog.

Afgelopen week vonden er sollicitatiegesprekken plaats. Er zijn pedagogisch medewerkers overgeplaatst, of toch maar weer aangenomen. Er is een gedragswetenschapper en een locatiemanager. Op papier is het plaatje rond. Maar in de praktijk heb je acht verschillende mensen met acht verschillende manieren van werken. Zij moeten dus een team gaan vormen waarbij ze op elkaar ingespeeld zijn.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Simon

COLUMN - Op de tienjarige Simon na, hebben de kinderen uit onze groep in het weekend van alles te doen. De een gaat naar familie, de ander heeft een voetbalwedstrijd of gaat bij vriendjes spelen.

Simon is nog niet zo lang op onze groep. Zijn vader woont in het buitenland. Zijn moeder heeft hem volgens Simon seksueel misbruikt. Doordat ze borderline heeft en haar familie geen contact meer met haar wil, heeft Simon vrijwel geen sociaal netwerk.

Na vier keer van huis te zijn weggelopen, weigerde hij de vijfde keer pertinent terug naar huis te gaan. Via een crisisopvanggroep komt hij bij ons terecht. Hij staat op de wachtlijst voor een pleeggezin, maar er is nog geen goede match gevonden. Omdat er geen geschikte school in de buurt is, gaat hij met taxivervoer naar zijn oude school voor speciaal basisonderwijs.

Zijn klasgenootjes wonen niet op fietsafstand. Dus met hen afspreken is lastig. Om Simon wegwijs in de buurt te maken, ga ik een stuk met hem fietsen. De kinderboerderij een dorp verderop lijkt hem wel wat. Simon maakt er een sport van om daar zo snel mogelijk aan te komen, dus van praten komt weinig. Af en toe stoppen we omdat hij eenden of een nijlgans ziet.

Zo’n dertig minuten later arriveren we. De kinderboerderij ziet er beangstigend dicht uit. En inderdaad, er hangt een bordje: ‘Zondag en maandag gesloten’.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Aimee (en Lauren)

COLUMN - Dolgelukkig was ze, bijna 11. Ze zou voor het eerst van haar leven een kinderfeestje krijgen. Toen ze nog gewoon thuis woonde, was er geen geld voor feestjes. Er was vaak geen geld voor eten, laat staan om een verjaardag te vieren.

Nadat het gezin het huis was uitgezet, kwamen de drie kinderen in verschillende crisisopvanggroepen terecht. Omdat kinderen daar in principe slechts een paar weken blijven, werden er geen kinderfeestjes gevierd.

In het pleeggezin waar Aimee vervolgens terecht kwam, deden de pleegouders niet aan kinderfeestjes. Jarenlang vingen zij tientallen kinderen op. Tientallen verjaardagen vierden ze. Maar na zestig kinderfeestjes hielden ze dat deel van een verjaardag vieren voor gezien.

Aimee kijkt er al weken naar uit. Ze weet precies wie ze gaat vragen: haar beste vriendinnetje Lauren en vier meisjes over wie ze het regelmatig heeft. Met Lauren speelt ze vaak. Lauren is pienter, maar vooral heel bescheiden. Met de andere vier kinderen speelt ze, voor zover ik weet, nauwelijks. Maar ze wil hen per se op haar feestje.

Samen maken we een plan. Na schooltijd rijden we meteen met een collega en alle kinderen in de personenbus door naar de binnenspeeltuin. Daar drinken we wat, kan iedereen haar een cadeautje geven en daarna kunnen ze lekker spelen. Voor het eten brengen we iedereen terug naar huis.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Talkshow (2)

COLUMN - Vol spanning zaten kinderen en collega’s afgelopen dagen voor de buis, in de hoop een stukje van de talkshow te zien. Weken waren twee meisjes uit mijn groep ermee bezig. Mailcontact, mediatraining, kennismaking, vragen voorbereiden, enz.

Alles werd uit de kast getrokken voor de talkshow die georganiseerd werd door Stichting Het Vergeten Kind. De opnames vonden plaats in de studio van RTL Late Night. En aangezien er tijdens de viering van 25 jaar RTL4 ruimschoots aandacht werd besteed aan Stichting Het Vergeten Kind, hadden we nu ook minimaal een fragment verwacht.

Bij RTL Late Night? Niets. Geen Johnny de Mol. Geen fragment. Er werd niet eens gesproken over ‘Het Vergeten Kind’. Bij het Jeugdjournaal? Niets. Deze week zag ik wel items over ‘De week van’ in de krant, bij het Jeugdjournaal en RTL Boulevard, maar niet over De talkshow waar de twee meisjes uit mijn groep al weken mee bezig waren.

Gisteravond vertelde Johnny de Mol overigens wel over de Week van het Vergeten Kind, bij RTL Late Night dus. Hij gaf aan dat ‘er nu eindelijk mensen zijn die hun nek uitsteken voor deze kindjes’. Het deed mijn tenen krommen. Want dan vergeten ze dat er, met mij, duizenden mensen zijn die dat al járen doen. Maar dat er, dankzij de geweldige PR van deze stichting, nu veel meer maatschappelijke aandacht en is voor onder andere ‘mijn’ kinderen, zal ik niet ontkennen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Talkshow

COLUMN - Vrijdag wordt een spannende dag voor twee meisjes uit mijn groep. Ze doen dan namelijk mee aan een talkshow. Een talkshow georganiseerd door Stichting Het Vergeten Kind. Deze stichting zet zich in voor kinderen in opvangcentra.

Behalve de talkshow hebben kinderen wensvlaggen gemaakt die overhandigd worden aan staatssecretaris Van Rijn van VWS. En er worden ’tovertuinen’, speciale ontspanningsplekken in opvanghuizen, ingericht.

Hoewel ik nog steeds moeite heb met de naam, vind ik het geweldig om te zien hoe deze stichting dingen realiseert die anders niet van de grond zouden komen.

Dankzij haar bekende ambassadeurs, zoals Johnny de Mol, Angela Schijf en Babette van Veen bereikt deze stichting de publiciteit. Daarmee hebben zij kinderen in opvangcentra een gezicht gegeven zoals niemand anders dat ooit deed.

De talkshow van vrijdag wordt geleid door Johnny de Mol, samen met Milouska Meulens van het Jeugdjournaal.

Voor de deelnemende jongeren was er een intensief voortraject. Er zijn opnames in onze groep gemaakt, de kinderen zijn geïnterviewd, ze deden onder begeleiding onderzoek naar de situatie van kinderen en jongeren in verschillende opvangcentra. En ze hebben mediatraining gehad en een aantal BN’ers ontmoet.

Aan tafel gaan ze in gesprek met politici, hulpverleners, beleidsmakers en ambassadeurs van Het Vergeten Kind. De jongeren vertellen over het onderzoek dat ze hebben verricht en hun eigen ervaringen. Middels korte filmpjes geven ze een blik achter de schermen van hun leven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Glas

COLUMN - Met de feestslinger nog in mijn hand, spring ik van het trappetje. Maar ik ben te laat, Ashley gaat door de ruit. De scherven vliegen door de lucht en gillend van de pijn trekt ze een stuk glas uit haar schouder. Voorzichtig, maar zo snel mogelijk schuif ik het glas opzij en doe ik de deur open. Door de gebroken ruit heb ik al gezien dat ze gelukkig haar arm nog kan bewegen.

De schrik is groot, maar de schade valt op het eerste gezicht mee. Er stroomt bloed uit de wond, maar met een doek is het goed te stelpen. Uiteraard moet het gehecht worden, maar het is avond en mijn collega is al naar huis. Gelukkig hebben we een geweldige buurman, die op dit soort momenten klaarstaat. Hij brengt Ashley naar de huisartsenpost. Evita gaat mee, de ruzie van twee minuten eerder is ze spontaan vergeten.

Evita hielp mee om de slingers voor een jarige medebewoner op te hangen. Ashley vroeg haar stijltang te leen, maar Evita weigerde. ‘Zak in de stront!’ is Ashleys reactie. Ze loopt ondertussen de trap op, naar haar kamer. ‘Wát zeg je?!’, reageert Evita. De felheid waarmee ze dat zegt, heeft ze al sinds ze vanochtend hoorde dat ze blijft zitten. Daarom vroeg ik juist haar om me te helpen. Dan zou ze niet tegelijk met Ashley boven zijn, want die twee zijn vaak water en vuur.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | Wesley

COLUMN - Er klinkt een enorme knal. Het komt uit de keuken, er ontploft iets. Ik schrik me rot.

‘Wesley is in de keuken, hoe is het met hem?’ is het eerste dat ik denk. Mijn collega zit een seconde net zo verstijfd als ik en een van de kinderen komt snel een stukje dichterbij me zitten.

Na de eerste schrik rent mijn collega naar de keuken. Ik blijf bij de kinderen. De een giechelt, de ander trilt. Tot mijn grote opluchting komt Wesley, ongedeerd, de keuken uit. Krom van het lachen.

‘Hahaha, nou, de melk is warm, hoor!’ lacht hij. Ik kijk in de magnetron. Daar ligt een plasje melk op de glazen plaat. Omringd door duizenden stukjes glas. En een metalen lepeltje… Wesley zag mijn collega en mij in de huiskamer zitten. Hij had het idee dat we trek in koffie hadden. Dat ik er altijd warme melk in doe, wist hij. En dat ik daar de magnetron voor gebruik, wist hij ook. ‘En dat er nooit metaal in een magnetron mag, wist ik ook,’ zegt hij. ‘Maar ik dacht, dertig seconden, dat kan wel. Nou, niet dus!’

Wesley is elf en ‘er zit geen kwaad in’. Hij vindt iedereen aardig, hij vindt alles leuk en is uiterst behulpzaam. Hij ligt goed in de groep en zijn moeder ziet hem, sinds hij bij ons woont, met de dag groeien.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Uit de jeugdzorg | John

COLUMN - Oersterk was hij. Nog maar elf, maar minstens zo groot als ik. Door zijn verleden zat hij vol frustraties. Zijn moeder had borderline. De ene keer stootte ze hem af, de andere keer wilde ze hem fijnknuffelen. Om vervolgens weer boos te worden als John dat niet wilde.

Drie keer wees ze iemand aan als Johns vader. Maar drie keer gaf ze later toe dat het toch niet om zijn vader ging. Nadat zijn moeder opgenomen was in een psychiatrische inrichting, ging John naar een crisispleeggezin. Om vervolgens in mijn groep te belanden, omdat er geen blijvend pleeggezin was voor een jongen van zijn leeftijd.

Keer op keer afgewezen, duldde John niemand in zijn buurt.

Zijn passie was rugby. Hij telde de dagen af tot de volgende training. Ook daar kenden ze zijn kracht. Zijn reputatie ging hem soms vooruit. Ik herinner me nog een wedstrijd waarbij een tegenstander al uit voorzorg opzij sprong toen hij zag dat het John was die met de bal aan kwam rennen.

In de groep was het over het algemeen een lieve, rustige jongen. Maar soms kwamen zijn frustraties naar boven en dan vlogen de stoelen door de kamer.

Volgende